gen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
te worden’. Ondanks het geklaag neemt<br />
de zelfredzaamheid van de studenten toe.<br />
Ze kopen rijst, suiker en melk ‘teneinde<br />
rijstebrij te koken (…). Zij smaakte ons<br />
overheerlijk.’ De bereiding van dit dessert<br />
wordt een traditie: de ene avond eten<br />
Jacob en zijn kameraden ‘lekkere rijstebrij’<br />
en een vol<strong>gen</strong>de avond ‘delicieuze<br />
rijstebrij’.<br />
Wanneer ze ’s ochtends op appèl staan,<br />
wordt hun meegedeeld ‘dat wij in alles<br />
met de andere soldaten van ons bataljon<br />
gelijkstonden, dat wij daarom ’s mor<strong>gen</strong>s<br />
om zes uur, ’s middags om twaalf uur en<br />
’s avonds wederom om zes uur met ransels<br />
en wapens ons in het dorp op het<br />
appèl en op de exercitiën moesten bevinden<br />
en dat wij op onze beurt de wacht<br />
moesten betrekken’. De verontwaardiging<br />
is groot. Jacob verklaart dat ‘wij wel<br />
beloofd hadden het vaderland in nood te<br />
helpen, maar niet om zonder noodzaak<br />
de dienst van gewoon soldaat uit te voeren’.<br />
De vol<strong>gen</strong>de dag pepert <strong>gen</strong>eraalmajoor<br />
De Eerens hun nogmaals in, ‘dat<br />
wij nu ondervinden zouden dat het makkelijker<br />
was student te zijn dan soldaatje<br />
te spelen’.<br />
De studenten voelen zich gegriefd. Professor<br />
Kemper, de rector van de Leidse<br />
universiteit, zet zich in voor een bijzondere<br />
behandeling van zijn studenten,<br />
maar aan zijn wensen wordt geen gehoor<br />
gegeven. Jacob concludeert ‘dat de brief<br />
die prof. Kemper aan [kolonel] Evers<br />
geschreven had van zeer weinig effect<br />
geweest was’. Kemper zelf speelt achteraf<br />
mooi weer. Om de eer van zijn studenten<br />
te redden, schrijft hij dat zij zich nooit<br />
hebben beklaagd over de taken die ze als<br />
soldaat uitvoerden.<br />
Johan Melchior Kemper, hoogleraar in de rechten aan en rector<br />
van de Universiteit Leiden. Portret uit 1815 door David Pièrre<br />
Giottino Humbert de Superville. Coll. Rijksmuseum, Amsterdam<br />
mandant. Daarop nemen de studenten<br />
wraak. Ze kopen zelf kaarsen en zetten<br />
die voor de ramen. In het midden van de<br />
gelagkamer plaatsen zij hun geweren in<br />
twee rotten te<strong>gen</strong> elkaar, ‘aan de bajonetten<br />
waarvan wij onze ransels hin<strong>gen</strong>, en<br />
boven op deze ransels prijkten twee grote<br />
vazen met oranje en allerhande bloemen’,<br />
zo schrijft De Kempenaar. Klinkt dit nog<br />
onschuldig, wat volgt is een staaltje studentikoze<br />
tirannie: ‘Achter deze rotten<br />
hadden wij nog twee stoelen geplaatst,<br />
waarop wij van tijd tot tijd, als er mensen<br />
voor het huis stonden, onze hospes lieten<br />
klimmen met zijn dochter, om “Oranje<br />
boven! Vive le roi de Hollande!” te roepen.’<br />
De drank vloeit rijkelijk, met voor-<br />
Studentikoze tirannie<br />
Wanneer we het dagboek van Jacob<br />
Swart vergelijken met dat van zijn vriend<br />
Jacob de Kempenaar, dan valt op dat<br />
‘onze’ Jacob de pen sober hanteert. Op 23<br />
augustus 1815 eisen zeven studenten van<br />
hun hospes vijftig kaarsen plus zeven<br />
flessen wijn om de vol<strong>gen</strong>de dag de verjaardag<br />
van koning Willem I te vieren. De<br />
hospes beklaagt zich hierover bij de comspelbaar<br />
effect. De Kempenaar stelt voor<br />
om na het zin<strong>gen</strong> van studentenliederen<br />
‘de glazen onder een verschrikkelijk<br />
geschreeuw ter aarde te werpen. Dit werd<br />
unaniem aan<strong>gen</strong>omen en ten uitvoer<br />
gebracht.’ Jacob Swart wijdt in zijn dagboek<br />
slechts één regel aan de avond:<br />
‘’s Avonds hadden wij een fraaie illuminatie<br />
met 56 kaarsen.’<br />
Buikkrampen en erger<br />
Op donderdag 14 september 1815 gaat<br />
Jacob naar Saint-Amand om voorraden in<br />
te slaan voor de compagnie. Wanneer hij<br />
er aankomt, blijkt dat ‘er nog wel drie<br />
<strong>gen</strong>. 23