08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

heifamilie 297<br />

Gewone dophei (Erica tetralix)<br />

Het geslacht Dophei (Erica) behoort tot de Heifamilie<br />

(Ericaceae) en telt ongeveer 530 soorten, waarvan het overgrote<br />

deel inheems is in Zuid-Afrika. In Afrika ligt ook de<br />

oorsprong van het geslacht. Opvallend is dat Zuid-Afrika<br />

en de overige verspreidingsgebieden geen enkele soort<br />

gemeenschappelijk hebben.<br />

Op vochtige humusrijke gronden<br />

Van de drie soorten Dophei in ons land is de Gewone dophei<br />

de meest algemene. Deze soort is bij ons land vrij algemeen<br />

op de pleistocene zandgronden en Waddeneilanden en gedijt<br />

het beste op vochtige humusrijke bodems. In het duingebied<br />

treffen we de soort meestal aan in de laag gelegen duinpannen.<br />

De plant is een tot 60 centimeter hoge groenblijvende halfstruik.<br />

De meeste takken liggen op de grond, waardoor de<br />

soort een dichte begroeiing vormt. De bladeren staan in<br />

kransen van vier. Ze zijn aan beide zijden viltig behaard en<br />

hebben een brede naar beneden gevouwen rand. Op de randen<br />

staan lange klierharen.<br />

Hoofdbloei in de voorzomer<br />

Gewone dophei bloeit van juni tot in de herfst, maar het<br />

zwaartepunt van de bloei valt in de voorzomer. De bloemen<br />

zijn naar beneden gericht en staan in kleine trossen aan het<br />

eind van rechtopstaande twijgen. Door de schuine stand zijn<br />

de bloemen beschermd tegen schadelijke weersinvloeden.<br />

De bloemsteel is kort en draagt een of twee steelbladen.<br />

De bloemen zijn viertallig. De kelkbladen hebben dezelfde<br />

vorm als de stengelbladeren. De kroonbladen zijn vergroeid<br />

tot een urnvormige bloemkroon met aan de rand vier driehoekige<br />

slippen. De kroon is roze, maar spaarzaam komen er<br />

ook planten voor met witte bloemen. Elke bloem heeft acht<br />

meeldraden en een stamper met een sterk behaard vruchtbeginsel<br />

met een stempel die ongeveer één millimeter buiten<br />

de bloem steekt. De meeldraden reiken tot vlak onder de<br />

bloemopening. De helmknoppen staan dicht tegen de stijl.<br />

Iedere helmknop heeft twee draadvormige aanhangsels.<br />

De helmhokken gaan aan de top met een schuine spleet open.<br />

Dat gebeurt tegelijk met het openen van de bloem. Het stuifmeel<br />

is in het begin klonterig doordat de korrels bedekt zijn<br />

met een kleverige maar vluchtige stof. Door verdamping<br />

komen de stuifmeelkorrels los van elkaar. Het nectarium is een<br />

smalle zwarte discus rond het vruchtbeginsel.<br />

Bijenbezoek<br />

Een honingbij die nectar komt puren zal het eerst in aanraking<br />

komen met de uit de bloem stekende stempel. Bij het inbrengen<br />

van de tong raakt ze de aanhangsels van de helmknoppen, die<br />

door de bij veroorzaakte trillingen een beetje stuifmeel verliezen,<br />

dat vervolgens aan de tong en monddelen blijft kleven en dat<br />

daarna terechtkomt in de beharing aan de onderzijde van de bij.<br />

Omdat de lengte van de bloemkroon kan variëren van vijf tot<br />

acht millimeter, spreekt het vanzelf dat honingbijen alleen de<br />

kleinere bloemen kunnen benutten voor het puren van de<br />

nectar. In grotere bloemen valt soms ook nog wel wat te halen<br />

doordat sommige hommelsoorten vlakbij het nectarium een<br />

opening (hoefijzervormig) in de bloemkroon maken. Honingbijen<br />

maken dankbaar gebruik van dergelijke inbraaksporen,<br />

maar leveren dan natuurlijk geen bijdrage aan de kruisbestuiving.<br />

Voor de Gewone dophei is dat echter geen probleem,<br />

want als kruisbestuiving uitblijft, vindt er zelfbestuiving plaats.<br />

Vermeerdering<br />

Gewone dophei vermeerdert zich alleen door zaad. De vrucht<br />

is een doosvrucht die met vier kleppen opengaat. De verwelkte<br />

bloemen draaien na de bloei naar boven, waardoor wordt<br />

voorkomen dat de zaden in de directe omgeving van de plant<br />

vallen. De ovale zaden zijn klein en licht, waardoor ze gemakkelijk<br />

door de wind verspreid kunnen worden. Ze kiemen het<br />

best in het licht.<br />

plaat 136. Gewone dophei<br />

A deel van bloeiende plant; B blad: 1 bovenzijde, 2 onderzijde;<br />

C dwarsdoorsnede; D bloem; E meeldraad; F open helmknop<br />

met aanhangsel; G pakketje van vier stuifmeelkorrels (tetrade);<br />

H stamper; I verwelkte bloemen (rechtop staand) met vruchten;<br />

J open doosvrucht; K zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!