22.08.2013 Views

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

V Van n 7 t tot 1 107 - Artesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

moet worden, maar verschillende routes of paden kunnen bestaan naast en tussen verschillende,<br />

gefragmenteerde contexten. De grootste uitdaging voor jongeren is dus niet louter het participeren aan de<br />

samenleving, maar wel de keuze waar ze zich voor zullen inzetten en met welke reden. Het individu is<br />

verantwoordelijk om zijn eigen weg te maken, en ze moeten dus goed weten hoe ze met dingen moeten<br />

omgaan, hoe ze keuzes kunnen maken, hoe ze competent kunnen worden in het leven. De tweede grootste<br />

uitdaging voor jongeren lijkt dan ook het opbouwen van competenties om te kunnen bewegen in een meer<br />

open wereld. De moeilijke vraag voor jongeren nu is om te beslissen welke activiteiten en competenties<br />

belangrijk zijn in het jeugdleven voor hun toekomstige beroepscarrières. De grote uitdaging in de<br />

gefragmenteerde contexten van het jeugdleven is aan de ene kant het manoeuvreren tussen die verschillende<br />

contexten en eisen, aan de andere kant blijken het wel de eisen te zijn die aan de basis liggen van iemands<br />

levenspad. Jonge mensen moeten hun eigen structuren maken, gebruik makend van de bestaande<br />

opportuniteiten, eigen structuren ontwikkelen en tegelijkertijd competenties voor hun leven verwerven, zowel<br />

competenties voor het sociale leven in de brede zin als een soort van inzetbaarheid om arbeidskansen te<br />

kunnen grijpen. Deze keuzevrijheid gaat ook gepaard met een toenemende verplichting om te kiezen (Geldof,<br />

1999). Mensen worden geacht meer en meer keuzes te maken in een sociale context die gekenmerkt wordt<br />

een grote onzekerheid. In dit geval wordt soms verwezen naar de term ‘risicobiografie’ (Leccardi, 2006). Bij<br />

het conceptualiseren van risico’s die gepaard gaan met de sociale integratie of sociale uitsluiting van jongeren<br />

binnen de transities, kan er een onderscheid gemaakt worden tussen ‘subjectieve risico’s’ en ‘risico’s binnen<br />

het systeem’. Risico’s binnen het systeem zijn inherent aan bepaalde levenspaden, en bestaan buiten de<br />

individuele perceptie. Ze kunnen bijvoorbeeld gelinkt worden aan kenmerken van de arbeidsmarkt als lokale<br />

opportuniteiten op die arbeidsmarkt of gendergesegmenteerde arbeidsmarkten. Subjectieve risico’s verwijzen<br />

meer naar de individuele percepties van jongeren op de transities en op wat zij beschouwen als sociale<br />

integratie, zeker als het toetreden <strong>tot</strong> de arbeidsmarkt een bijstellen van de verwachtingen inhoudt en het<br />

verliezen van de motivatie (Biggart, Andreas 2006).<br />

Er wordt een groter belang toegeschreven aan de individuele verantwoordelijkheid in het maken van keuzes<br />

en aan het uitwerken van eigen autonome projecten. Jonge mensen leven dus in een sociaal klimaat waarin<br />

het recht en de verwachting om te beslissen wat ze zelf willen gepaard gaat met de moeilijkheid om<br />

referentiepunten te vinden bij de constructie van de eigen biografie. Onzekerheid is dus een essentiële<br />

dimensie van onze tijdsgeest (Leccardi, 2006).<br />

Welk effect heeft dit op de sociale relaties en banden van jongeren in de huidige samenleving? Heeft dit een<br />

invloed op de sociale positie van jongeren? Komen ze los te staan van elkaar en van andere generaties door<br />

het streven naar individuele levenslopen? Voorlopig wijzen de meeste onderzoeken op een behoud van de<br />

sociale cohesie. Dat er een detraditionalisering is geweest van de levensloop, waardoor er meerdere<br />

levenspaden bewandeld kunnen worden, is een feit. Ook is het onderwijs democratischer, wordt autonomie<br />

hoog in het vaandel gedragen en is het keuzeaanbod voor jongeren zeer sterk uitgebreid. Er kunnen echter<br />

twee belangrijke alternatieve visies gegeven worden. Een eerste betreft de algemeenheid van<br />

keuzebiografieën. Niet iedereen heeft de kans op de eigen levensloop uit te bouwen. De kansen zijn<br />

onderhevig aan ongelijkheidsmechanismen. Een ongelijke verdeling van mogelijkheden in de maatschappij<br />

maakt dat de uitbouw van een eigen project slechts voor een bepaalde groep weggelegd is. We zien dat de<br />

onzekerheid en toegenomen verantwoordelijkheid in de maatschappij problematisch wordt voor bepaalde<br />

sociale groepen. Op arbeidsvlak vertaalt zich dat in een werkloosheid van ongeschoolden die niet over de<br />

flexibliteit en het aanpassingsvermogen beschikken waarnaar zo vaak gevraagd wordt (Geldof, 2001; Snel,<br />

Engbersen, 1999). Ook uit onderzoek naar processen van uitsluiting en insluiting van arme gezinnen blijkt dat<br />

mensen die in armoede leven minder kansen hebben om een eigen levensloop op te bouwen (Driessens,<br />

Lauwers, 1998).<br />

Daarnaast, en die kritiek begeeft zich op een fundamenteler niveau, wordt gesteld dat jongeren niet<br />

individueler dan vroeger kunnen ‘kiezen’, maar dat nog steeds onder invloed van het collectieve staan. Ze<br />

worden nu echter gestuurd worden door andere controlemechanismen dan vroeger (Elchardus, Glorieux,<br />

2002). Collectieve identiteiten bepalen namelijk nog steeds heel erg het individuele handelen, meer dan op<br />

<strong>Van</strong> 7 <strong>tot</strong> <strong>107</strong> 30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!