Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Een Vlaamse spiegel - Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
in belangrijke Duitstalige of Franstalige tijdschriften en boeken – die zijn er<br />
gelukkig ook nog in Europa en dit moet wat mij betreft <strong>voor</strong>al ook zo blijven –<br />
ziet men er eigenlijk helemaal niets van terug. <strong>Een</strong> ondernemend, groot<br />
criminologisch instituut zou ook in dit opzicht een belangrijke stimulerende<br />
rol kunnen spelen. Zowel door zelf vreemdtalige publicatiereeksen op te zetten<br />
als door structureel deel te nemen aan de uitgave van zulke reeksen in het<br />
buitenland.<br />
ZWAARTEPUNTEN IN HET ONDERZOEK<br />
Dat nummer van Justitiële Verkenningen laat niet alleen zien dat er in Nederland<br />
– zeker <strong>voor</strong> een zo klein land – veel, heel veel onderzoek wordt gedaan, maar<br />
demonstreert ook dat dat onderzoek op allerlei terreinen plaatsvindt. Ik doe<br />
hier geen poging om al die deelterreinen in kaart te brengen en volsta met<br />
het prijsgeven van enkele indrukken die ik al lezende en herlezende heb<br />
gekregen.<br />
De eerste indruk is dat heel veel onderzoek betrekking heeft op min of<br />
meer dezelfde onderwerpen: delinquente jongeren, publiek politieoptreden,<br />
plaatselijke criminaliteit, drugsgebruik, enzo<strong>voor</strong>t. En dat veel van dat<br />
onderzoek dan ook nog erg kleinschalig is. Hierbij kan niet alleen de vraag<br />
worden opgeworpen of veel onderzoek van de laatste jaren niet gewoon meer<br />
van hetzelfde vormt en of er niet veel te weinig middelen worden gestoken in<br />
het synthetiseren van onderzoeksresultaten in Nederlandstalige en anderstalige<br />
state-of-the-art-achtige studies, waarin ook de resultaten van buitenlands<br />
onderzoek worden meegenomen.<br />
Ik ben erg geneigd te zeggen van wel. Men ontsnapt in dit verband ook niet<br />
aan de vraag, of het wel zoveel zin heeft om jaren achtereen zoveel op elkaar<br />
gelijkend onderzoek te laten doen. Is het niet meer aangewezen om een groot<br />
deel van de beschikbare middelen in een beperkt aantal grote, meerjarige<br />
onderzoeksprojecten te stoppen die er vanaf het begin ook internationaal toe<br />
doen?<br />
Mijn tweede indruk – en die sluit natuurlijk rechtstreeks bij de eerste aan – is<br />
dat er naast ontzettend zware zwaartepunten in het onderzoek er ook een aantal<br />
hele lichte ‘lichtepunten’ zijn. Om maar met de deur in huis te vallen: het<br />
overgrote deel van het onderzoek handelt over lokale kwesties, ook al hebben<br />
deze raakvlakken met bij<strong>voor</strong>beeld beleid dat (inter)nationaal wordt gevoerd.<br />
Neem maar de drugsproblematiek. Met andere woorden: bovenlokale,<br />
(inter)nationale kwesties, ook die met lokale vertakkingen, komen naar<br />
verhouding erg weinig aan bod. Aan problemen van georganiseerde misdaad<br />
en/of internationale fraude of aan de werking van internationale instellingen,<br />
respectievelijk (de effecten van) hun werking op Nederlands grondgebied<br />
wordt dan nog wat aandacht besteed, maar aan niet-geringe problemen<br />
als oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en terrorisme<br />
(nagenoeg) geen.<br />
Parallel hieraan kan worden opgemerkt dat ook heel weinig vergelijkend<br />
onderzoek wordt gedaan, althans onderzoek waarin dezelfde of soortgelijke<br />
problemen in een aantal (uiteenlopende) landen worden onderzocht.<br />
C.Fijnaut - De criminologie in Nederland<br />
7