07.02.2014 Views

Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium

Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium

Verslag - Buitenlandse Zaken - Belgium

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

A10. Poolen van technische bijstand<br />

“Op sectorniveau zou men kunnen overwegen om de TA-ondersteuning meer te poolen. Niet elke ngo kan<br />

expertise leveren op alle thema’s waar CSO’s in het Zuiden nood aan hebben. Als TA’s gekoppeld worden,<br />

kunnen alle partners sneller beroep doen op bepaalde technische expertise (bijv. water bij Protos, lokale<br />

economische ontwikkeling bij TRIAS, ontwikkeling van productieketens bij Vredeseilanden, coöperatieven<br />

bij WSM enz.). Dit is een rol die door de koepel of de federaties opgenomen kan worden. Deze rol ligt<br />

bijvoorbeeld al in de lijn van de besluiten van het toekomstcongres van 11.11.11 (2009) dat de koepel voor<br />

Vlaamse ngo’s een rol toedicht m.b.t. meer coördinatie van de regionale kantoren.”<br />

De poolingtraditie is nog niet echt ontwikkeld onder Belgische NGO’s. De Belgische nngo’s en federaties<br />

streven momenteel naar meer synergie, met de hulp van de overheid. Wanneer de nngo’s elkaars knowhow en<br />

expertise inroepen, zal dit de kwaliteit van hun interventies ten goede komen.<br />

Hoewel het algemeen wenselijk is om de synergie en complementariteit te versterken tussen<br />

ontwikkelingsactoren (niet noodzakelijk tussen nngo’s of tussen de actoren in eenzelfde land), lijkt het voorstel in<br />

deze aanbeveling ons weinig relevant en mogelijk zelfs strijdig met eerdere aanbevelingen.<br />

De technische, eerder downstream competenties waarvan sprake in deze aanbeveling zijn a priori competenties<br />

waarvoor lokale expertise beschikbaar is en de inschakeling van een externe TA is dus niet altijd nodig. Het is<br />

uiteraard niet wenselijk dat de technische expertise vanuit de nngo's, zelfs in pool, in de plaats komt van lokale<br />

expertise (zie aanbeveling 9).<br />

De toegevoegde waarde van de nngo’s m.b.t. capaciteitsversterking bij hun partners schuilt overigens in hun<br />

grondige kennis van de organisatie, waarden en interne en externe dynamiek. De pooling van deze expertise<br />

draagt niet noodzakelijk bij tot een verhoogde doeltreffendheid; behalve in gevallen waar verschillende<br />

NJNGO’s dezelfde partner hebben en waarbij een sterke coördinatie van de NNGO’s rond hun partner (of zelfs<br />

het opzetten van synergieën) een voorwaarde is voor doeltreffendheid.<br />

5. Groeiende beleidsaandacht m.b.t. CV, maar financiering en<br />

beheersinstrumenten nog in kinderschoenen<br />

A11. Andere beoordelingscriteria en rapporteringsvereisten bij niet<br />

klassieke nngo’s<br />

“De DGD zou kunnen overwegen om een onderscheid te maken tussen de beoordelingscriteria en<br />

rapporteringsvereisten van nngo’s die bezig zijn met klassieke, outputgerichte ngo-programma’s inzake<br />

armoedebestrijding en dienstverlening in sociale sectoren (bijv. medische programma’s en sommige<br />

landbouwprogramma’s) en zij die bezig zijn met ontwikkelingsprocessen die complexer zijn omdat ze naast<br />

ontwikkelingsoutputs ook inzetten op ‘state building’, goed bestuur, maatschappijopbouw en structurele CV<br />

van CSO’s (bijv. CV in een multiactorenbenadering, CV van politieke ngo's, vakbonden enz.). Vanuit het<br />

complexiteitsdenken groeit internationaal het inzicht dat die tweede groep een meer lerende aanpak dient<br />

te volgen, en met M&E afgestemd op wat realistisch kan gemeten worden in deze context. De DGDregelgeving<br />

van 2006 m.b.t. het onderscheid tussen project- en programma- ngo’s had in die richting<br />

kunnen evolueren, maar heeft in de praktijk geleid tot een ruime groep van programma-ngo’s waardoor de<br />

mogelijkheid tot versoepeling van kaders beperkt was”.<br />

Voor ACODEV zijn de kwaliteitsvereisten identiek voor alle ngo’s, ongeacht hun omvang (klein of groot), hun<br />

medefinancieringsmechanisme (project of programma) of hun focus (klassieke outputgerichte programma’s of<br />

CV). Een van die kwaliteitsvereisten is dat de interventie moet kaderen binnen een streven naar lokale<br />

empowerment, wat een flinke investering vergt op het gebied van capaciteitsversterking. ‘Klassieke’<br />

outputgerichte programma’s dienen dus evenzeer op CV in te zetten als de zogenaamde ‘complexere’<br />

programma’s.<br />

Door verschillende beoordelingscriteria voor te stellen, mag niet de indruk worden gewekt dat CV in sommige<br />

gevallen wel belangrijk zou zijn en in andere gevallen niet zo belangrijk. De 'klassieke' programma's van de<br />

nngo's zijn integendeel enkel gerechtvaardigd wanneer ze kaderen binnen een CV-dimensie. De nngo’s die niet<br />

125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!