gen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nederlands-Brazilië<br />
In 1621 stichtte de Nederlandse Republiek<br />
de West-Indische Compagnie<br />
(WIC), die het octrooi kreeg op de handel<br />
en scheepvaart op de West-Afrikaanse<br />
kust, Noord- en Zuid-Amerika en de<br />
Cariben. Om het Spaans-Portugese handelsmonopolie<br />
in Amerika te doorbreken,<br />
deed de WIC een aanval op Brazilië, toen<br />
’s werelds belangrijkste suiker producerende<br />
land. In 1630 veroverde de compagnie<br />
het Braziliaanse noordoostelijke<br />
district Pernambuco en geleidelijk aan<br />
ook grote delen van de suikerdistricten<br />
in het achterland. Voor Portugees-joodse<br />
kooplieden uit Amsterdam had Nederlands-Brazilië<br />
grote aantrekkingskracht:<br />
joden hadden er niet alleen geloofs- en<br />
gewetensvrijheid, maar ook rechten en<br />
privileges die zij niet hadden in Amsterdam.<br />
Zo waren sommi<strong>gen</strong> werkzaam<br />
in de detailhandel of oefenden anderen<br />
ambachten uit – beroepen waar joden<br />
in Amsterdam geen toegang tot hadden.<br />
De Portugees-joodse kooplieden<br />
in Nederlands-Brazilië werden actief in<br />
de suikerhandel. Tussen 1630 en 1654<br />
exporteerden zij de helft tot twee derde<br />
van alle suiker die naar Europa ging. Ook<br />
waren zij betrokken bij de lokale handel<br />
in tot slaaf gemaakte Afrikanen, die door<br />
de WIC vanuit Afrika werden verscheept<br />
naar de Nieuwe Wereld.<br />
Na de Portugese herovering van Nederlands-Brazilië<br />
in 1654 vertrokken de<br />
meeste Portugese joden naar Amsterdam.<br />
Een deel verspreidde zich echter<br />
over het Caribisch gebied of vestigde zich<br />
in Nieuw-Amsterdam, de stad die in 1667<br />
in Engelse handen overging en toen New<br />
York ging heten. In Nieuw-Amsterdam<br />
ondervonden de joodse vluchtelin<strong>gen</strong><br />
uit Brazilië aanhoudende te<strong>gen</strong>werking<br />
van gouverneur Peter Stuyvesant. De<br />
Amsterdamse Portugese joden moesten<br />
hun geloofs<strong>gen</strong>oten zelfs te hulp komen.<br />
Zij stuurden een petitie aan de WIC<br />
waarin zij verzochten om hun toelating,<br />
hetgeen uiteindelijk ook lukte. Maar een<br />
succesvolle vestiging werd het niet. Na<br />
tien jaar vertrokken de Portugees-joodse<br />
kooplieden naar Curaçao en Suriname,<br />
waar de joodse gemeenschappen rechten<br />
en vrijheden hadden die elders ongekend<br />
waren en waar hen nieuwe economische<br />
uitdagin<strong>gen</strong> wachtten.<br />
Joden op Curaçao<br />
Nadat de Spaanse kolonie in 1634 door<br />
de WIC was veroverd, groeide Curaçao<br />
binnen enkele decennia uit tot de belangrijkste<br />
doorvoerhaven in Noord- en<br />
Zuid-Amerika en de Cariben. Dit had het<br />
eiland te danken aan zijn centrale ligging<br />
en natuurlijke haven. Van doorslaggevende<br />
betekenis voor dit succes was<br />
de handel in slaven, die bestemd waren<br />
voor de Spaanse koloniën en via Curaçao<br />
naar Spaans-Amerika werden vervoerd.<br />
De Portugees-joodse kooplieden hadden<br />
hierin overi<strong>gen</strong>s een gering aandeel.<br />
Zij waren vooral actief als verzekeraars<br />
Links: Stamboom van de familie van Jacob<br />
Levy Maduro en Judith J. Lindo. Curaçao,<br />
na 1859 CBG, coll. Maduro<br />
Rechts: Kwitantie van de vrije Mathias<br />
Paula die de Portugees-joodse Sara<br />
Rodrigues da Costa betaalde voor de<br />
vrijlating van haar slavin Maria<br />
Fransisca, Curaçao, 13 april 1801 of<br />
1804. CBG, coll. Maduro<br />
en in de smokkelhandel met de Spaanse<br />
koloniën, waar zij Europese producten en<br />
soms ook slaven verruilden te<strong>gen</strong> cacao,<br />
huiden, koffie en tabak.<br />
De bloeiende economie op Curaçao ging<br />
hand in hand met de groei van de Portugees-joodse<br />
gemeenschap. Velen hadden<br />
kleine plantages, waar producten werden<br />
verbouwd voor plaatselijk gebruik,<br />
maar de meesten woonden al snel in het<br />
handelscentrum, in de stadswijk Punda,<br />
waar de schepen hun ladin<strong>gen</strong> aan de<br />
handelskade losten. In Punda werd in<br />
1732 de statige Snoa (synagoge) ingewijd,<br />
die hetzelfde was ingericht als de Snoge<br />
van de Amsterdamse moedergemeente.<br />
Ook de organisatie van de gemeente, de<br />
rabbijnen, de rituele voorwerpen en zelfs<br />
de typische grafzerken met beeldhouwwerk<br />
met Bijbelse voorstellin<strong>gen</strong>, waren<br />
afkomstig uit Amsterdam en tonen de<br />
nauwe banden die lange tijd bleven<br />
bestaan.<br />
Aan het eind van de achttiende eeuw<br />
DOSSIER NEDERLAND EN DE WEST <strong>gen</strong>. 39