Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
Interventies voor een leefbare wijk: van theorie naar - Instituut ISW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
meer plaats <strong>voor</strong> sociale interventies en projecten om sociale relaties tussen bewoners<br />
te verbeteren en individuele sociaaleconomische problematiek op te lossen.<br />
De integrale benadering wordt door beleidsmakers vaak gezien als het<br />
antwoord op de problemen in ontwikkelings<strong>wijk</strong>en en krijgt vaak vorm in zogenaamd<br />
gebiedsgericht beleid. Als gevolg <strong>van</strong> de ruimtelijke structuur <strong>van</strong> de woningmarkt<br />
komen sociale en economische problemen vaak geclusterd <strong>voor</strong> (zie bij<strong>voor</strong>beeld<br />
Deurloo et al., 1997; Forrest, 2004). Het doel <strong>van</strong> gebiedsgericht beleid is het<br />
verbeteren <strong>van</strong> het niveau <strong>van</strong> leefbaarheid en (sociale) veiligheid in die buurten<br />
en/of <strong>wijk</strong>en waar deze geclusterde problemen zich <strong>voor</strong>doen. Zoals we boven al<br />
hebben betoogd mogen dergelijke buurten weliswaar fysiek gezien de vindplaats zijn,<br />
ze zijn echter niet de oorzaak <strong>van</strong> de problemen. Deze oorzaken zitten vastgeplakt<br />
aan het vermogen <strong>van</strong> bewoners om eigen en buurtproblemen op te lossen binnen de<br />
wettelijke kaders en de heersende waarden en normen.<br />
Wanneer we over gebiedsgericht beleid praten, hebben we ten minste drie<br />
spanningsvelden: het maatschappijniveau, het interventieniveau en het<br />
organisatieniveau (zie figuur 5.1). Het maatschappijniveau is het niveau waar<br />
maatschappelijke problemen ontstaan, zich ontwikkelen en daadwerkelijk gevoeld<br />
worden door bewoners. Het interventieniveau is het niveau waar professionele<br />
organisaties met <strong>een</strong> maatschappelijke doelstelling <strong>van</strong>uit hun institutionele omgeving<br />
neerdalen <strong>naar</strong> ‘de echte wereld’ om maatschappelijke problemen op te lossen. Het<br />
organisatieniveau is het niveau waar organisaties geacht worden samen te werken en<br />
het juiste beleid te maken. In dit hoofdstuk maken we <strong>een</strong> onderscheid tussen<br />
participatie <strong>van</strong> bewoners in sociale interventies (interventieniveau) en participatie<br />
<strong>van</strong> bewoners in beleidsvorming (organisatieniveau).<br />
Participatie in sociale interventies<br />
Bewoners hebben te maken met de eigen buurt maar ook met de rest <strong>van</strong> de<br />
samenleving. Het is <strong>voor</strong> de leefbaarheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> buurt belangrijk dat bewoners<br />
relaties binnen de buurt hebben en zich verbonden voelen met hun buurt. Dit<br />
buurtgebonden sociaal kapitaal is <strong>een</strong> belangrijke component <strong>voor</strong> het creëren <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> plezierige woonomgeving. Bewoners die sociale controle uitoefenen en zorg<br />
dragen <strong>voor</strong> hun fysieke en sociale woonomgeving zorgen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> comfortabele<br />
buurt om te leven (zie bij<strong>voor</strong>beeld Morenoff et al., 2001; Nolan et al., 2004;<br />
Sampson et al., 1997). Om <strong>een</strong> cohesieve samenleving te creëren/continueren en om<br />
de buurt in kwestie binnen doorsnee samenleving te houden/krijgen, zijn daarnaast<br />
buurtoverstijgende banden – buurtoverstijgend sociaal kapitaal – nodig. Naast deze<br />
vormen <strong>van</strong> kapitaal heeft <strong>een</strong> buurt ook sterke individuen nodig. Individuele<br />
buurtbewoners bezitten economisch en cultureel kapitaal. Economisch kapitaal –<br />
zoals geld en bezittingen – is (in <strong>een</strong> kapitalistische samenleving) nodig <strong>voor</strong> het<br />
kunnen aangaan <strong>van</strong> socialisatieprocessen binnen en buiten de buurt. Voor het<br />
aangaan <strong>van</strong> deze socialisatieprocessen is ook cultureel kapitaal nodig. Bij cultureel<br />
kapitaal gaat het om <strong>een</strong> specifieke levenswijze <strong>van</strong> het individu: vormen <strong>van</strong> kennis<br />
welke het individu <strong>een</strong> bepaalde ‘status’ in de samenleving geeft, zoals houdingen,<br />
gedragingen, vaardigheden en opleidingsniveau (Bourdieu, 1984; 1986; 1990).<br />
Het uitgangspunt <strong>van</strong> dit hoofdstuk is dat bewoners kunnen participeren in<br />
sociale interventies die zich richten op individuen, gezinnen en buurtgebonden dan<br />
wel buurtoverstijgende sociale relaties. In paragraaf 5.3.1 wordt het<br />
classificatieschema beschreven waarbij het al dan niet participeren <strong>van</strong> bewoners in<br />
67<br />
I n t e r v e n t i e s v o o r e e n l e e f b a r e w i j k