Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium
Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium
Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• aandacht voor gezamenlijke reflectie en leren;<br />
• een flexibele procesbenadering voor planning en budgettering hanteren;<br />
• focus op het afleggen van rekenschap voor resultaten, zowel naar de doelgroepen<br />
als de financierende instanties;<br />
• duidelijke meerwaarde in de samenwerking die verder reikt dan een eenmalige<br />
financieringsrelatie;<br />
• uitgewerkte strategie en traject m.b.t. de looptijd van het partnerschap en een<br />
onderbouwde exit-strategie.<br />
Erg opvallend in de evaluatie is het systematisch ontbreken van harmonisatie tussen de<br />
externe financierders (NNGO’s en andere donoren) die met een zelfde partnerorganisatie<br />
samenwerken, op een tweetal uitzonderingen na. Een tweede pijnpunt omvat het gebrek<br />
aan onderbouwde exit-strategieën bij een grote meerderheid van de partnerschappen. In<br />
een aantal gevallen werd vastgesteld dat eerder opgebouwde capaciteiten verloren<br />
gingen nadat partnerorganisaties moesten terugvallen op overlevingstrategieën door het<br />
niet kunnen opvangen van het vertrek van Belgische financieringskanalen.<br />
Aanbevelingen<br />
Aanbeveling 1 – NNGO’s zouden partnerovereenkomsten kunnen afsluiten die verder<br />
gaan dan het contract m.b.t. een specifiek programma/project. De nieuwe richtlijnen<br />
van DGOS mbt de partnerovereenkomsten voor het 2011-2013 programma geven hier<br />
een aanzet toe. Indien de NGO’s dit niet wensen op te nemen in de overeenkomst, kan<br />
overwogen worden om het bijvoorbeeld via een Memorandum of Understanding te<br />
regelen. In dergelijke overeenkomsten kunnen de gedeelde principes en waarden<br />
geëxpliciteerd en een gedeeld begrip van ‘steun aan capaciteitsversterking’ opgenomen<br />
worden. Dergelijke overeenkomsten kunnen een perspectief of een traject inbouwen<br />
m.b.t. de (maximale) duurtijd van de partnerrelatie.<br />
Aanbeveling 2 – NNGO’s staan voor de belangrijke uitdaging om meer onderbouwde<br />
exit strategieën uit te werken binnen hun partnerschappen, die verder gaan dan het<br />
vroegtijdig aankondigen van het vertrek of zoeken naar alternatieve donoren voor een<br />
partner. Dit veronderstelt een doordachte strategie bij de start van een partnerschap,<br />
het uittekenen van een flexibel traject voor de samenwerking, de verkenning van<br />
alternatieve vormen van CV voor het verhogen van de financiële en institutionele<br />
duurzaamheid van partners.<br />
Aanbeveling 3 – De NNGO’s kunnen de administratieve overlast bij hun partners<br />
verlagen en de relevantie van hun CV acties verhogen door deze meer te harmoniseren<br />
met andere financierders van de partnerorganisaties. Daarbij zouden de Belgische<br />
NGO’s hun partners meer via hun eigen lokale rapporteringsystemen kunnen laten<br />
werken waarbij de Belgische NGO de vertaalslag maakt van de ontvangen informatie<br />
naar de door DGOS opgelegde kaders. Dat moet toelaten om op een meer flexibele<br />
manier bestaande M&E systemen van de partner te gebruiken.<br />
De NNGO’s, met steun van de federatie, kunnen in dialoog treden met DGOS en<br />
andere backdonors om rapporteringvereisten minder vormelijk vast te leggen maar<br />
eerder op basis van de noodzakelijke informatienoden die gedekt dienen te worden.<br />
4.2 Capaciteitsversterking als motor voor armoedebestrijding<br />
en de promotie van democratisch bestuur<br />
De 7 individuele landenrapporten illustreren op een gevarieerde wijze waarom CV van<br />
civiele maatschappij actoren in het Zuiden meer aandacht verdient in de<br />
ontwikkelingspraktijk dan het nu krijgt. We identificeerden twee belangrijke rationales<br />
100