V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verdwijnt: ze voorzien nog steeds in emotionele en instrumentele ondersteuning (Höllinger e.a., 1990)<br />
(<strong>Van</strong>derleyden e.a., 2007).<br />
De normatieve solidariteit, verwijst naar de normen m.b.t. intergenerationele solidariteit (Bengtson, Roberts,<br />
1991). In welke mate zijn individuen, zowel jongeren als ouderen, bereid de steun voor elkaar op te nemen?<br />
Ook op dit punt manifesteert zich een optimistisch versus pessimistisch scenario m.b.t. de veranderingen in<br />
de familiale verplichtingen afgelopen decennia (Daatland e.a., 2003). Het pessimistische scenario stelt dat<br />
met de opkomst van het nucleaire gezin de verdere familiebanden aan belang inboetten. Dit zou zich ook<br />
reflecteren in de normen m.b.t. intergenerationele solidariteit. Het werd betwijfeld of familieleden nog de plicht<br />
voelden zorg voor elkaar op te nemen. Het meer optimistische scenario anderzijds stelt dat de normatieve<br />
solidariteit weliswaar veranderingen onderging maar niet noodzakelijk afnam. De opkomst van de<br />
welvaartstaten zou impliceren dat de feitelijke steun veeleer toevertrouwd wordt aan de overheid, maar dat de<br />
intergenerationele solidariteit, ook op normatief vlak zich veeleer richt of kan richten op emotionele<br />
ondersteuning (Daatland e.a., 2003).<br />
Belangrijk om aan te geven is dat deze normen op individueel niveau sterk samenhangen met de<br />
macrocontext. De sterke verschillen in waarden en normen versus intergenerationele solidariteit in Europa<br />
vormen hier een goed voorbeeld van. Zowel het institutionele kader als de meer algemene waarden en<br />
normen binnen een samenleving oefenen hun invloed uit op de individuele visies op intergenerationele<br />
solidariteit. Zo is er in Noord-Europa bij wet een collectieve zorgverplichting. Informele zorg wordt<br />
aangemoedigd, maar is niet wettelijk verplicht. In Noord-Europa zien veel mensen het dan ook als de<br />
verantwoordelijkheid voor de overheid. In Centraal-Europa is de overheid wettelijk verplicht om zorg te<br />
voorzien aan diegene die het heel hard nodig hebben en is de familie verantwoordelijk voor de zorg aan de<br />
minder zorgbehoevenden. In Zuid-Europa ligt de verantwoordelijkheid om te zorgen voor oudere volwassen<br />
voornamelijk bij de familie (Fokkema e.a., 2008). Maar ook de culturele context is belangrijk: waar Zuid-<br />
Europa gekenmerkt is door een samenleving gericht op families, staat in Noord-Europe het individu en<br />
autonomie veel meer centraal. Deze structurele en culturele kenmerken op macroniveau hangen<br />
vanzelfsprekend sterk samen (Daatland e.a., 2003).<br />
De affectieve dimensie slaat op de ontwikkeling van emotionele banden binnen de familie. Zoals eerder<br />
gesteld is de duurzaamheid van de relaties tussen de generaties toegenomen door de langere levensduur<br />
(Hagestad e.a., 2007). Om te kijken naar het affectieve, emotionele deel van de solidariteitspatronen in de<br />
familie verwijst Merz (2007) naar de gehechtheidstheorie. De vraag die ze zich stelt is hoe individuele<br />
verschillen in de motivaties om zorgtaken op te nemen, in de druk van de zorg en andere aan solidariteit<br />
gebonden gevolgen verklaard kunnen worden. Dit kan volgens Merz verklaard worden door het gebruik van<br />
de gehechtheidstheorie, omdat die zowel positieve als negatieve gevoelens en gebeurtenissen in de familie<br />
verklaard. Zonder hier dieper in te gaan op de theorie zelf, kan er wel gesteld worden dat er empirisch weinig<br />
geweten is over de richting en het bestaan van gehechtheid tussen ouders en hun volwassen kinderen.<br />
Steunuitwisseling en zorgdragen resulteert uit een lange geschiedenis van interacties en ruilrelaties tussen<br />
ouderen en kinderen. Steunpatronen die in het latere leven opduiken moeten volgens haar gezien worden in<br />
een context van wederkerigheid en rolomkering. Sterke hechtingsbanden leiden <strong>tot</strong> meer steun en minder<br />
druk op de zorgdragers.<br />
De consensuele dimensie verwijst naar de mate waarin generaties en familieleden overeenstemmen in hun<br />
opinies, normen en waarden. Net omdat de verschillende generaties vaker en langer samenleven, is dit een<br />
belangrijke dimensie. De vraag is immers ook hier of de toename in gezamenlijke jaren tussen generaties ook<br />
samengaat met een consensus tussen de generaties of dat de verschillende generaties veeleer vervreemden<br />
van elkaar (Mills e.a., 2001)?<br />
<strong>Van</strong> 7 <strong>tot</strong> <strong>107</strong> 17