SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>SOA</strong> DIAGNOSTIEK & THERAPIE RICHTLIJNEN <strong>1997</strong><br />
9.5 Neurosyfilis<br />
9.5.1 I<strong>nl</strong>eiding (beloop van de invasie van het centrale zenuwstelsel met T. pallidum):<br />
In het kader van een treponemabacteriëmie treedt frequent een asymptomatische ontstekingsreaktie op, die ook<br />
zonder behandeling meestal van voorbijgaande aard is. In sommige gevallen echter krijgt deze meningeale<br />
perivasculitis een chronisch karakter en treedt een treponemale antilichaamreaktie op binnen het centrale<br />
zenuwstelsel. Er is dan sprake van neurosyfilis. Deze kan al dan niet symptomatisch zijn. In 7-9% van de<br />
gevallen gaat syfilis, indien onbehandeld, over in een symptomatische neurosyfilis (zie literatuur). In eerste<br />
instantie is dan sprake van een meningovasculitis, in een later stadium van een parenchymateuse ontsteking<br />
met tabes dorsalis of dementia paralytica als uiting.<br />
Bij meningovasculaire symptomatische neurosyfilis zal men bij lumbaalpunctie in de liquor cerebrospinalis<br />
een verhoogd aantal mononucleaire cellen vinden, bij parenchymateuse neurosyfilis zal dat niet altijd het geval<br />
zijn.<br />
9.5.2 Klinische diagnostiek van neurosyfilis:<br />
Bij de diagnostiek van neurosyfilis zijn anamnese, lichamelijk onderzoek, serologisch onderzoek en bevindingen<br />
bij liquoronderzoek van essentieel belang (zie 9.6: Indicaties voor liquoronderzoek). Op grond van de<br />
kliniek alléén is geen zeker onderscheid te maken tussen asymptomatische neurosyfilis en latente syfilis. Aspecifieke<br />
neurologische verschijnselen zoals hoofdpijn en concentratiestoornissen kunnen voorkomen in het<br />
kader van neurosyfilis, maar daarnaast kunnen ook aandoeningen van de N. opticus, N. acousticus of N.<br />
facialis voorkomen als uiting.<br />
9.5.3 Neurosyfilis diagnostiek bij HIV-geïnfecteerden:<br />
Meningitisachtige beelden, meningovasculaire symptomen en liquorafwijkingen (verhoogd aantal<br />
mononucleairen, totaal eiwit en immuunglobuline indexen en door transsudatie zelfs positieve treponemale<br />
testen, naast mogelijk zelfs een fout-positieve FTA-abs. test) hoeven bij HIV-geïnfecteerde patiënten met<br />
positieve luesserologie niet persé op neurosyfilis te wijzen, maar kunnen voorkomen in het kader van de HIVinfectie<br />
zèlf. Bij dergelijke patienten kan het moeilijk zijn neurosyfilis met zekerheid aan te tonen of uit te<br />
sluiten. Zie 9.5.4.<br />
9.5.4 Laboratoriumonderzoek voor neurosyfilis diagnostiek<br />
9.5.4.1 Serumbepalingen:<br />
TPHA kwantitatief, FTA-abs kwalitatief, VDRL kwantitatief, IgG-gehalte, IgM-gehalte en albuminegehalte.<br />
9.5.4.2 Liquorbepalingen:<br />
TPHA kwantitatief, FTA-abs. test kwalitatief, VDRL test kwantitatief, IgG-gehalte, IgM-gehalte, totaal eiwit,<br />
albuminegehalte, aantal mononucleaire cellen.<br />
9.5.4.3 Extra parameters in de liquor cerebrospinalis:<br />
IgG-index, IgM-index, eventueel albumine ratio.* De TPHA-index heeft slechts beperkte waarde (zie<br />
literatuur). Er is nog onvoldoende bekend aangaande de waarde van de polymerase-kettingreactie.<br />
IgG-index (maat voor intrathecale IgG synthese):<br />
IgG-gehalte (mg/l) liquor : albuminegehalte (mg/l) liquor<br />
IgG-gehalte (mg/l) serum albuminegehalte (mg/l) serum<br />
* De IgG-index daalt na adequate therapie, maar kan gestoord blijven, net als TPHA-index en albumine ratio.<br />
VDRL test, IgM-index en aantal cellen horen negatief te worden of te normaliseren binnen 1-2 jaar.<br />
- 36 -