gen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jacob van Wassenaer à la romaine en Jacoba van Lyere, door Pieter Nason. Het laatste portret dateert uit 1671.<br />
Foto RKD – Nederlands instituut voor kunstgeschiedenis, Den Haag<br />
se Wassenaerhuis hing, of op Duivenvoorde. Het portret werd,<br />
vermoedelijk vanwege de specifieke artistieke en overeenkomstige<br />
financiële waarde, al in de achttiende eeuw door de familie<br />
verkocht. Dat is uitzonderlijk, daar de portrettencollectie doorgaans<br />
in de familie blijft voor het nageslacht en bij de verdeling<br />
van erfenissen vooral de andere schilderijen op de markt kwamen.<br />
Hoe dan ook, het schilderij verdween uit het zicht en<br />
maakte lang onderdeel uit van een Duitse museumcollectie. In<br />
2004 kon het voor de Stichting Duivenvoorde worden aangekocht.<br />
Een loopje met de realiteit<br />
Twee portretten die nooit op Duivenvoorde hebben gehan<strong>gen</strong>,<br />
maar wel in de familie zijn vererfd, zijn die van Jacoba’s ouders:<br />
Willem van Lyere (1620-1654) en Maria van Reygersberch<br />
(1628-1673). Willem was de puissant rijke heer van Oosterwijk.<br />
Toen begin 1654 de hoge heerlijkheden van Katwijk en ’t Sant te<br />
koop waren, kon hij ze verwerven voor 110 duizend Vlaamse<br />
ponden, equivalent van zo’n vijftien miljoen euro. Het jonge<br />
gezin, met twee kleine kinderen, vestigde zich op de hofstede<br />
Op ’t Sant. Veel geluk heeft het bezit hem niet gebracht, want<br />
binnen een jaar werd hij ziek en hij overleed op 35-jarige leeftijd.<br />
Zijn treurige echt<strong>gen</strong>ote liet ter herinnering aan hem door<br />
Rombout Verhulst (1624-1698) een monumentaal grafmonument<br />
maken in de kerk van Katwijk aan de Rijn. Willem ligt in vol<br />
ornaat in harnas en naast hem werd alvast haar ei<strong>gen</strong> beeltenis<br />
in steen geplaatst. Het zou nog bijna twintig jaar duren voordat<br />
ook zij in de grafkelder onder het monument werd gelegd.<br />
Het jonge echtpaar werd in hun huwelijksjaar 1651 door Cornelis<br />
Jonson van Ceulen (1593-1661) geschilderd. Jonson, geboren<br />
uit Vlaamse ouders in Londen, had zich ontwikkeld tot een zeer<br />
succesvol portretschilder van de Engelse aristocratie. Bij de val<br />
van koning Karel I liepen zijn opdrachten zo terug dat hij uitweek<br />
naar de Republiek om daar een nieuwe carrière te starten.<br />
Beide echtelieden schilderde hij modieus gekapt en gekleed in<br />
rijke, glanzende stoffen. Vooral in het portret van Maria van<br />
Reygersberch neemt de schilder echter een loopje met de realiteit.<br />
Haar japon heeft zulke volumineuze mouwen dat Maria<br />
nog amper haar armen zou hebben kunnen bewe<strong>gen</strong>. Deze<br />
japon is waarschijnlijk een geïdealiseerde portretmode die niet<br />
direct te plaatsen en daardoor niet dateerbaar wordt. Vooral dat<br />
laatste was interessant voor de veeleisende opdrachtgever;<br />
hierdoor raakte een portret minder snel gedateerd. Want net<br />
zoals te<strong>gen</strong>woordig was mode in de zeventiende eeuw aan<br />
snelle veranderin<strong>gen</strong> onderhevig – en tot treurnis van strenge<br />
dominees werd daar door sommi<strong>gen</strong> veel te veel aandacht aan<br />
besteed.<br />
<strong>gen</strong>. 61