V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
democratische, het conservatieven en het liberale model. Het sociaal-democratische model is gebouwd op<br />
universele principes en verzekert een hele waaier aan zorgen en diensten voor ouderen en jongeren. Burgers<br />
zijn dus minder afhankelijk van de familie dan in de meer rond familie gecentreerde conservatie regimes. In<br />
het conservatieve model worden sociale rechten verbonden aan tewerkstelling, in tegenstelling <strong>tot</strong> de sociaaldemocratische<br />
regimes waar ze verbonden zijn aan burgerschap. Het conservatieve model voorziet in gulle<br />
publieke transfers, zoals pensioenen, maar weinig in sociale diensten. Het liberale model <strong>tot</strong> slot is<br />
individualistisch en marktgeoriënteerd. Hier worden publieke transfers en sociale diensten alleen gegeven aan<br />
de hele behoeftigen (Hagestad e.a., 2007). Veel andere wetenschappers hebben het model van Esping-<br />
Andersen verder opgedeeld en aangevuld. Biggart en Andreas (2006) schenken aandacht aan de<br />
aanvullingen van Gallie en Paugam. Die hebben een verdere opdeling gemaakt van het conservatie model in<br />
een ‘tewerkstellingscentraal’ model, voorbeelden zijn Duitsland, Nederland en Frankrijk en een ‘subbeschermend<br />
model’, voorbeelden zijn Italië, Spanje en Portugal. Aangezien België het nauwst aansluit bij de<br />
Noord-Europese landen wordt hier dieper ingegaan op het ‘tewerkstellingscentraal model’. In deze landen<br />
wordt het secundaire onderwijs georganiseerd op een selectieve basis dat jongeren toeleidt naar<br />
beroepscarrières in verschillende segmenten. Jeugd wordt hier voornamelijk gezien in het kader van de<br />
toewijzing en socialisering van jonge mensen in sociale en arbeidsmarktposities. Jongerenwerkloosheid wordt<br />
dan ook gezien als een onderbreking in het socialisatieproces, te wijten aan tekorten in opleiding of sociale<br />
vaardigheden. In dit regime kunnen yo-yo-transities gezien worden als jongeren die moeten navigeren tussen<br />
de sterke eisen en implicaties van de standaardtrajecten en de opbouw van een individuele carrière. Het is<br />
een verenigingsproces dat ze individueel moeten nastreven tegen de normatieve macht van institutionele<br />
assumpties. Welke vormen van ondersteuning staan in dit soort regime nu ter beschikking voor jongeren? In<br />
landen als Duitsland is een grote mate van stigmatisering verbonden aan het vragen voor sociale bijstand. De<br />
aard van het systeem verzekert dat jonge mensen zeer toegewijd zijn aan de normale biografie gebaseerd op<br />
vast werk. Jongeren zijn dus bereid om hun verwachtingen te matigen om zeker te vermijden dat ze in<br />
werkloosheid zouden terechtkomen. Biggart en Andreas (2006) verwijzen hierbij naar het begrip ‘cooling out’,<br />
wat verwijst naar de processen van transitiesystemen die leiden <strong>tot</strong> een aanpassing van de individuele<br />
verwachtingen aan de structuur van de arbeidsmarkt. ‘Cooling out’-mechanismen kunnen op verschillende<br />
manieren voorkomen. Ze kunnen geïnstitutionaliseerd worden, toegepast door professionele ‘gate-keepers’, in<br />
overeenstemming met objectieve criteria en procedures, ze kunnen het resultaat zijn van mogelijkheden en<br />
kansen op de lokale arbeidsmarkt of ze kunnen vermeden worden door een beroep te doen op steun van de<br />
familie in afwachting dat er een baan vrijkomt die beantwoordt aan de eigen verwachtingen. Onafhankelijkheid<br />
wordt in dit soort regimes pas verwacht van jongeren na het beëindigen van de studies of opleiding. Families<br />
moeten dus voorzien in financiële ondersteuning om onvoldoende uitkeringen of onderwijstoelagen te<br />
compenseren. Families zijn best bereid om een verlengde periode van afhankelijkheid te ondersteunen om zo<br />
te voorkomen dat jongeren in lagere beroepen moeten stappen, maar de sterke oriëntatie naar de normale<br />
biografie in dit soort regimes maakt dat dit toch beschouwd wordt als persoonlijk falen.<br />
2.3.2 Het verhaal van de toenemende onzekerheid<br />
Bovenstaande veranderingen leiden <strong>tot</strong> een groeiend belang van het schrijven van een eigen biografie die<br />
sterk afwijkt van de vroegere lineaire levenspaden (Leccardi, 2006). De veranderingen in het verloop van de<br />
transities in het leven van jongeren houdt een individualiseringstendens in waarbij jonge mensen een grotere<br />
persoonlijke verantwoordelijkheid dragen voor hun opleidings –en carrièrebeslissingen. Ze moeten meer<br />
keuzes maken en ze worden meer aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van die beslissingen (Biggart,<br />
Andreas 2006). In dit verband wordt door de auteurs verwezen naar Beck. Beck (1992) maakt gebruik van de<br />
term ‘keuzebiografie’. Er wordt verwacht dat mensen hun eigen biografie schrijven, niet terugblikkend aan het<br />
eind van het leven, maar tijdens het leven zelf. Mørch en Anderson (2006) introduceren hier het begrip<br />
‘gefragmenteerde contexten’. Dit zorgt er volgens hem voor dat de wegen die de mensen afleggen een soort<br />
van keuzebiografie wordt in de zin dat ze kunnen kiezen tussen verschillende contexten en contextuele eisen.<br />
De individuen zelf moeten deze verschillende contexten combineren en managen in hun eigen leven. Ze<br />
moeten een persoonlijke weg afleggen. Sociale integratie staat nu niet meer voor één hoofdweg die afgelegd<br />
<strong>Van</strong> 7 <strong>tot</strong> <strong>107</strong> 29