Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Formeel-preventief.<br />
Een formeel-preventief type interventie is geschikt <strong>voor</strong> buurten die gekenmerkt<br />
worden door <strong>een</strong> relatief lage mate <strong>van</strong> collectieve weerbaarheid maar <strong>een</strong> relatief<br />
hoge mate <strong>van</strong> subjectieve veiligheid. Onder deze omstandigheden ervaren bewoners<br />
weinig of g<strong>een</strong> dreiging <strong>van</strong> criminaliteit of overlast, maar omdat er amper sprake is<br />
<strong>van</strong> onderling vertrouwen (en vertrouwen in instellingen) en gedeelde verwachtingen,<br />
kan niet <strong>van</strong> bewoners worden verwacht dat zij eventuele problemen onderling<br />
oplossen. Onder deze omstandigheden is het daarom nodig dat instellingen<br />
interveniëren om te <strong>voor</strong>komen dat criminaliteit en overlast <strong>een</strong> niveau bereiken<br />
waarbij bewoners zichzelf niet meer in staat achten en bereid verklaren om <strong>voor</strong>vallen<br />
het hoofd te bieden.<br />
Conclusie: <strong>een</strong> programma <strong>van</strong> interventies<br />
Investeren in duurzame veiligheid werkt niet wanneer <strong>een</strong> waaier <strong>van</strong> interventies<br />
over <strong>een</strong> aandachts<strong>wijk</strong> wordt gelegd, waarbij <strong>een</strong> groot aantal interventies gelijktijdig<br />
wordt uitgevoerd. Investeren in duurzame veiligheid vereist dat <strong>een</strong> programma <strong>van</strong><br />
interventies moet worden ontwikkeld: <strong>een</strong> programma met aandacht <strong>voor</strong> de<br />
samenhang tussen deze interventies en de volgorde waarin zij worden uitgevoerd. De<br />
gedachte is dat <strong>een</strong> effectieve aanpak <strong>van</strong> criminaliteit en overlast wordt gekenmerkt<br />
door <strong>een</strong> programma <strong>van</strong> interventies dat is afgestemd op twee condities: de mate <strong>van</strong><br />
collectieve weerbaarheid en de mate <strong>van</strong> subjectieve veiligheid.<br />
Figuur 4.6 geeft aan welk type interventie onder bepaalde condities als eerste<br />
zal moeten worden uitgevoerd. In buurten met <strong>een</strong> relatief ongunstige uitgangspositie<br />
zullen meer, en meer verschillende typen, interventies nodig zijn dan in buurten met<br />
<strong>een</strong> gunstiger uitgangspositie. Omdat de interventies gericht zijn op het verbeteren<br />
<strong>van</strong> deze condities kan het programma <strong>van</strong> interventies gezien worden als <strong>een</strong><br />
op<strong>een</strong>volging <strong>van</strong> interventies die inspeelt op de verandering in maatschappelijke<br />
condities die ze teweegbrengen.<br />
Het is duidelijk dat de samenhang tussen interventies en de volgorde waarin<br />
zij worden uitgevoerd <strong>een</strong> logica heeft die niet straffeloos kan worden genegeerd.<br />
Voordat <strong>een</strong> volgende interventie kan worden uitgevoerd, zal aan bepaalde<br />
noodzakelijke <strong>voor</strong>waarden moeten worden voldaan. Maar wat de meest geschikte<br />
volgorde en samenhang is, is <strong>een</strong> empirische vraag die in het derde onderzoeksjaar<br />
verder wordt onderzocht. Als er bij<strong>voor</strong>beeld in buurt B met positieve resultaten <strong>een</strong><br />
formeel-repressief type interventie is uitgevoerd, is het de vraag op welke manier de<br />
buurt zich gaat ‘bewegen’ in het schema en welk(e) type(n) interventie(s) vervolgens<br />
geschikt zijn <strong>voor</strong> de veranderde maatschappelijke condities.<br />
Dit hoofdstuk beschrijft <strong>een</strong> ex-ante evaluatie waarin veronderstellingen<br />
worden blootgelegd die achter interventies schuilgaan en waarin deze<br />
veronderstellingen worden afgezet tegen bestaande wetenschappelijke bevindingen en<br />
inzichten. De Arnhemse veiligheidsinterventies staan in figuur 4.5 geclassificeerd als<br />
typen <strong>van</strong> interventies. In figuur 4.5 worden twee maatschappelijke condities<br />
onderscheiden waarop de typen interventies moeten zijn afgestemd. Figuur 4.6 maakt<br />
vervolgens inzichtelijk welk type interventie de beste kans <strong>van</strong> slagen heeft onder<br />
bepaalde condities. Het is <strong>een</strong> eerste aanzet om te kunnen bepalen welke interventie<br />
zou kunnen werken, onder welke condities en waarom.<br />
64<br />
I n t e r v e n t i e s v o o r e e n l e e f b a r e w i j k