15.09.2013 Views

Israël in Openbaring door Hendrik Rijk van de Kamp

Israël in Openbaring door Hendrik Rijk van de Kamp

Israël in Openbaring door Hendrik Rijk van de Kamp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

"Aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> profeet Hosea weten wij we<strong>in</strong>ig meer te zeggen, dan dat hij was een<br />

profeet <strong>de</strong>s Heeren, en een tijdgenoot <strong>van</strong> Jesaja en Micha, hetwelk uit <strong>de</strong> eerste verzen<br />

<strong>de</strong>r eerste hoofdstukken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze 3 profeten te zien is. Voorts was onze profeet<br />

een zoon <strong>van</strong> Beëri; maar uit welk geslacht of stam is ons onbekend. In zijn boek v<strong>in</strong>d<br />

ik vele zaken zo hoog en diep, dat mijn verstand er geensz<strong>in</strong>s bij reiken kan. Dit alles<br />

daar laten<strong>de</strong>, wensen wij ons alleen bij onze tekst te bepalen, waar<strong>in</strong> wij v<strong>in</strong><strong>de</strong>n:<br />

A. Vooreerst, een bedreig<strong>in</strong>g aan <strong>Israël</strong>s volk <strong>in</strong> het vier<strong>de</strong> vers;<br />

B. Een belofte <strong>van</strong> hun beker<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vijf<strong>de</strong> vers.<br />

A. In het vier<strong>de</strong> vers wor<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>Israël</strong>s<br />

gezegd:<br />

Ten eerste. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>Israël</strong>s, of <strong>de</strong> nakomel<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> Jacob, of het Joodse<br />

volk, zou<strong>de</strong>n vele dagen of een zeer lange tijd blijven zitten zon<strong>de</strong>r kon<strong>in</strong>g; en<br />

dus zou<strong>de</strong>n zij geen vrij en onafhankelijk volk meer zijn, hetwelk <strong>door</strong> hun eigen<br />

kon<strong>in</strong>gen geregeerd werd, maar zij zou<strong>de</strong>n verstrooid wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> gehele<br />

wereld en moeten buigen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re kon<strong>in</strong>gen.<br />

Ten twee<strong>de</strong>. Zij zou<strong>de</strong>n ook blijven zitten zon<strong>de</strong>r vorst. Vorsten zijn lagere<br />

overhe<strong>de</strong>n, gelijk wij zo lezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Juda en zijn vorsten, Jer. 34:21.<br />

Het zijn dus zulken, die wij <strong>in</strong> onze dagen zou<strong>de</strong>n noemen, pr<strong>in</strong>sen, hertogen,<br />

graven, heren of staten. Nu, zij zou<strong>de</strong>n zodanig on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren raken<br />

en verstrooid wor<strong>de</strong>n, dat zij niet alleen geen eigen kon<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n, maar ook<br />

geen vorsten of lagere reger<strong>in</strong>gen.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Er wordt ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hen gezegd, dat zij ook zou<strong>de</strong>n blijven zitten<br />

zon<strong>de</strong>r offer. Het offeren was oudtijds on<strong>de</strong>r <strong>Israël</strong> het voornaamste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> hun<br />

godsdienst en zag op Christus, Die eenmaal als het ware slachtoffer is opgeofferd<br />

voor <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> <strong>van</strong> Zijn volk. Waarom <strong>de</strong> apostel ook zegt, dat Hij eenmaal<br />

geofferd is om veler zon<strong>de</strong>n weg te nemen. Aan dit offer had <strong>de</strong> Heere reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

tijd <strong>van</strong> Jesaja, die ook <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong> Hosea was, geen welgevallen. Daarom zegt <strong>de</strong><br />

Heere bij <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> profeet: 'Ik ben zat <strong>de</strong>r brandofferen en heb geen lust<br />

aan het bloed <strong>de</strong>r varren, noch <strong>de</strong>r lammeren, noch <strong>de</strong>r bokken', Jes. 1:11. De<br />

Heere had er geen behagen <strong>in</strong>, omdat het niet <strong>door</strong> 't geloof, niet zien<strong>de</strong> op<br />

Christus geschied<strong>de</strong>, en zegt daarom ook el<strong>de</strong>rs: 'Uw brandofferen zijn mij niet<br />

behaaglijk, en uw slachtofferen zijn Mij niet zoet', Jer. 6:20. Maar nu zou er voor<br />

<strong>Israël</strong> een tijd komen, gelijk het ook nog <strong>in</strong> onze dagen is, dat zij geheel en al<br />

zou<strong>de</strong>n zitten zon<strong>de</strong>r offer. Dat dus het slacht- en spijsoffer zou ophou<strong>de</strong>n, Daniël<br />

9:27; en dat <strong>de</strong> priesters zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgeroeid, Mal. 2:12.<br />

Ten vier<strong>de</strong>, zou <strong>Israël</strong> zitten zon<strong>de</strong>r efod. De efod was een l<strong>in</strong>nen lijfrok <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Hogepriester, waaraan <strong>de</strong> borstlap was vastgehecht, waar<strong>in</strong> twaalf kostelijke<br />

stenen met goud waren <strong>in</strong>gezet, beschreven met <strong>de</strong> namen <strong>de</strong>r twaalf stammen<br />

<strong>Israël</strong>s, die <strong>de</strong> Hogepriester op zijn hart moest dragen, als hij verscheen voor het<br />

aangezicht <strong>de</strong>s Heeren. Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze borstlap en efod was <strong>de</strong> Heere gewoon<br />

Zijn verborgenhe<strong>de</strong>n te openbaren, als Hem gevraagd werd <strong>in</strong> zware en<br />

duistere gevallen. Als nu hier gezegd wordt, dat <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>Israël</strong>s zon<strong>de</strong>r efod<br />

zou<strong>de</strong>n zitten dan geeft dit te kennen, dat hun godsdienst zou teniet lopen, en dat<br />

<strong>de</strong> Heere zou ophou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hun langer Zijn verborgenhe<strong>de</strong>n bekend te maken.<br />

Het zou met hen zijn gelijk als er <strong>van</strong> Saul staat: 'En Saul vraag<strong>de</strong> <strong>de</strong> Heere, maar<br />

<strong>de</strong> Heere antwoord<strong>de</strong> hem niet, noch <strong>door</strong> dromen, noch <strong>door</strong> <strong>de</strong> Urim, noch <strong>door</strong><br />

<strong>de</strong> profeten.' Of, zo als el<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> het ganse volk gezegd wordt: '<strong>Israël</strong> is vele<br />

dagen geweest zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ware God, zon<strong>de</strong>r leren<strong>de</strong> priesters, en zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wet', 2<br />

Kron. 15:3.<br />

Ten vijf<strong>de</strong>. Maar was nu <strong>Israël</strong> zo zon<strong>de</strong>r ware godsdienst, het zou ook zon<strong>de</strong>r<br />

94

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!