gen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
onderzoek<br />
Nederlandse belan<strong>gen</strong> in Berbice, Demerara en Essequebo, 1815-1819<br />
Slavenhouders<br />
en geldschieters<br />
De Nederlandse elite had grote financiële belan<strong>gen</strong> in de op slavenhandel<br />
gebaseerde plantage-economie van de drie koloniën Berbice, Demerara en<br />
Essequebo. Ook na de overdracht van de soevereiniteit aan Engeland in 1815<br />
bleef dat lang zo. Dat blijkt uit een analyse van een recent ontdekte inventaris<br />
van Nederlandse plantage-ei<strong>gen</strong>aren en hypotheekverstrekkers. tekst Paul Koulen<br />
Op 12 augustus 1815, dit jaar precies twee eeuwen geleden,<br />
sloten Engeland en Nederland een verdrag om de<br />
vrije vaart en handel te reguleren voor de drie voormalige<br />
Nederlandse koloniën ten westen van Suriname:<br />
Berbice, Demerara en Essequebo. Engeland was al sinds 1795,<br />
met een korte onderbreking, in het bezit van deze drie koloniën.<br />
In een aantal andere verdra<strong>gen</strong> werd in de jaren 1814-<br />
1815 onder meer bepaald dat Nederland de soevereiniteit over<br />
deze gebieden afstond aan Engeland. In 1815 regelden Engeland<br />
en Nederland de resterende belangrijke kwesties, zoals<br />
bescherming van privé-ei<strong>gen</strong>dom en de juridische status van<br />
Engelse en Hollandse plantage-ei<strong>gen</strong>aren.<br />
Het verdrag van 1815 bepaalde onder meer dat er een overzicht<br />
moest komen van Nederlanders die nog plantages bezaten in<br />
de drie gebieden, en van Nederlandse onderdanen met hypotheken<br />
op plantages. Deze bepaling was ingegeven door de<br />
Engelse vrees dat Nederlandse hypotheekhouders hun onderpand<br />
zo snel mogelijk wilden verkopen na de overdracht van<br />
de koloniën. Zo’n gelijktijdige en plotselinge verkoop van plantages<br />
zou voor de ei<strong>gen</strong>aren een vervelende daling van prijzen<br />
kunnen veroorzaken. Het verdrag bepaalde daarnaast dat<br />
hypotheeknemers aanspraak konden maken op gunstige voorwaarden<br />
om hypotheken over te sluiten. Het overzicht van<br />
Nederlandse ei<strong>gen</strong>aren en hypotheekverstrekkers was ook<br />
bedoeld om te verifiëren of die soepele oversluitregeling nageleefd<br />
werd voor plantages die in 1815 nog gefinancierd werden<br />
door Nederlands kapitaal.<br />
De inventaris<br />
Het overzicht van 1815 (‘Lists of Dutch proprietors of plantations<br />
in Demerara, Essequibo, and Berbice; 1818-1819’) wordt<br />
onder inventarisnummer CO (Colonial Office) 111/28 bewaard<br />
in The National Archives te Londen. Indirect vormt het een<br />
bestand van bijna ne<strong>gen</strong>honderd personen die in 1818 financieel<br />
belang hadden in plantages – als ei<strong>gen</strong>aar, erf<strong>gen</strong>aam,<br />
hypotheeknemer of hypotheekhouder. Het databestand laat<br />
zien hoe koloniale bestuurlijke en zakelijke elites nauw met<br />
elkaar verweven waren en nauwe banden onderhielden met<br />
elites in Nederland. Sommige families wisten <strong>gen</strong>eraties lang<br />
hun stempel te drukken op het leven in de drie <strong>gen</strong>oemde<br />
koloniën.<br />
Uit de inventaris blijkt ook dat de vrees van Engeland voor<br />
gedwon<strong>gen</strong> verkopen ongegrond was. In het algemeen waren<br />
Nederlandse ei<strong>gen</strong>aren niet bijzonder <strong>gen</strong>eigd om hun plantages<br />
te verkopen, of de kolonie te verlaten. Hypotheekhouders<br />
maakten zich betrekkelijk weinig zor<strong>gen</strong> en haastten zich niet<br />
om hypotheken van de hand te doen. Waar problemen waren,<br />
werden die zakelijk opgelost.<br />
46 <strong>gen</strong>. DOSSIER NEDERLAND EN DE WEST