gen

Wie wáár zat in de Grote Kerk was
nauwkeurig bepaald. Coll. Historisch
Centrum Overijssel, Zwolle
‘Zij zoekt haar troost bij de
Hemelse geneesheer en het
blijkt dat Hij haar kracht
schenkt en ter zijde staat’
ze hoofdpijn. Ze vreesde, dat ook zij leed aan de
tering. In de zomer van 1860 besloot ze, op advies
van haar arts, in dit geval de medicus, om samen
met haar tweejarige dochtertje en een meisje voor
dag en nacht naar Zandvoort te gaan, teneinde daar
te kuren. Het beviel haar maar matig, getuige de
brieven naar haar familie, maar ze vond troost in
de zekerheid van haar geloof.
Het volgende jaar ging zij opnieuw naar de kust.
Evenals in 1860 kwam dominee Van
Rijn ook nu langs. Wekenlang verbleef
hij in haar nabijheid. Maar
daarover schreef Jeannette niet in de
brieven aan haar vader, broers en
zus. Aan het thuisfront bleven de
veelvuldige contacten desondanks
niet onopgemerkt; bij de familie aan
weerszijden, noch bij de stadgenoten.
Er volgde een adempauze. Begin
oktober 1862 vertrok Jeannette naar
Zuid-Frankrijk om er een lange winter
door te brengen, ter bevordering
van haar gezondheid, zo luidde
althans de officiële reden. Haar broer
Alexander reisde mee. Toen ze na een week een
geschikt huis hadden gevonden, vertrok hij weer naar
Nederland. Jeannette bleef achter, samen met de
kleine Daniella, zoals Margaretha na de dood van
haar vader was gaan heten, en een gouvernante. Een
half jaar later werden ze weer opgehaald door: dominee
Van Rijn.
Niet lang na hun terugkomst begonnen geruchten de
kop op te steken over een kind dat Jeannette in
Frankrijk ter wereld zou hebben gebracht. De kleine
wereld van Zwolle en omstreken en het verre Hyères
hadden elkaar gevonden. Er werd nader onderzoek
gedaan, niet in de laatste plaats dankzij de inspanningen
van officier van justitie mr. H. Machielsen,
tevens lid van de kerkenraad der Nederduits Hervormde
Gemeente te Zwolle. In die dubbelrol wist hij
krachten en machten te mobiliseren en een onderzoek
te initiëren.
Al in augustus 1863 werden, met dank aan de
inspanningen van de Nederlandse consul in Toulon,
gen. 13