22.08.2013 Views

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

maar ook de toenemende complexiteit in familievormen, door onder andere de stijgende scheidingsgraden<br />

leidden <strong>tot</strong> meer complexe en atypische familievormen. In het licht van deze veranderende familievormen<br />

worden de intergenerationele relaties binnen een familie dan ook steeds belangrijker geacht (Bengtson,<br />

2001). De veranderende familiestructuur en de toenemende complexiteit in familievormen afgelopen decennia<br />

leidde ertoe dat de intergenerationele solidariteit sterk in vraag gesteld werd. Al deze veranderingen zouden<br />

‘the decline of the family’ of het einde van de intergenerationele solidariteit reflecteren (Popenoe, 1993).<br />

Andere onderzoeken vertrekken vanuit een optimistischer scenario en stellen dat de intergenerationele<br />

solidariteit binnen families niet daalde maar andere vormen heeft aangenomen (Fokkema e.a., 2008). Los van<br />

dit pessimistisch versus optimistisch scenario, geldt dat de intergenerationele solidariteit binnen de families op<br />

de verschillende dimensies sterke veranderingen kende.<br />

In dit deel wordt verder ingegaan op de impact die deze veranderingen hebben op de intergenerationele<br />

solidariteit binnen de families. Hierbij vertrekken we dus van het model van Bengtson en Roberts (1991)<br />

waarin intergenerationele solidariteit binnen gezinnen als een multidimensioneel begrip gedefinieerd wordt<br />

met zes te onderscheiden dimensies. In wat volgt overlopen we de zes dimensies en de impact die de<br />

sociaaldemografische trends afgelopen decennia hierop uitoefenden. Deze zes dimensies en de<br />

veranderingen hierin staan vanzelfsprekend niet los van elkaar, maar zijn sterk verweven (Silverstein e.a.,<br />

1997). We bekijken de zes dimensies puntsgewijs maar geven ook aan op welke manier ze mogelijk<br />

verbonden zijn.<br />

Een eerste dimensie waar we bij stil staan is de structurele solidariteit. Deze dimensie verwijst naar structurele<br />

voorwaarden voor het geven van steun tussen familieleden, zoals de geografische afstand en het aantal<br />

familieleden (Bengtson, Roberts, 1991). Wat de eerste betreft, kende de geografische afstand tussen<br />

familieleden afgelopen decennia sterke veranderingen. Zo nam het aandeel multigenerationele huishoudens<br />

sterk af. Net deze geografische afstand is een belangrijke voorwaarde voor het verlenen van steun (Shelton,<br />

2000). <strong>Van</strong>uit het pessimistische scenario impliceert dit een negatieve impact op intergenerationele<br />

solidariteit. Echter, andere auteurs wijzen er op dat ‘intimate but distant’ familierelaties nog steeds steun<br />

verlenen (Rosenmayr e.a., 1963). De voorkeur voor het leven in ‘nucleaire gezinnen’ betekent dus niet<br />

noodzakelijk dat de andere familiebanden aan belang inboetten (Bengtson, 2001). Naast de geografische<br />

afstand vormt ook het aantal familieleden een structurele voorwaarde voor steun. Binnen deze context<br />

impliceert de dalende fertiliteit dat de toekomstige generaties ouderen op een kleiner aantal kinderen beroep<br />

kan doen. Daartegenover staat dat het aantal generaties toenam. De toenemende complexiteit in<br />

gezinsrelaties houdt tevens in dat familiebanden uitgebreid worden <strong>tot</strong> stiefrelaties. Al deze veranderingen<br />

doen verschillende vragen rijzen m.b.t. de beschikbaarheid van familierelaties als bron van steun (Lye e.a.,<br />

1995).<br />

De associatiesolidariteit, of de aard en de frequentie van de contacten is een andere dimensie waarop<br />

veranderingen waargenomen kunnen worden. Bawin-Legros (2002) stelt dat de geografische nabijheid een<br />

grote invloed heeft op de frequentie van de contacten tussen ouders en kinderen. Hoe dichter men bij de<br />

ouders woont, hoe vaker men ze ziet. Regelmatig contact is ook nodig voor wederzijdse ondersteuning. Hoe<br />

meer contact, hoe gemakkelijker het wordt om te geven en te nemen, en om te zien waar er een nood is.<br />

Contact wordt ook gezien als een steunbron op zich, omdat het tegemoet komt aan een sociale nood.<br />

Natuurlijk kan er ook een negatief aspect aan regelmatig contact verbonden zijn (Fokkema e.a., 2008).<br />

Algemeen geldt dat in het licht van de individualisering van de samenleving de associatiesolidariteit sterk in<br />

vraag gesteld wordt. De toenemende focus op het individu zou leiden <strong>tot</strong> het afbrokkelen van sociale relaties<br />

en dalende participatie aan het maatschappelijke leven (Putnam, 1995). De andere kant van de medaille<br />

belicht net de mogelijkheden en vrijheid die deze veranderingen creëren (Dykstra, 1990). Ook in de contacten<br />

met familieleden zou deze individualiseringstrends zich reflecteren; ‘intimacy at a distance’ (Rosenmayr e.a.,<br />

1963). De afname in face-to-face contacten betekent niet noodzakelijk dat ook de functie van primaire relaties<br />

<strong>Van</strong> 7 <strong>tot</strong> <strong>107</strong> 16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!