gen

ter aarde besteld. Tegenwoordig
zet de Stichting Eerherstel Joodse
Begraafplaats Zeeburg zich in
voor herstel en restauratie van de
voormalige armenbegraafplaats.
In dit gedenkboek wordt de geschiedenis
van Zeeburg uitvoerig
beschreven. In het thematische
deel komt de relatie tussen Muiderberg
en Zeeburg aan de orde,
evenals de rituele functie van
Zeeburg. Het prosopografische
deel bevat bijdragen over de
statistiek van driehonderd jaar
Zeeburg en de begraafboeken
van Zeeburg van 1834 tot 1914.
Ook worden enkele personen geportretteerd
die op Zeeburg zijn
begraven, zoals de circusartiest
Jacques Schuitenvoerder (1846-
1911) en de zangeres Emilie Culp
(1868-1898). Speciale aandacht
is er voor de familie Verduin die
sedert 1785 Zeeburg beheerde.
Elburg
W. van Norel
JOODS LEVEN IN ELBURG.
GEDENKBOEK
(Elburg: Oudheidkundige
Vereniging Arent thoe Boecop
2014) 431 blz., ill.
Zie arentthoeboecop.nl.
In het Gelderse stadje Elburg
bestond een vrij grote joodse
gemeenschap, die in 1816 bijna
negentig zielen telde. In de loop
van de negentiende eeuw kreeg
deze gemeente een eigen synagoge.
Na inleidingen over onder
meer de economische positie,
het bestuur van de Joodse Gemeente,
de armenzorg, de synagoge
en de begraafplaats volgen
twintig levensverhalen van
joodse Elburgers, onder wie acht
leden van de familie Vecht. Na
een overzicht van de deportaties
van Elburger joden in 1942 en
1943 worden de verhalen verteld
van een aantal joodse onderduikkinderen
en van enkele
destijds volwassen onderduikers.
Aandacht is er ook voor Elburgers
die na de oorlog door het joodse
instituut Yad Vashem werden
erkend als Rechtvaardigen onder
de Volkeren, en voor het Museum
Sjoel Elburg, dat in 2008 zijn
deuren opende. Van de volgende
joodse families uit Elburg zijn in
deze indrukwekkende uitgave
genealogieën opgenomen: Beem,
Cohen, Förster, Van Hamberg, De
Hond, De Lange, Rubens, Vecht
en Wolff. De eerste exemplaren
van dit prachtig uitgevoerde en
goed gedocumenteerde gedenkboek
werden 29 oktober vorig
jaar in Elburg aangeboden aan
‘onderduikkind’ Victorina Roosje
Klompmaker-Jacobs (1929) en
Jules Schelvis (1921), overlevende
van zeven concentratiekampen.
Putten
P. Dekker en G. van Dompseler
VAN NAAM TOT NUMMER.
SLACHTOFFERS VAN DE PUTTENSE
RAZZIA
(z.pl.: Uitgeverij Louise 2014)
512 blz., ill., index. Prijs € 25,-.
Na een aanslag van de illegaliteit
op een Duitse militaire auto werd
als represaille op 1 en 2 oktober
1944 een deel van het Veluwse
dorp Putten platgebrand en werden
ruim zeshonderd mannen
weggevoerd naar Duitse concentratiekampen.
De Puttenaren
kwamen vooral in Neuengamme
(bij Hamburg) en de buitenkampen
te Husum en Ladelund in
Noord-Duitsland terecht, alsook
in beruchte kampen als Bergen-
Belsen, Buchenwald en Ravensbrück.
De meeste van de weggevoerden
hebben deze kampen
niet overleefd. Slechts 48 mannen
keerden terug naar huis. Het
eerste gedenkboek over de razzia
van Putten verscheen in 1948
onder redactie van Tj. Wouters.
Sedertdien is er zoveel meer over
de razzia en haar slachtoffers
bekend geworden dat een nieuw
gedenkboek gerechtvaardigd
advertenties
78 gen.