13.07.2015 Views

Onderzoeksrapport vakbekwaamheid cluster EVA.pdf

Onderzoeksrapport vakbekwaamheid cluster EVA.pdf

Onderzoeksrapport vakbekwaamheid cluster EVA.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Eigenschappen beoordelaarTwee beoordelaarsWat nu als iemand tekortschiet?De leeromgevingKeep it simpleVoor de beoordelaar is het van belang dat hij beschikt over een gezonde dosisboerenverstand (common sense), voldoende moed om de beoordeelde met diens gedragte confronteren en voldoende vaardigheid om de beoordeelde te begeleiden in dienssystematische reflectie. De kracht van de beoordeling is echter in grote mate afhankelijkvan het feit of de beroepsbeoefenaar open staat voor deze reflectie. Is dit niet hetgeval dan heeft de beoordeling vrijwel geen nut.De organisatie moet mensen benoemen die bevoegd zijn om te oordelen over dekwaliteitsdomeinen. In principe onderscheiden we twee vormen van beoordelaars:- Formatieve beoordelaars: deze beoordelen het functioneren van deberoepsbeoefenaar tijdens de uitvoering van diens werk in een gesimuleerdepraktijk. De medewerkers van T&O, de instructeurs en de oefenleiders en eerstebevelvoerders zijn voorbeelden van formatieve beoordelaars. Zij adviseren tevenshet lijnmanagement over de geoefendheid van het personeel;- Summatieve beoordelaars: zij beoordelen het functioneren van de beroepsbeoefenaarna afloop (hetzij in een gesimuleerde omgeving, het zij in de praktijk). Het gehelelijnmanagement treedt in de rol van summatieve beoordelaar. Zij vellen een oordeelover de voortgang van het werk en de professionele ontwikkeling van de beroepsbeoefenaar. Zij hebben de bevoegdheid ‘iets’ te vergeven zoals een beloning,certificering (in de trant: ‘je bent bekwaam om repressief te blijven werken’), eennieuwe functie, et cetera.Als blijkt dat een beroepsbeoefenaar in bepaalde kwaliteitsdomeinen tekort schiet danmoet ten eerste worden afgewogen of de kwaliteit van de incidentbestrijding niet ingevaar komt of dat de persoon een gevaar voor zichzelf en of anderen is.Is dat het geval dan mag de beroepsbeoefenaar tijdelijk of permanent niet repressiefoptreden (de zogenaamde ‘negatieve sanctie’). Bij een tekort aan een kennisdomeinmoet altijd worden afgewogen of deze te ontwikkelen is. Is dit het geval dan zijn erdiverse personeelsinstrumenten denkbaar om dit mogelijk te maken. De medewerker enleidinggevende bepalen welk personeelsinstrument het meest effectief is.De omgeving waarbinnen de beroepsbeoefenaar leert is omvangrijk. En deze vinden weniet alleen in oefencentra of –locaties. Wat te denken van de praktijk, waarin alledimensies die horen bij het repressieve vak vrij voorhanden zijn? Hier moet meergebruik van worden gemaakt. Sommigen claimen dat dit vrijwel onmogelijk is. Dit wiler bij ons niet in. Voor ons is het niet de vraag of je leert in de praktijk maar hoe je(tijdens en na afloop) leert in de praktijk. En natuurlijk behoort het uiten van competentiestijdens de uitvoering van het werk tot de bewijzen van <strong>vakbekwaamheid</strong>. Landelijkvindt men het registreren van praktijkervaring onmogelijk. Wij denken dat er binnen de<strong>cluster</strong> <strong>EVA</strong> wel mogelijkheden zijn door onder meer gebruik te maken van deOvD’en, bevelvoerders en TBO. Nauwgezette en goed doordachte evaluaties kunnenhet leervermogen van de beroepsbeoefenaar vergroten.De omgang met het begrip <strong>vakbekwaamheid</strong> moet soepel zijn. De kracht ligt in demogelijkheden om te leren van, tijdens en na de uitvoering van het werk. Het credo:‘gewoon doen!’, geldt zeker voor het uitwerken en invoeren van een systeem van<strong>vakbekwaamheid</strong>.© Brandweer<strong>cluster</strong> Epe, Voorst & Apeldoorn RAPPORT34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!