Literatuur1. Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. <strong>Richtlijn</strong> Verwijzing vanslechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> blind<strong>en</strong>: Boer MR de, Jansonius N, Langelaan M, <strong>en</strong> R<strong>en</strong>sGHMB van (red). Van Zuid<strong>en</strong> Communications bv. Alph<strong>en</strong> aan de Rijn. ISBN90-8523-041-1; 20042. Arl<strong>en</strong>e R. Gordon Research Insitute. Website:http://www.lighthouse.org/research/research-publications/3. American Academy of Ophthalmology. Vision rehabilitation for adults. SanFrancisco (CA): American Academy of Ophthalmology, 2001.4. Low Vision Services Cons<strong>en</strong>sus Group. Low vision services:recomm<strong>en</strong>dations for future service delivery in the UK, London: RoyalNational Institute for the Blind, 1999.5. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Evid<strong>en</strong>ce-based<strong>Richtlijn</strong>ontwikkeling, Handleiding voor werkgroepled<strong>en</strong>, 2007.6. Boer, MR de, Langelaan M, Jansonius NM <strong>en</strong> R<strong>en</strong>s, GHMB van: Verwijzingnaar <strong>revalidatie</strong> bij blijv<strong>en</strong>de visuele beperking<strong>en</strong>; richtlijn van het NederlandsOogheelkundig gezelschap. Nederlands Tijdschrift voor G<strong>en</strong>eeskunde 2005;149:1502-4.7. Boer MR de, Langelaan M, Jansonius N, R<strong>en</strong>s GHMB van: Evid<strong>en</strong>ce-basedguidelines on the referral of visually impaired persons to low vision services.Eur J Ophthalmol 2005; 15:400-4068. Cruysberg JK, R<strong>en</strong>s GHMB van: Implem<strong>en</strong>tation of an Evid<strong>en</strong>ce BasedGuideline for the Referral of the Visually Impaired in the Netherlands:Pot<strong>en</strong>tial Barriers. Journal of Visual Impairm<strong>en</strong>t and Blindness, 2007;1001 :226-231.9. Van R<strong>en</strong>s, G.H.M.B. Cruysberg, J.K. & Nisp<strong>en</strong>, R.M.A. van. Referral behaviorof Dutch ophthalmologists to multidisciplinary regional rehabilitation c<strong>en</strong>tersfor visually impaired before and after the release of an evid<strong>en</strong>ce basedguideline.10. Hagelaar, E, van Nisp<strong>en</strong>, R.M.A <strong>en</strong> van R<strong>en</strong>s, G.H.M.B. (2009). De NOGrichtlijnvoor <strong>verwijzing</strong> van slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> blind<strong>en</strong> voor <strong>revalidatie</strong>:Evaluatie van e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie in het implem<strong>en</strong>tatieonderzoek. MasterthesisVUmc 2008.14
Hoofdstuk 2HL Vreek<strong>en</strong>, GHMB van R<strong>en</strong>s, H. Limburg, RMA van Nisp<strong>en</strong>Definities, epidemiologie <strong>en</strong> organisatie van de zorg voorblind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in Nederland2.1 Begripsomschrijving slechtzi<strong>en</strong>dheidEr bestaan meerdere definities voor blindheid <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>dheid. De World HealthOrganisation (WHO) gebruikt e<strong>en</strong> classificatiesysteem, waarin ziektes <strong>en</strong>aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> systematisch geord<strong>en</strong>d zijn: de International Classification ofDiseases (ICD) 1 . Dit is e<strong>en</strong> etiologisch raamwerk waarin gezondheidsverschijnsel<strong>en</strong>primair vanuit het perspectief van ziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd.In de ICD-10 word<strong>en</strong> visuele beperking<strong>en</strong> geclassificeerd in verschill<strong>en</strong>decategorieën, zie tabel 2.1. De term slechtzi<strong>en</strong>d wordt gebruikt voor de categorieën 1<strong>en</strong> 2. M<strong>en</strong> spreekt van blindheid bij de categorieën 3, 4 <strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> bij ongedefinieerdgezichtsverlies, categorie 9.Tabel 2.1: Visuele beperking<strong>en</strong> (ICD-10, versie 2007 1 ).Categorie Visus met de best mogelijke correctie1< 6/18 ≥6/60< 3/10 (0,3) ≥1/10 (0,1)< 20/70 ≥20/2002< 6/600 ≥3/60< 1/10 (0,1) ≥1/20 (0,05)< 20/200 ≥20/4003< 3/60 ≥1/60*< 1/20 (0,05) ≥1/50 (0,02)< 20/400 ≥5/300 (20/1200)4< 1/60*< 1/50 (0,02) ≥ Lichtperceptie< 5/3005 Ge<strong>en</strong> lichtperceptie9 Onbepaald of niet gespecificeerd* of vingers tell<strong>en</strong> op 1 m afstand15
- Page 1 and 2: RichtlijnVisusstoornissen, revalida
- Page 3 and 4: InhoudsopgaveSamenstelling van de w
- Page 5 and 6: Hoofdstuk 1HL Vreeken, GHMB van Ren
- Page 7 and 8: Epidemiologie en uitkomsten van rev
- Page 9 and 10: Samenstelling werkgroepDe werkgroep
- Page 11 and 12: De aanbeveling is het resultaat van
- Page 13: vier verschillende revalidatiecentr
- Page 17 and 18: onderdeel van de WHO familie van In
- Page 19 and 20: tevens een prognose voor 2020. Ook
- Page 21 and 22: meest voorkomende oorzaken tussen b
- Page 23 and 24: kinderen met een visuele beperking.
