gen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Dat Henriette de gehusselde<br />
achternaam van haar vrijmaakster<br />
droeg, was veel meer een Surinaamse<br />
dan een Curaçaose gewoonte<br />
met wie zij tien kinderen kreeg. Hendrikus<br />
trouwde in 1854 met de Curaçaose<br />
Catharina Sophia Reberotte (1827-<br />
1888). Jan Anthonij huwde twee maal,<br />
beide keren met een Nederlandse partner<br />
– zijn tweede vrouw in 1873 met de<br />
handschoen, omdat zij in Nederland<br />
woonde. Op Curaçao wonen nog steeds<br />
nakomelin<strong>gen</strong> van de familie Scheidelaar.<br />
Van andere broers die de overtocht<br />
naar de West ondernamen zijn nog<br />
gedocumenteerd Coomans de Ruiter,<br />
Verhoeks en Anemaet.<br />
valle (1816-1888). Hij overleed betrekkelijk<br />
jong aan de gevol<strong>gen</strong> van een<br />
besmetting die hij tijdens een operatie<br />
in het ziekenhuis opliep.<br />
Aron Meyer Hoepelman (Amsterdam<br />
1835-Curaçao 1892) trouwde in 1873<br />
met Amelia Pinto (geb. 1848), die in<br />
1863 vrijgemaakt was uit het bezit van<br />
Raphael Pinedo. Uit deze verbintenis<br />
werden acht kinderen geboren, die na<br />
de dood van hun vader in meerderheid<br />
naar Santo Domingo vertrokken.<br />
Illustere mannen<br />
De kunstschilder Johannes Robertus<br />
Post Brants (geb. Amsterdam 1811)<br />
kwam in 1845 naar Curaçao omdat zijn<br />
echt<strong>gen</strong>ote Maria Christina Barendina<br />
Blaauw (Hazerswoude 1816-Curaçao<br />
1846) een protestantse meisjesschool<br />
op het eiland zou openen. Maria Christina<br />
was toen al zwanger, maar het kind<br />
(een zoontje) en zij stierven al snel,<br />
zodat Johannes een jaar na aankomst<br />
op het eiland alleen achterbleef. Hij<br />
voorzag in zijn onderhoud met het<br />
geven van tekenlessen aan particulieren<br />
en het schilderen van portretten. In<br />
1848 huwde Post Brants met Jeannette<br />
Magdalena Koentze (Curaçao 1827-Den<br />
Haag 1906), maar kort na de geboorte<br />
van hun dochter vertrok hij voorgoed<br />
van het eiland. De door zijn verlaten<br />
echt<strong>gen</strong>ote aangevraagde echtscheiding<br />
Joden<br />
Curaçao kende sinds 1651 een Sefardisch<br />
joodse gemeenschap. In de periode<br />
voor de gruwelen van het naziregime<br />
in Europa, vestigden zich weinig<br />
Asjkenazische joden op het eiland. De<br />
stads<strong>gen</strong>eesheer en officier van gezondheid<br />
Salomon Moses Landsberg (Den<br />
Haag 1821-Curaçao 1901) nam deze stap<br />
wel en trouwde in 1853 met de Sefardische<br />
Esther Cohen Henriquez (1825-<br />
1905). Terwijl twee van hun zonen weer<br />
met Sefardische meisjes trouwden, koos<br />
de derde ervoor zijn kinderen bij een<br />
lokale niet-joodse vrouw na haar dood<br />
te erkennen.<br />
Eerder al was Salomon Joseph de Jongh<br />
(Amsterdam 1816-Curaçao 1849), eveneens<br />
officier van gezondheid, in 1837 in<br />
het huwelijk getreden met Rebecca Delliet<br />
jaren op zich wachten, omdat zijn<br />
verblijfplaats niet bekend was. Achteraf<br />
valt te reconstrueren dat hij zich enige<br />
tijd in Puerto Rico ophield. Ten tijde<br />
van het huwelijk van zijn dochter in<br />
1872 werd ervan uitgegaan dat hij nog<br />
in leven was, zoals blijkt uit de huwelijksakte.<br />
Zijn ex was inmiddels hertrouwd.<br />
Waar Post Brants zijn latere<br />
levensjaren doorbracht en waar hij uiteindelijk<br />
overleed, is ook met behulp<br />
van het internet (nog) niet te achterhalen.<br />
Marie Frederik Frans Josef de Nerée tot<br />
Babberich (1851 Doesburg-1882 Babberich)<br />
trouwde als luitenant-ter-zee in<br />
1877 met Constance Petronella van<br />
Houten (1858 Curaçao-Den Haag 1930),<br />
een dochter van een Nederlander en een<br />
Curaçaose. Het echtpaar kreeg drie<br />
zonen, onder wie de beroemde beeldend<br />
kunstenaar Carel, en woonde later<br />
enige jaren op het familiebezit in Babberich.<br />
Constance had net als vele<br />
andere meisjes van haar stand en <strong>gen</strong>eratie,<br />
tijdens haar jeugd waarschijnlijk<br />
veel tijd doorgebracht met borduren.<br />
Daarbij had ze kennelijk ook een<br />
behoorlijke dosis talent en kunstzinnigheid.<br />
In 1928 toonde de toen zeventigjarige<br />
Constance naaldschilderijen tijdens<br />
een tentoonstelling van het werk van<br />
haar zoon Carel in Den Haag.<br />
Jan Cornelis Jandroep (Amsterdam<br />
1769-Curaçao 1847) was oorspronkelijk<br />
schipper op het Nederlandse schip ‘De<br />
lieve Moes’. Hij trouwde enkele da<strong>gen</strong><br />
voor zijn dood in 1847 met Hendrietta<br />
Pieternella Cancrijn (1798-1887), die<br />
tijdens hun relatie twaalf kinderen ter<br />
wereld had gebracht. Hun eerste kind<br />
werd geboren in 1819 en nog geen week<br />
later droeg vader Jan Cornelis het commando<br />
van zijn schip over aan de stuurman<br />
we<strong>gen</strong>s ‘onpasselijkheid’ – om de<br />
rest van zijn leven op het eiland te blijven.<br />
Hendrietta was de dochter van een<br />
vrije mulattin en een notabele koopman<br />
en Raad van het eiland: Bernardus<br />
Anthony Cancrijn (Lengerich<br />
44 <strong>gen</strong>. DOSSIER NEDERLAND EN DE WEST