Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het NSCR geniet een jaarlijks onderzoeksbudget van 1 miljoen en herbergt<br />
zo’n 30 onderzoekers en medewerkers. <strong>Een</strong> vergelijking met het in België<br />
bestaande onderzoeksdepartement ‘criminologie’ verbonden aan het Nationaal<br />
Instituut <strong>voor</strong> Criminalistiek en Criminologie (NICC) gaat nauwelijks op.<br />
Deze kleinschalige onderzoeksafdeling kreeg wel afzonderlijk vorm door<br />
gebruik te maken van het statuut van de wetenschappelijke inrichtingen van de<br />
staat. De afdeling criminologie heeft onder meer als opdracht:<br />
‘het maken van studies of het doen van onderzoek, op aanvraag van de<br />
minister van Justitie of van de adviseur-generaal <strong>voor</strong> het strafrechtelijk<br />
beleid of met hun goedvinden, over criminologie, statistische gegevens<br />
of rechtsaangelegenheden in verband met het strafrechtelijk beleid, of dit<br />
studie- en onderzoekwerk door derden te laten uitvoeren’.<br />
Ook al werd het NICC omgevormd tot een autonome overheidsdienst met<br />
een afzonderlijke Raad van Bestuur, toch haalt de afdeling criminologie<br />
met haar beperkt aantal onderzoekers, volledige financiële overheidsdotatie<br />
en afhankelijkheid <strong>voor</strong> de keuze van de onderzoeksthema’s, niet dezelfde<br />
slagkracht als een Nederlands NSCR. Voor de fundamentele, onafhankelijke<br />
en interdisciplinaire bestudering van criminaliteit en rechtshandhaving<br />
die dankzij het NSCR gestimuleerd wordt, bestaat in België geen enkel<br />
tegenwicht.<br />
BEOEFENING VAN DE CRIMINOLOGIE BINNEN DE OVERHEID<br />
<strong>Een</strong> transparante en concrete relatie tussen wetenschap en beleid is in<br />
België vrij recent. Tot een aantal schokkende gebeurtenissen in de late<br />
jaren tachtig zoals de bende van Nijvel, de CCC en het Heizeldrama ons<br />
land wakker schudden, was de beleidsaandacht <strong>voor</strong> politie en justitie<br />
miniem. De onderzoekshausse vanaf 1988 leidde gelukkig tot het inzicht<br />
bij beleidsinstanties dat beleidsondersteunende informatie, gestoeld op een<br />
wetenschappelijke basis en methodologie, nuttig kan zijn.<br />
De Belgische overheidsinvestering in onderzoek binnen de departementen<br />
zelf laat zich kort samenvatten: minimaal en versnipperd. Het lijken wel<br />
communicerende vaten: een significante academische traditie noopt wellicht<br />
niet tot een betekenisvolle uitbouw van criminologische onderzoekscentra<br />
bij de overheid. Wel gaf het eerste grootschalige beleidsplan op dit vlak, met<br />
name het Pinksterplan van 1990, aanleiding tot de oprichting van een aantal<br />
kleinschalige studiecentra bij de departementen Justitie en Binnenlandse<br />
Zaken. Zo werd in 1994 in de schoot van het ministerie van Binnenlandse<br />
Zaken het Vast Secretariaat <strong>voor</strong> de Preventie (VSP) opgericht en binnen<br />
Justitie de Dienst Strafrechtelijk Beleid. Ook de politiediensten kregen een<br />
studiedienst in de afdeling Politiebeleidsondersteuning van het Algemene<br />
PolitieSteunDienst. De installatie van al deze diensten ging niet steeds gepaard<br />
met overleg en coördinatie, en vele criminologen vloeiden af. Intussen werd<br />
het VSP terug overgeheveld naar de administratie van het ministerie van<br />
Binnenlandse Zaken en wordt er geen intern onderzoek meer doorgevoerd; de<br />
APSD werd opgeheven.<br />
E. Devroe - Over communicerende en complementaire vaten<br />
61