- Page 25 and 26: Zowel ambulante als intramurale rev
- Page 27 and 28: Testpanel consumenten met een funct
- Page 29 and 30: 2.14 Aanbevelingen1. Verwijzen naar
- Page 31 and 32: Hoofdstuk 3RMA van Nispen, HL Vreek
- Page 33 and 34: was incompleet en hulpmiddelen werd
- Page 35 and 36: in vaardigheden om slechtnieuws te
- Page 37 and 38: (N=258; visus 20/40 - 20/1600) en
- Page 39 and 40: gebrek aan bewijs (case-studies, kl
- Page 41 and 42: 3. Greenblatt SL. Physicians and ch
- Page 43 and 44: Hoofdstuk 4GHMB van Rens, HL Vreeke
- Page 45 and 46: een revalidatie-instelling 12-14 bl
- Page 47 and 48: De Boer et al. (2006) en van Nispen
- Page 49 and 50: estaat tussen patiënt en behandele
- Page 51 and 52: 15. Scott IU, Smiddy WE, Schiffman
- Page 53 and 54: 43. Rovner BW, Casten RJ, Leiby BE,
- Page 55 and 56: Veelvoorkomende oorzaken van visuel
- Page 57 and 58: Uit een studie van Elliott, McGwin
- Page 59 and 60: met en zonder een cognitieve beperk
- Page 61 and 62: zien en lezen. Indien nodig kan hij
- Page 63 and 64: 25. Limburg JJ, Keunen JEE, Rens GH
- Page 65 and 66:
conclusie dat er nog onvoldoende be
- Page 67 and 68:
niet af te wijken van de gezonde pr
- Page 69 and 70:
6.8 Aanbevelingen25. Revalidatie va
- Page 71 and 72:
Hoofdstuk 7FN Boonstra, RMA van Nis
- Page 73 and 74:
De diagnose cerebrale slechtziendhe
- Page 75 and 76:
Dobson en Teller (C) en Atkinson (B
- Page 77 and 78:
hebben. Deze scholen zijn verdeeld
- Page 79 and 80:
3. Flanagan NM, Jackson AJ, Hill AE
- Page 81 and 82:
32. Boonstra FN, Cox RFA, Reimer AM
- Page 83 and 84:
instelling hadden aangemeld: 29% ra
- Page 85 and 86:
N=584) vergeleken met degenen die g
- Page 87 and 88:
8.6 Overige overwegingenMogelijk ge
- Page 89 and 90:
22. Rees G, Fenwick EK, Keeffe JE,
- Page 91 and 92:
Bovendien blijkt bij veel mensen me
- Page 93 and 94:
9.5 Aanbevelingen36. Gezien de hoge
- Page 95 and 96:
23. Evenhuis HM, Sjoukes L, Koot HM
- Page 97 and 98:
In quasi-experimenteel onderzoek on
- Page 99 and 100:
deze samenhang de nodige beperkinge
- Page 101 and 102:
40. De oogarts dient bedacht te zij
- Page 103 and 104:
Hoofdstuk 11ConclusieDe richtlijn
- Page 105 and 106:
Tot slot blijken de meeste studies
- Page 107 and 108:
Hoofdstuk 12Samenvatting1. Verwijze
- Page 109 and 110:
17. Er is weinig onderbouwing voor
- Page 111 and 112:
stoornissen” hierop te worden ges
- Page 113 and 114:
Slechtnieuwsgesprek113
- Page 115 and 116:
Verpleeghuispatiënten115
- Page 117 and 118:
Volwassenen met een visuele beperki
- Page 119 and 120:
Bijlage 2De verwijsbriefGericht aan