SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
SOA consensus 1997 - Huidziekten.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>SOA</strong> DIAGNOSTIEK & THERAPIE RICHTLIJNEN <strong>1997</strong><br />
15 Humaan immunodeficiëntie virus (HIV) infectie: testbeleid (vervolg)<br />
- Geef uitleg over de wenselijkheid van multidisciplinaire opvang (internist, aids-consulent) vanwege de<br />
complexiteit van een HIV-infectie, de complicaties en de medische en psychosociale consequenties.<br />
- Geef de patiënt in overweging nadere informatie te verkrijgen omtrent eventuele antiretrovirale behandelingen;<br />
benadruk voorts dat profylactische antibiotische behandeling aangewezen is vanaf een bepaalde graad van<br />
immuunstoornis (aantal CD4-positieve lymfocyten < 200/mm 3 ); maak de patiënt duidelijk dat hij voor al deze<br />
informatie het best met zijn huisarts kan overleggen indien deze ervaring heeft met HIV-infecties, maar anders<br />
bij voorkeur met één der internisten uit de zogenaamde centrumziekenhuizen voor AIDS-zorg.<br />
- Vraag na, welke psycho-sociale opvang de patiënt van zijn omgeving krijgt (partner(s), familie, vrienden).<br />
- Bespreek aan welke partner(s) de uitslag meegedeeld wordt en overleg of er seksuele contacten (uit het<br />
verleden) en eventuele huidige sexuele partner(s) door de cliënt ingelicht moeten worden en zo ja, welke<br />
ondersteuning hierbij geboden kan worden.<br />
- Bespreek (opnieuw) de mogelijkheden van veilige sex.<br />
- Maak op korte termijn een afspraak voor een vervolggesprek.<br />
- Geeft tenslotte schriftelijke informatie mee over de HIV-vereniging Nederland en/of een plaatselijke afdeling<br />
ervan en over andere relevante instanties.<br />
15.5.2 Extra aandachtspunten bij HIV-seropositieve vrouwen:<br />
- Bespreek de gewenstheid van OAC ter voorkoming van zwangerschap naast de eventuele preventie van HIVtransmissie<br />
d.m.v. condooms.<br />
- Bespreek de noodzaak van een gynaecologisch onderzoek c.q. controle(protocol).<br />
- Verwijs eventueel hiervoor naar een gynaecoloog.<br />
- Bespreek de situatie van zwangerschap bij HIV-seropositiviteit en welke risico's er zijn voor het kind en de<br />
noodzaak van antiretrovirale therapie om besmetting van het kind te voorkomen.<br />
- Bespreek ingeval van reeds bestaande zwangerschap wat HIV-seropositiviteit voor gevolgen kan hebben t.a.v.<br />
het verdere verloop van de zwangerschap, de bevalling en het wel of niet besmet zijn van het kind en bespreek<br />
maatregelen ter preventie van transmissie.<br />
- Geef extra informatie mee over vrouwen en <strong>SOA</strong>/AIDS en over de 'sektie seropositieve vrouwen' van de HIVvereniging<br />
Nederland.<br />
15.6 HIV-infectie / WHO-classificatie<br />
Het gaat hierbij om een matrix waarbij een patiënt op twee manieren geklassificeerd wordt: met de letters A, B en<br />
C wordt het klinische stadium aangegeven en met de cijfers 1, 2 en 3 het aantal CD4-positieve lymfocyten in het<br />
perifere bloed.<br />
CD4-cellen Asymptomatisch,<br />
primaire HIV-infectie<br />
≥ 500/mm 3<br />
200-499/mm 3<br />
< 200/mm 3<br />
- 51 -<br />
"Minor" opportunistische<br />
infecties<br />
"AIDS-defining" infecties<br />
en maligniteiten<br />
A1 B1 C1<br />
A2 B2 C2<br />
A3 B3 C3<br />
In Europa, Afrika en Azië geldt dat een patiënt in de categorie C1, C2 of C3 de diagnose AIDS heeft. In de VS<br />
wordt daaraan nog toegevoegd: categorie A3 en B3. In de VS wordt de diagnose AIDS dus niet alleen op de<br />
klinische verschijnselen gesteld, maar ook op een laboratorium gegeven als een laag aantal CD4 cellen.