Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
echercheurs en politiedossiers om inzicht te verkrijgen in een middelgrote<br />
<strong>Nederlandse</strong> drugsorganisatie. Ook politiediensten maakten en publiceerden<br />
dreigingsanalyses op basis van de aanwezige politie-informatie, zoals het<br />
Kernteam Noord- en Oost-Nederland (1999; 2001). Op basis van politiedossiers<br />
en gesprekken met politiemensen legde Van de Port (2001) zich toe op de<br />
geweldspraktijken van de georganiseerde criminaliteit. Van Duyne e.a. (1997;<br />
2001) besteedden veel aandacht aan financieel rechercheren en volgen van<br />
criminele geldstromen. Het onderzoek van Bovenkerk (2001: 197-260) naar<br />
de teelt van nederwiet in Nederland door bewoners van woonwagenkampen<br />
was onder meer gebaseerd op zijn gesprekken met leden van de politieteams.<br />
Hij kwam tot de conclusie dat de rijkdom die de kampers door de drugshandel<br />
verwierven niet werd aangewend om de sociale ladder te beklimmen, maar<br />
eerder in de spreekwoordelijke sok belandde of diende <strong>voor</strong> de aankoop van<br />
een nieuwe wagen en bankstel.<br />
Daarnaast werden vele inspanningen geleverd om de politionele en justitiële<br />
aanpak te analyseren. Klerks e.a. (2002) evalueerden de kernteams als<br />
instrument in de aanpak van de zware georganiseerde criminaliteit. Van de<br />
Bunt e.a. (2001) onderzochten het strafrechtelijk onderzoek naar de vermeende<br />
corruptiepraktijken tijdens de IRT-periode. Nelen en Sabee (1998) evalueerden<br />
de ontnemingswetgeving. Het onderzoek van Meloen e.a. (2002) baseerde zich<br />
op analyses van landelijke gegevensbestanden en een selectie van 52 grote<br />
ontnemingszaken.<br />
Kortom, <strong>Nederlandse</strong> onderzoekers ontwikkelden en bekwaamden zich<br />
aanzienlijk in empirisch onderzoek naar zowel het dreigingsbeeld van de<br />
georganiseerde criminaliteit als naar de efficiëntie van de aanpak. Dit kwam<br />
tot stand dankzij de bereidwillige medewerking van de <strong>Nederlandse</strong> overheid<br />
in het algemeen, en politie en justitie in het bijzonder.<br />
In België was dat helemaal anders. Sinds het begin van de jaren negentig was<br />
de studie van het fenomeen georganiseerde criminaliteit <strong>voor</strong>namelijk een<br />
politieaangelegenheid. Mee met de internationale beweging kwam er in 1996<br />
een actieplan van de regering ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit,<br />
waarin het belang werd onderstreept om het fenomeen goed in kaart te brengen.<br />
In hetzelfde jaar werd een parlementaire onderzoekscommissie geïnstalleerd,<br />
waarin werd gedebatteerd over kwesties als de definitie van georganiseerde<br />
criminaliteit, de aanpak en, opnieuw, ook de beeldvorming. Deze commissie<br />
was echter maar een lichte versie van het <strong>Nederlandse</strong> <strong>voor</strong>beeld. De<br />
wetenschappelijke en dan <strong>voor</strong>al criminologische inbreng en ondersteuning<br />
bleef zeer beperkt, en aan de opdracht werd <strong>voor</strong>al invulling gegeven door<br />
getuigenissen van wetshandhavers te compileren en daaruit beleidsmatige<br />
conclusies te trekken. Niettemin werd door deze onderzoekscommissie een<br />
aantal interessante aanzetten gegeven <strong>voor</strong> wetenschappelijk onderzoek inzake<br />
georganiseerde criminaliteit. Voorbeelden zijn de strategische analyses die niet<br />
alleen door politiediensten werden opgesteld en de (schuchtere) eerste aanzet<br />
tot kwetsbaarheidanalyses van economische sectoren.<br />
In België sloot de overheid na de onderzoekscommissie opnieuw de rangen en<br />
besteedde ze <strong>voor</strong>al onderzoeksopdrachten uit aan verschillende universiteiten<br />
P. Van Calster & T. Vander Beken - Denkers en Doeners<br />
11