gen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Salomon Elias Levy Maduro, oprichter van<br />
S.E.L. Maduro & Sons, postuum<br />
geportretteerd omstreeks 1885. Salomon<br />
opende in 1837 een winkel waar hij onder<br />
meer textiel, wijn en dakpannen verkocht.<br />
Het bedrijf kreeg een belangrijk aandeel in<br />
het scheepvaartverkeer en de ontwikkeling<br />
van de haven. Coll. Maduro Holding Ltd.,<br />
Curaçao<br />
van de Amsterdamse moedergemeente.<br />
De bestuurders waren vooraanstaande<br />
planters, die zelf hun opvolgers benoemden<br />
en zo hun macht behielden. Zij<br />
waren verantwoordelijk voor rust en<br />
orde, hielden toezicht op de handhaving<br />
van de joodse wet en gebruiken, en straften<br />
overtreders.<br />
Het leven op de plantages was niet zonder<br />
gevaren. De slaven leden een onmenselijk<br />
zwaar bestaan en zij die konden,<br />
vluchtten en vielen vanuit het oerwoud<br />
de plantages aan, waarbij aan beide zijden<br />
doden vielen. Niet alleen deze aanvallen<br />
vormden een serieuze bedreiging<br />
voor de plantage-economie, ook raakte<br />
in de loop van de achttiende eeuw de<br />
grond uitgeput en moesten de planters<br />
hun eens winstgevende suikerplantages<br />
ombouwen tot, zo zou blijken, verlieslijdende<br />
houtplantages. Een financiële<br />
crisis in 1772 betekende het definitieve<br />
einde: de meeste Portugees-joodse<br />
planters gin<strong>gen</strong> failliet en verruilden<br />
het plantageleven voor een leven in de<br />
stad. Daar vonden de nu verarmde Portugese<br />
joden werk in de detailhandel, in<br />
ambachten, of in administratieve banen.<br />
De plantersfamilies en hun slaven vormden<br />
een tamelijk geïsoleerde gemeenschap.<br />
Het lot van de slaven lag in handen<br />
van de plantage-ei<strong>gen</strong>aar. Ook al was<br />
de afstand tussen meester en slaaf groot,<br />
toch waren ze op elkaar aangewezen. Na<br />
hun verhuizing naar Paramaribo leefden<br />
de joden in een gemengde samenleving,<br />
zij aan zij met veelal uit Amsterdam<br />
afkomstige Asjkenazische joden, slaven<br />
en vrijgemaakte zwarten en gekleurden,<br />
die de blanken in aantal spoedig ver<br />
overtroffen. Door informele contacten,<br />
op straat, in de winkels en op het werk,<br />
nam de vermenging tussen blank en<br />
zwart gaandeweg toe, evenals het aantal<br />
kinderen dat werd geboren uit relaties<br />
tussen joodse mannen en vrije of onvrije<br />
zwarte vrouwen. Ook al waren deze<br />
mulatten kinderen niet joods (ze hadden<br />
immers geen joodse moeder), toch werden<br />
die<strong>gen</strong>en met een joodse opvoeding<br />
toegelaten tot de joodse gemeente, zij<br />
het niet als volwaardig lid. Zo mochten<br />
ze geen rituelen in de synagoge uitvoeren<br />
en moesten zij op lage bankjes zitten. Uit<br />
protest te<strong>gen</strong> deze behandeling stichtten<br />
de joodse mulatten een ei<strong>gen</strong> broederschap,<br />
die vanaf 1791 tot ongeveer 1811<br />
bestond. Dertig jaar later zouden zij pas<br />
gelijke rechten verwerven binnen de<br />
joodse gemeente. Na de afschaffing van<br />
de slavernij in 1863 werd het onderscheid<br />
tussen vrijen en onvrijen formeel opgeheven<br />
en verdween geleidelijk ook het verschil<br />
tussen blank en zwart. Terwijl het<br />
aantal gemengde relaties toenam, werden<br />
kinderen uit deze relaties veelal katholiek<br />
opgevoed en werden zij daarom geen lid<br />
van de joodse gemeente. Door het opgaan<br />
in de gemengde samenleving, maar ook<br />
door emigratie, nam het aantal leden van<br />
de joodse gemeenschap in de twintigste<br />
eeuw dramatisch af. De twee oorspronkelijke<br />
joodse gemeenten van Paramaribo –<br />
de Portugese en Hoogduitse – za<strong>gen</strong> zich<br />
in 1999 gedwon<strong>gen</strong> te fuseren. Het aantal<br />
leden van de Israëlitische Gemeente Suriname<br />
is klein en op vrijdagavond worden<br />
er weliswaar sjabbatdiensten gehouden,<br />
maar meestal zonder minjan (het vereiste<br />
aantal van tien mannen om de synagogedienst<br />
te kunnen houden).<br />
Tot slot<br />
Historisch gezien zijn er tussen Curaçao<br />
en Suriname overeenkomsten en verschillen.<br />
Beide waren gedurende enkele<br />
eeuwen een kolonie van Nederland. In<br />
beide koloniën maakten joden in de achttiende<br />
eeuw een derde tot de helft van<br />
de blanke bevolking uit en speelden zij<br />
een rol van betekenis. Op Curaçao waren<br />
de Portugese joden vooral actief in de<br />
handel en bleven zij deel uitmaken van<br />
de blanke elite. In de plantage-economie<br />
van Suriname bezaten vele Portugese<br />
joden plantages die alleen konden functioneren<br />
dankzij de zware arbeid van tot<br />
slaaf gemaakte Afrikanen. De eeuwenoude<br />
en ononderbroken relatie tussen<br />
joden en vrije of onvrije zwarten of kleurlin<strong>gen</strong>,<br />
eerst op de plantages, later in de<br />
stad, leidde tot vermenging van joden en<br />
creolen en van hun culturen, zodat een<br />
aanzienlijk deel van de Afro-Surinaamse<br />
bevolking ook joodse wortels heeft. •<br />
De tentoonstelling ‘Joden in de Cariben. Vier eeuwen geschiedenis in Suriname en Curaçao’<br />
duurt tot 14 juni. Bij de tentoonstelling is een boek verschenen: Julie-Marthe Cohen red.,<br />
Joden in de Cariben (Walburg Pers, Zutphen) € 34,50.<br />
De circa driehonderd tentoongestelde voorwerpen zijn afkomstig uit de Verenigde Staten,<br />
Suriname en Curaçao, België, Engeland, Israël en Nederland. Een aantal prachtige ne<strong>gen</strong>tiende-eeuwse<br />
Curaçaose joodse huwelijkscontracten, te zien op de tentoonstelling, maakt deel<br />
uit van de collectie van het Centraal Bureau voor Genealogie en is in het kader van de tentoonstelling<br />
geconserveerd.<br />
Julie-Marthe Cohen is conservator Cultuurgeschiedenis bij het Joods Historisch Museum in<br />
Amsterdam en stelde de tentoonstelling ‘Joden in de Cariben. Vier eeuwen geschiedenis in<br />
Suriname en Curaçao’ samen.<br />
DOSSIER NEDERLAND EN DE WEST <strong>gen</strong>. 41