Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hoge opleiding en <strong>een</strong> iets minder hoog inkomen in vergelijking met kosmopolitische<br />
ouderen.<br />
Naast deze algemene oriëntatieverschillen is er bij ouderen sprake <strong>van</strong> verschillen<br />
in de mate waarin men in staat is, of waarin men zich in staat voelt, om activiteiten te<br />
ontplooien. Puylaert (2001) maakt <strong>een</strong> onderscheid binnen de grote groep ouderen<br />
met behulp <strong>van</strong> de variabelen tijd, geld en gezondheid. Met behulp <strong>van</strong> deze<br />
variabelen, die volgens hem bepalend zijn <strong>voor</strong> het ruimtelijk gedrag en de<br />
locatie<strong>voor</strong>keuren <strong>van</strong> ouderen, komt hij tot vier groepen:<br />
- Actief, alles kan: ouderen die nog met beide benen in het maatschappelijke leven<br />
staan en daarin ook g<strong>een</strong> beperkingen ondervinden door tijd of geld.<br />
- Actief, met beperkingen: ouderen die even<strong>een</strong>s nog met beide benen in het<br />
maatschappelijke leven staan, maar wel worden beperkt door financiële middelen<br />
of tijd.<br />
- Hulpbehoevend, alles kan: de gezondheid <strong>van</strong> deze ouderen zorgt <strong>voor</strong><br />
beperkingen op het gebied <strong>van</strong> bewegingsvrijheid. De beperking <strong>van</strong> de<br />
bewegingsvrijheid bepaalt in sterke mate het activiteitenpatroon.<br />
- Hulpbehoevend, met beperkingen: naast beperkingen door gezondheidsproblemen,<br />
zijn ook geld en tijd beperkende factoren.<br />
Met behulp <strong>van</strong> deze indeling komt Puylaert tot <strong>een</strong> schema waarin <strong>voor</strong> elke groep is<br />
aangegeven hoe de kwalitatieve vraag zich zal ontwikkelen <strong>voor</strong> de onderwerpen<br />
woning en woonomgeving, mobiliteit, ontspanning en <strong>voor</strong>zieningen. Voor de<br />
allochtone ouderen komt hier nog <strong>een</strong> aspect bij: in de discussie over concentratie en<br />
segregatie verdienen de praktische <strong>voor</strong>delen <strong>van</strong> de nabijheid <strong>van</strong> familieleden<br />
aandacht (zorg <strong>voor</strong> ouders, maar ook kinderoppas). Het debat over ruimtelijke<br />
concentratie wordt momenteel nogal gefixeerd op de (wil of verm<strong>een</strong>de onwil tot)<br />
sociaal-culturele integratie <strong>van</strong> deze groepen (Kullberg, 2005, p. 36).<br />
Uit bovenstaande typologieën komen de volgende factoren <strong>naar</strong> voren die <strong>voor</strong><br />
ouderenparticipatie <strong>van</strong> belang zijn. In de eerste plaats is de tijd waarin men is<br />
opgegroeid en zich heeft ontwikkeld in grote mate bepalend <strong>voor</strong> het gedrag op latere<br />
leeftijd. De normen en waarden die in <strong>een</strong> (werkzaam) leven zijn gekoesterd, blijken<br />
ook na de werkfase door te werken, en deze geven oudere mensen zekerheden en <strong>een</strong><br />
basis <strong>voor</strong> hun gedrag <strong>naar</strong> buiten toe. In de tweede plaats zien we dat vrijheid en het<br />
hebben <strong>van</strong> mogelijkheden om zelf keuzes te maken <strong>een</strong> belangrijke rol spelen. De<br />
derde factor gaat over de houding <strong>van</strong> ouderen ten opzichte <strong>van</strong> de wereld om zich<br />
h<strong>een</strong>. Meestal spelen partner, kinderen, familie en vrienden hierin de belangrijkste rol.<br />
De positie die men daarin inneemt en de waarde die men hier zelf aan toekent zijn<br />
zeer bepalend <strong>voor</strong> eigen gedrag.<br />
Dit brengt ons tot <strong>een</strong> indicatie <strong>van</strong> de rol die ouderen in de <strong>wijk</strong> willen en kunnen<br />
spelen en de betekenis die ze kunnen hebben <strong>voor</strong> de <strong>wijk</strong>. Een grove indeling kan<br />
worden gemaakt tussen ouderen die actief zijn op kleinschaliger of zelfs individueel<br />
niveau en daarbij <strong>een</strong> bijdrage leveren aan de vorming <strong>van</strong> sociaal kapitaal, en<br />
(formeel) participerende ouderen die op <strong>wijk</strong>niveau bezig zijn en <strong>een</strong> belangrijke rol<br />
in het buurt/<strong>wijk</strong>netwerk spelen.<br />
90<br />
I n t e r v e n t i e s v o o r e e n l e e f b a r e w i j k