SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>SOA</strong> DIAGNOSTIEK & THERAPIE RICHTLIJNEN <strong>1997</strong><br />
15 Humaan immunodeficiëntie virus (HIV) infectie: testbeleid<br />
15.1 Algemene i<strong>nl</strong>eiding: <strong>SOA</strong>-bestrijding en risico HIV-transmissie<br />
Er zijn aanwijzingen dat HIV transmissie wordt bevorderd door <strong>SOA</strong>, zowel bij mannen als bij vrouwen. Infecties<br />
van de tractus urogenitalis, zoals <strong>SOA</strong>, lijken geassocieerd te zijn met de aanwezigheid van HIV en met een<br />
toename van de hoeveelheid virus in semen en mogelijk ook in cervico-vaginaal secreet. Bestrijding van <strong>SOA</strong> lijkt<br />
dus het risico op HIV transmissie te kunnen verkleinen.<br />
15.2 Indicaties voor HIV-test op <strong>SOA</strong>-spreekuur:<br />
a. verdenking op acute (primaire) infectie (seroconversiesyndroom);<br />
b. verdenking op symptomatische HIV-infectie;<br />
c. verdenking op HIV-besmetting bij zwangerschap of fertiliteitsbehandeling (IVF);<br />
d. verzoek patiënt/cliënt: b.v. kinderwens, nieuwe relatie, risicocontact (van patiënt/cliënt zelf en/of partner),<br />
gewaarschuwd zijn, verkrachting, incest, sexueel geweld, prikaccident, seropositieve partner, als voorwaarde<br />
voor werk in seksclub, nieuwe baan, afsluiten hypotheek, etc.;<br />
e. na vaststelling van een <strong>SOA</strong>, het risico op een HIV-infectie noemen;<br />
f. onvoldoende reactie op therapie voor een andere <strong>SOA</strong>;<br />
g. aanwezigheid van een ongewone vorm van een <strong>SOA</strong>-besmetting (b.v. chronisch herpes simplex ulcus, herpes<br />
simplex disseminata);<br />
h. geschiedenis van (intraveneuze) drugverslaving;<br />
i. patiënt/cliënt uit endemisch HIV/AIDS-gebied, die voor <strong>SOA</strong>-onderzoek komt;<br />
j. geschiedenis van onbeschermde risicocontacten.<br />
Advies Gezondheidsraad met betrekking tot zwangere vrouwen:<br />
Bij zwangeren uit risicogroepen moet het risico van een HIV-infectie actief ter sprake worden gebracht, inclusief<br />
de mogelijkheid van preventie van transmissie van HIV naar het kind door antivirale therapie.<br />
NB Andere testplaatsmogelijkheden noemen, zoals bij huisarts of elders, afhankelijk van de specifieke<br />
problematiek.<br />
15.3 HIV-laboratoriumtest procedure:<br />
- Beschikbare screeningstest op HIV-infectie: test op specifieke anti-HIV-anti-lichamen (ELISA-test).<br />
- Indien deze test positief is, wordt met hetzelfde bloedmonster een bevestigingsprocedure uitgevoerd, waarbij<br />
gebruik wordt gemaakt van de immunoblottechniek, die antilichamen tegen individuele HIV-antigenen kan<br />
aantonen. Daarmee is ook differentiatie tussen HIV-1 en HIV-2 antilichamen mogelijk. Daaraan voorafgaand<br />
bevat de bevestigingsprocedure in eerste instantie het herhalen van de screeningstest op het eerst verkregen<br />
bloedmonster, veelal met twee verschillende ELISA-testen.<br />
- Als de bevestigingsprocedure een dubieuse of positieve uitslag geeft, wordt een tweede bloedmonster gevraagd<br />
om verwisseling van buizen uit te sluiten. Ook bij een negatieve uitslag en sterke verdenking op een HIVinfectie<br />
dient men een tweede bloedmonster te vragen.<br />
NB Vraag de test zo mogelijk minimaal 6 maanden na het laatste risico-contact aan of herhaal de test 6 maanden<br />
na dat contact (cave windowphase, een sero-negatieve fase). Soms is het noodzakelijk een uitgangswaarde te<br />
hebben (b.v. na prikaccident of na een verkrachting).<br />
Addenda ad 15.3:<br />
- Het HIV-p24 antigeen kan doorgaans enige tijd (variërend van enkele dagen tot weken) worden aangetoond<br />
gedurende de primaire HIV-infectie. Dus als de verdenking daarop bestaat en de HIV-antistoffentest is (nog)<br />
negatief, kan soms een antigeen bepaling de infectie aantonen.<br />
- Ook bij een symptomatische primaire infectie, waarbij seroconversie in het algemeen binnen weken plaats<br />
vindt, is een windowfase, waarin HIV-antistoffen noch HIV-antigeen kunnen worden aangetoond, mogelijk.<br />
- In plaats van een HIV-antigeen bepaling kan men ook de moderne PCR techniek toepassen om viraal RNA in<br />
het bloed aan te tonen. Deze test is veel gevoeliger en kan ook als parameter (“viral load”) bij de therapie<br />
gebruikt worden. Een positieve PCR-uitslag moet altijd nader worden geëvalueerd, omdat fout-positieve<br />
uitslagen kunnen voorkomen. Ook fout-negatieve uitslagen kunnen voorkomen.<br />
- 49 -