08.04.2018 Views

Bijenplanten_web

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

klimopfamilie 393<br />

Duivelswandelstok (Aralia elata)<br />

De Duivelswandelstok behoort net als de Klimop (Hedera<br />

helix) tot de Klimopfamilie (Araliaceae), welke nauw verwant<br />

is met de Schermbloemenfamilie (Apiaceae). Het geslacht<br />

Aralia telt enige tientallen soorten, die voorkomen in Azië<br />

en Noord-Amerika. De meeste zijn inheems in China.<br />

De Duivelswandelstok is in 1830 vanuit Japan in Europa<br />

geïntroduceerd. De kale takken van de struikvorm lijken in<br />

de winter op in de grond gestoken stokken. Wie vervolgens<br />

de korte scherpe stekels op de takken ziet, zal zich niet<br />

verwonderen over de Nederlandse naam van de soort.<br />

Stekelige beharing<br />

De plant is in ons land een winterharde struik of een kleine<br />

boom en wordt in tuinen en plantsoenen aangeplant. De sierwaarde<br />

heeft hij vooral te danken aan de grote bladeren. Bij de<br />

struikvorm ontwikkelen zich een aantal dunne takken vanuit<br />

de basis, die zich soms bovenaan vertakken. Ze hebben een<br />

grijze bast en zijn bezet met korte stevige scherpe stekels.<br />

De bladeren hebben een lange steel, zijn dubbel geveerd en<br />

kunnen wel een meter lang worden. De fijn getande eironde<br />

blaadjes zijn aan de onderzijde lichter groen gekleurd. Aan<br />

beide zijden hebben ze een stekelige beharing op de nerven.<br />

Mannelijke en vrouwelijke bloemen<br />

De bloeitijd is van augustus tot in september. De bloemen<br />

verschijnen boven aan de plant in de oksels van de bladeren.<br />

De bloeiwijze is een grote veel vertakte pluim met zowel<br />

mannelijke als vrouwelijke bloemen. Door de vorm en de<br />

kleur valt het verschil tussen de bloemtypen direct in het oog.<br />

Beide typen staan in kleine schermen met smalle omwindselblaadjes<br />

aan de basis. De vrouwelijke schermen staan aan het<br />

eind van de bloeiwijzetakken, een gunstige plaats om bestoven<br />

te worden, want de kans is groot dat aanvliegende insecten<br />

hierop landen.<br />

Het vruchtbeginsel wordt omsloten door een vergroeibladige<br />

kelk en bestaat uit vijf delen, elk met één zaadknop en<br />

voorzien van een stijl met stempel. De delen hebben een harde<br />

wand waarmee ze met elkaar verkleefd zijn. Een bloemkroon<br />

ontbreekt. De schermen met mannelijke bloemen staan<br />

onregelmatig verspreid langs de takken. De kortgesteelde<br />

bloemen zijn ook vijftallig. Ze hebben een komvormige vergroeibladige<br />

kelk, lichtgeelgroene kroonbladen en ver uit de<br />

bloem stekende meeldraden. In het midden van de bloem<br />

staan dicht bij elkaar vijf stijlen. Deze staan binnen een kussenvormige<br />

discus, die de nectar produceert. Het vruchtbeginsel<br />

ontbreekt.<br />

Bijenbezoek<br />

Bij warm weer is er druk bijenbezoek op de bloemen van de<br />

Duivelswandelstok. De bijen verzamelen zowel nectar als<br />

stuifmeel. Opmerkelijk is de kleur van de stuifmeelklompjes.<br />

Bij het opengaan van de helmknoppen is het stuifmeel lichtgeel.<br />

Tijdens het verzamelen in de korfjes van de achterpoten<br />

verandert de kleur naar mosgroen. De tint kan van bij tot bij<br />

verschillen.<br />

Cultuurvariëteiten<br />

Aan het einde van de negentiende eeuw zijn er in Boskoop<br />

twee bonte variëteiten van de Duivelswandelstok in cultuur<br />

gebracht: ‘Variegata’ heeft witgerande blaadjes, ‘Aureo-variegata’<br />

geelgerande blaadjes. Door de trage groei lenen de bonte<br />

vormen zich beter voor kleine ruimtes.<br />

Vermeerdering<br />

De Duivelswandelstok vermeerdert zich door zaad en de<br />

vorming van ondergrondse uitlopers. In onze contreien is er<br />

alleen zaadzetting bij warm weer. De vrucht is een zwarte, besachtige<br />

steenvrucht, waarin zich vijf stenen kunnen vormen.<br />

Deze laatste hebben een harde schaal en bevatten elk één zaad.<br />

plaat 184. Duivelswandelstok<br />

A bloeiwijze; B deel van blad; C knop mannelijke bloem; D mannelijke<br />

bloem; E kelk, nectarium en stijlen van mannelijke bloem;<br />

F meeldraad; G stuifmeelkorrel (tricolporaat): 1 polair aanzicht,<br />

2 equatoriaal aanzicht, 3 korreloppervlak (focus boven en in tectum);<br />

H vrouwelijke bloem van opzij; I vrouwelijke bloem van boven;<br />

J besachtige steenvruchten; K zaad.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!