SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>SOA</strong> DIAGNOSTIEK & THERAPIE RICHTLIJNEN <strong>1997</strong><br />
Hoofdstuk 1 (vervolg)<br />
desbetreffende <strong>SOA</strong> en of er ten tijde van dat contact of daarna nog andere partners (contacten) zijn geweest met<br />
risico op besmetting. Vervolgens wordt besproken of men deze bron en eventuele andere contacten zal gaan<br />
waarschuwen en wie dat gaat doen: de index-patiënt zelf (“patient-referral”) of de arts of sociaal-verpleegkundige<br />
voor <strong>SOA</strong>/AIDS (“provider-referral”). Soms zijn de contacten moeilijk te bereiken en spreekt men van opsporing.<br />
Opties voor het beleid:<br />
a. Vaste seksuele partner(s): informatie over de desbetreffende <strong>SOA</strong> (mondeling en/of schriftelijk) via de indexpatiënt<br />
(eventueel met hulp van de sociaal verpleegkundige voor <strong>SOA</strong>/AIDS) en partner(s) epidemiologisch<br />
meebehandelen, bij voorkeur na <strong>SOA</strong>-onderzoek;<br />
b. Losse contacten: waarschuwing van bron en eventuele andere seksuele partner(s) door de index-patiënt met<br />
behulp van een waarschuwingsstrook/contactslip met vermelding van de desbetreffende <strong>SOA</strong>, uitgegeven door<br />
de arts of sociaal-verpleegkundige voor <strong>SOA</strong>/AIDS; daarmee kan de gewaarschuwde persoon zijn/haar eigen<br />
arts informeren en gericht om medische hulp vragen;<br />
c. Waarschuwing of opsporing van de bron en eventuele andere seksuele partner(s) door de sociaal-verpleegkundige<br />
voor <strong>SOA</strong>/AIDS van de GGD (na toestemming van de index-patiënt).<br />
NB Behandeling van seksuele contacten bij voorkeur na <strong>SOA</strong>-onderzoek, zeker als het een vrouw betreft (PID<br />
uitsluiten).<br />
20-21. Counseling ten behoeve van risicoreductie en condoompromotie (zie Tabel 1.2)<br />
- op grond van het risicoprofiel/relatiepatroon (zie checklist punt 7) eerst aandacht voor de achtergrond van het<br />
eventuele risicogedrag en eventuele acties n.a.v. daarvan;<br />
- informatie over veilige vrijtechnieken, asymptomatisch dragerschap, de mogelijkheid van eventuele hepatitis-B<br />
vaccinatie, eventueel <strong>SOA</strong>-onderzoek bij partnerwisseling, anticonceptieadvies;<br />
- condoompromotie: informatie over condoomgebruik (motivatieversterkend: anderen doen het ook), condoomsoorten<br />
en gebruikstechniek.<br />
22. Anticonceptieadvies en <strong>SOA</strong><br />
Aansluitend op de adviezen t.a.v. condoomgebruik (ter preventie van <strong>SOA</strong> bij seksuele contacten buiten een<br />
langerdurende monogame relatie) informatie aangaande de aanbeveling om gelijktijdig orale anticonceptie (OAC)<br />
te gebruiken. Cave risico’s inbrengen IUD zonder voorafgaand <strong>SOA</strong>-onderzoek (PID) bij vrouwen met<br />
risicofactoren voor <strong>SOA</strong>.<br />
23. Het beantwoorden van vragen van de patiënt<br />
De NVDV/NVOG/NVMM <strong>SOA</strong> Diagnostiek & Therapie Richtlijnen <strong>1997</strong> geven richtlijnen voor het handelen<br />
van artsen in de curatieve en preventieve sector. De rol van de arts en de sociaal-verpleegkundige voor <strong>SOA</strong>/AIDS<br />
staat dan ook centraal. Factoren van de kant van de patiënt zullen altijd in sterke mate mede het beleid bepalen,<br />
vooral het preventieve/epidemiologische beleid. De arts stelt waar mogelijk het curatieve en<br />
preventieve/epidemiologische beleid vast in overleg met de patiënt, met inachtneming van de specifieke omstandigheden<br />
en met erkenning en bevordering van de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt, waarbij adequate<br />
voorlichting een voorwaarde is.<br />
24. Vervolgafspraak/nacontrole<br />
Een vervolgafspraak wordt gemaakt:<br />
* om (nogmaals) naar aa<strong>nl</strong>eiding van de inschatting van het risicogedrag (1e C) uitleg te geven over en aandacht<br />
te geven aan de andere 3 C's (zie Tabel 1.1 en checklist punt 13-21):<br />
- contactopsporing/waarschuwing en behandeling<br />
- counseling ten behoeve van risicoreductie<br />
- condoompromotie;<br />
* voor afspraken over welke partners gewaarschuwd zijn of nog moeten worden en door wie;<br />
* voor het meedelen van de diagnose voor zover die nog niet bekend was;<br />
* voor het meedelen van de nagekomen uitslag van eventueel verder laboratoriumonderzoek, zoals syfilis- en<br />
hepatitis-B-serologie en HIV-serologie;<br />
* voor het bespreken van het verdere beleid t.a.v. van (preventie van) eventuele hepatitis-B problematiek<br />
(verwijzing internist, vaccinatie, hygiënische maatregelen);<br />
* voor het herhalen van de syfilisserologie bij verdenking op syfilis;<br />
- 8 -