08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

composietenfamilie 487<br />

Vertakte leeuwentand (Leontodon autumnalis)<br />

Het geslacht Leeuwentand (Leontodon) telt ongeveer<br />

45 soorten en behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae).<br />

Het verspreidingsgebied strekt zich uit over Europa, Midden-<br />

Azië en Noord-Afrika. In ons land komen behalve de Vertakte<br />

leeuwentand nog de Kleine leeuwentand (Leontodon saxatilis)<br />

en de Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus) voor. Van deze<br />

drie is de Vertakte leeuwentand het meest algemeen.<br />

Deze soort groeit in graslanden, vooral die met een lage<br />

vegetatie, op bermen en dijken, in duinvalleien en uiterwaarden.<br />

Ook in een zilt milieu gedijt de soort nog goed en we<br />

treffen haar daarom ook vaak aan op hooggelegen schorren.<br />

De plant is zeer goed bestand tegen betreding en kan zich<br />

daardoor goed handhaven in be(t)reden bermen.<br />

Vroege ontwikkeling<br />

Vertakte leeuwentand heeft een wortelstelsel met een aantal<br />

korte wortelstokken, waaruit zich nieuwe planten kunnen<br />

ontwikkelen. Door de geringe afmetingen van de wortelstokken<br />

staan de daaruit gevormde planten dicht op elkaar. De plant<br />

overwintert met een plat op de grond liggende bladrozet.<br />

De rozetbladeren kunnen goed tegen vorst, waardoor de plant<br />

in het vroege voorjaar snel tot ontwikkeling kan komen.<br />

Hierdoor is de concurrentiekracht van de plant in graslanden<br />

groot. De bladeren variëren van bochtig getand, met ondiepe<br />

insnijdingen, tot veerdelig, waarbij de insnijdingen bijna tot<br />

de hoofdnerf reiken. Van de getande rand van de bladeren zijn<br />

de Nederlandse en wetenschappelijke naam van het geslacht<br />

afgeleid.<br />

Allemaal lintbloemen<br />

Uit de bladrozet ontwikkelen zich eindelings vertakkende<br />

bloeistengels. Aan de zijtakken zitten kleine schubvormige<br />

blaadjes. De bloemen zitten in hoofdjes aan de uiteinden van<br />

de hoofdstengel en de zijstengels. Het zijn allemaal lintbloemen:<br />

de kroonbuis loopt aan één zijde lintvormig uit.<br />

Naar het midden van het hoofdje worden de bloemen kleiner.<br />

De bloemen zijn heldergeel. Vaak heeft de onderzijde van het<br />

lintvormige deel van de kroon langs de rand een donkere<br />

streep. De meeldraden staan in de bloembuis ingeplant.<br />

Ze hebben korte helmdraden en lange helmknoppen die kokervormig<br />

met elkaar vergroeid zijn. Het stuifmeel komt aan de<br />

binnenzijde van de helmhokken vrij en wordt door de korte<br />

beharing van de langer wordende stijl naar buiten geveegd.<br />

Stuifmeel van juni tot oktober<br />

Van juni tot oktober kunnen de bijen al vroeg in de morgen op<br />

de bloemen terecht voor nectar en stuifmeel. In de namiddag<br />

sluiten de hoofdjes zich weer. De stuifmeelklompjes zijn helderoranje.<br />

De stuifmeelkorrels lijken op die van de Paardenbloem<br />

(Taraxacum officinalis). Bijen worden tijdens hun bezoek<br />

geheel met stuifmeel bepoederd. Aan de onderzijde en opzij<br />

zit de beharing van een bij dan vol met stuifmeel, waardoor de<br />

kans dat ze de bloemen bestuiven erg groot is. Blijft bestuiving<br />

op deze manier uit, dan krommen de stempels zich verder en<br />

komen zo met eigen stuifmeel dat eventueel nog aan de stijl<br />

zit in aanraking. Ook bij zelfbestuiving kan er zaad gevormd<br />

worden.<br />

Vermeerdering<br />

Behalve door genoemde vegetatieve vermeerdering vindt ook<br />

voortplanting door zaad plaats. De vrucht is een nootje met<br />

wijd gespreide pappusharen. Karakteristiek voor de plant is<br />

dat deze pappusharen geveerd zijn. Het valt op dat de vruchten<br />

betrekkelijk lang in de vruchthoofdjes blijven staan en niet zo<br />

gauw door de wind worden meegenomen als bijvoorbeeld bij<br />

de Paardenbloem het geval is.<br />

plaat 231. Vertakte leeuwentand<br />

A habitus van bloeiende plant; B bladvormen; C bloeiwijze;<br />

D bloemknop; E bloem; F opengeslagen meeldradenkokertje;<br />

G stuifmeelkorrel (fenestraat), polair aanzicht; H stempels; I vruchthoofdje;<br />

J vrucht met pappus; K pappushaar; L nootje.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!