gen

vrouwelijke lijn behandeld) maar
om een genealogie. Martinus
werd in 1641 of 1642 geboren
(onbekend waar) en woonde in
Sint-Annaland op het eiland Tholen.
Daar trouwde hij in 1663 met
Maijke Jacobs (van der Daf). Zij
kregen er uitgebreid nageslacht,
dat zeer honkvast bleek.
Van der Horst
M. van der Horst
440 JAAR VAN DER HORST VAN
WAGENBERG TOT DE MOERDIJK
(z.pl. 2014) 237 blz., ill., index.
E-mailadres van de samensteller:
michel.vanderhorst@
pandora.be. Prijs € 36,20
(hardback).
Zie boeken bestellen.nl/
boek/440-jaar-hard.
Ook verkrijgbaar als
paperback (€ 29,95).
Het eerste deel van deze familiegeschiedenis
speelt zich in het
West-Brabantse dorp Wagenberg
af. Stamvader Cornelis van der
Horst woonde er in de eerste
helft van de zeventiende eeuw,
samen met zijn vrouw Jenneken
Cornelissen en hun zoon
Adrianus. Adrianus Cornelissen
van der Horst trouwde in 1630 te
Terheijden met Maria Petersen
Pieren. In dit dorp werden hun
kinderen geboren. Later in de
zeventiende eeuw verhuisden
nakomelingen naar Zevenbergen.
Het boerengeslacht breidde zich
langzaam uit in West-Brabantse
dorpen als Fijnaart en Heijningen,
Standdaarbuiten, Klundert en in
de twintigste eeuw ook in Bergen
• algemeen • familienamen • heraldiek • topografie Lindgreen
op Zoom en Vlaams-Brabant.
Onderzoek in rechterlijke en notariële
archieven bracht nadere
informatie over de bezittingen
van de familie aan het licht. De
genealogie bevat ook gegevens
over aangehuwde families zoals
Ernest, Goorden, Machielse,
Nicasie, Spitters en Wils.
Hulsen
A. Hulsen-de Keijzer
GENEALOGIE EN BESCHRIJVING
VAN HET GESLACHT HULSEN
(’s-Gravenhage: Genealogisch
Bureau drs. L.M. van der
Hoeven) 96 blz., ill., index.
Adres van de samenstelster:
Loosduinsekade 723N,
2571 CZ ’s-Gravenhage.
Op onderhoudende wijze schrijft
Agaath Hulsen-de Keijzer over
de zoektocht die zij en haar
man naar zijn voorouders ondernamen.
Hij stamde af van de
militair Hendrik Hulsen die in
1780 te Zutphen in het huwelijk
trad met Hendrika van Beest.
Vermoedelijk kwam hij uit Duitsland,
zoals vele andere soldaten
die in het Staatse leger dienden.
Onderzoek in Duitsland leverde
weliswaar leuke contacten op
maar geen informatie over de
oorsprong van de oudst bekende
voorvader. Over zijn nakomelingen
wordt in het boek wel veel
meegedeeld. Eerst komen de
afstammelingen van Hendriks
zoon Gerrit Hulsen (1788-1857)
aan de orde, de zogenaamde
Franse tak. Gerrits jongere zuster
Kristina Hulsen (1795-1873) had
een voorkind. Van deze Hermanus
Hendrikus Hulsen (1823-
1895) stamt de Nederlandse tak
af. Hiertoe behoort Henk Hulsen
(1935-2009), de echtgenoot van
de samenstelster. Aan hem is dit
boek opgedragen.
R. van Ruijven
LINDGREEN – VERBORGEN
VERLEDEN
(’s-Gravenhage 2014) 329 blz.,
ill., index. Prijs € 58,60.
Adres van de samensteller:
Laan van Wateringse Veld 968,
2548 CR ’s-Gravenhage. E-mailadres:
info.lindgreen@xs4all.nl.
Rond het midden van de achttiende
eeuw woonde in het
Noord-Duitse Sleeswijk de meesterschoenmaker
Jürgen Lindgreen.
Mogelijk was hij dezelfde
persoon als Jørje (Jurriaan, Jurge,
Jürgen) Lindgreen die voor 1766
met zijn gezin in Amsterdam
opdook. In het tweede hoofdstuk
van deze familiegeschiedenis
worden de nakomelingen besproken
van Jürgens kleinzoon
Cornelis Johannes Lindgreen
(1784-1830), die voor het merendeel
in Amsterdam bleven
wonen. In het hoofdstuk ‘Indische
tak’ komt het nageslacht van
diens jongere broer Theodorus
Johannes Lindgreen (1790-1842)
aan de orde. Theodorus was in
de Franse tijd en de beginjaren
van het Koninkrijk militair. In
1820 werd hij deurwaarder in
Nijmegen. Zijn zoon dr. Johannes
Joachim Lindgreen (1822-1879)
vertrok naar Indië en werd daar
officier van gezondheid in het
Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger. Theodorus’ kleinzoon Julius
Caesar Lindgreen (1855-1923)
deed zijn voornaam eer aan. Als
Indisch officier ontving hij hoge
onderscheidingen voor krijgsverrichtingen.
Zijn belevenissen
als krijgsgevangene tijdens de
Lombok-expeditie (1894) zijn
in een apart hoofdstuk uitvoerig
beschreven. Julius’ broer
Johannes Carolus Lindgreen
(1857-1924) vestigde zich op
het eiland Bengkalis bij Sumatra
en verdiende er als rubberplanter
een fortuin. Dit mooie
boek is ruim geïllustreerd met
familiefoto’s, waaronder veel
‘Indische’. Verder bevat het
fragmentgenealogieën van de
families Roos, zich noemende
en schrijvende Lindgreen,
Moorrees, Hagenstein, Van den
Bent, Bentz van den Berg en
Van Olffen.
Putters
M.Y.A. Lambermont
KWARTIERSTAAT WILHELMUS
JOHANNES HENDRICUS PUTTERS
(Nieuwegein 2013) 151 blz.,
ill., index. Adres van de samenstelster:
Vogelaarsweide
3, 3437 DD Nieuwegein.
E-mailadres:
rodehart@tiscali.nl.
Kwartierdrager Willem Putters
werd in 1913 te Utrecht
geboren als zoon van treinconducteur
Wilhelmus J.H. Putters
(1876-1964) en Johanna Gerardina
Nieuwenhoven (1879-
1919). De familie Putters stamt
uit Leende, waar de oudst
bekende voorouders Lambert
Potters en Aldegunda Cox in de
zeventiende eeuw woonden.
Johanna Gerardina Nieuwenhoven
was een buitenechtelijke
dochter van Anthonia Johanna
Nieuwenhoven (1856-1937).
De verwekker van haar kind
zou Albert Laurent Theodore
Aubin Nepveu tot Ameyde
(1854-1928) zijn geweest, een
Oost-Indisch ambtenaar die in
deze kwartierstaat als nummer
6 figureert. Of hij inderdaad
de grootvader maternel van
74 gen.