Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De ‘beleids<strong>voor</strong>lichters’ zijn werkzaam in de afdeling beleidsrealisatie en<br />
vertalen de resultaten van onderzoek (afkomstig van extern uitbesteed of<br />
intern gevoerd onderzoek) naar concrete acties en doelstellingen waarmee<br />
de beleidsmaker aan de slag kan. Ze staan in <strong>voor</strong> implementatie van de<br />
beleidsaanbevelingen en markante onderzoeksresultaten in het werkveld,<br />
dat ze vanuit be<strong>voor</strong>rechte contacten goed kennen. Acties die ze ondernemen<br />
kunnen bestaan uit valorisatie van onderzoeksresultaten, variërend van<br />
gebruikersopleidingen en het schrijven van omzendbrieven, richtlijnen en<br />
wetteksten tot omzetting van onderzoeksresultaten in de beleidspraktijk.<br />
Juist omdat het spanningsveld tussen onderzoek (theorie en empirie) en<br />
beleid een continue aandacht verdient, lijkt een dergelijke tweedeling binnen<br />
eenzelfde dienst me een best practice. In België, met haar politieke kabinetten,<br />
die toch een vijftigtal universitaire ‘medewerkers-adviseurs’ rondom een<br />
minister scharen, is een ‘mediator’ of tussenschakel tussen onderzoeks- en<br />
beleidswereld geen overbodige luxe. Ieder spreekt zijn eigen waarheid en zijn<br />
eigen taal. De wetenschap helpt beleidsfunctionarissen en praktijkmensen<br />
door het presenteren van goed onderbouwde keuzemogelijkheden maar niet<br />
door beslissingen <strong>voor</strong> te schrijven (Van de Bunt, 1999: 18).<br />
Onderzoekers mogen niet in rolverwarring komen. Men zou wel concrete<br />
handelingsrecepten kunnen aanbieden, maar men mag niet uit het oog verliezen<br />
dat wetenschap die niet direct toepasbaar is ook heel bruikbaar kan zijn. De<br />
wetenschappelijke onderzoeker is geen consulent waarbij de beleidsmaker<br />
na consultatie het geschikte recept zou kunnen uitschrijven om deze of gene<br />
maatschappelijke kwaal ‘efficiënt’, ‘effectief’, ‘legitiem’ en ‘kwalitatief’ te<br />
genezen (Ponsaers en Hebberecht, 2000). De beleidsvertalers zorgen er dan weer<br />
<strong>voor</strong> dat ook de beleidsmaker tevreden is en dat onderzoeksresultaten niet in de<br />
kast blijven liggen. Kritiek die het WODC te verwerken kreeg als zou het alleen<br />
maar bestaan om te informeren, te weinig beleidsbepalend zijn en weinig gericht<br />
op beleidsinnovatie (Van Dijk, 1998) kunnen door een dergelijke tweedeling<br />
worden ondervangen. De beleids<strong>voor</strong>lichter of beleidsvertaler kan wel de<br />
rol van ‘sociale medicijnman’ of ‘social engineer’ op zich nemen, waarbij de<br />
overheden vanuit hun gezichtspunt de problemen formuleren en de criminoloog<br />
als ‘criminologisch ingenieur’ de oplossingen kan aanreiken.<br />
ACADEMISCHE TRADITIE – ONDERZOEK VOOR DE OVERHEID<br />
In deze bijdrage werd aan de hand van een beschrijving van de beleidsrelevante<br />
criminologie in België en Nederland een antwoord gezocht op de vraag naar de<br />
beste organisatiestructuur <strong>voor</strong> beleidsrelevant criminologisch onderzoek. De<br />
communicerende vaten van de beleidsrelevante criminologie werden zichtbaar.<br />
België kent een jarenlange academische traditie, maar de overheidsinvesteringen<br />
in wetenschappelijk onderzoek en in degelijke onderzoeksinstituties zijn<br />
bedroevend. In Nederland zien we een omgekeerde beweging: een stevige<br />
overheidsinspanning in WODC en andere overheidsinstituties en een geringere<br />
academische traditie.<br />
De concrete institutionele kenmerken van het oord waar men zijn kennis<br />
ontwikkelt (universiteit of overheidsinstantie) zouden niet van invloed<br />
E. Devroe - Over communicerende en complementaire vaten<br />
63