Strategische sturing?
2013 - Strategische sturing? - School voor Openbaar Bestuur
2013 - Strategische sturing? - School voor Openbaar Bestuur
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Strategische</strong> <strong>sturing</strong>? Implementatiestrategieën van het ministerie van OCW<br />
Hiertoe behoren centra voor de kunsten, buitenschoolse kunsteducatie, professionele kunstenaars,<br />
theater- en dansgezelschappen, muziekgroepen, podia en accommodaties, instellingen<br />
voor beeldende kunst, bibliotheken, musea, archieven en erfgoedinstellingen. Instellingen<br />
bieden culturele activiteiten waaraan scholieren en burgers actief of passief deelnemen.<br />
Centra voor de kunsten spelen een belangrijke rol voor de cultuurparticipatie en amateurkunst.<br />
De instellingen zijn gespecialiseerd in cursussen op het gebied van verschillende kunstrichtingen<br />
door professionele docenten. De centra werken lokaal of regionaal. Het kan bijvoorbeeld<br />
gaan om muziekscholen, creativiteitscentra of combinaties daarvan. Veel van de centra verzorgen<br />
ook kunsteducatie voor het onderwijs. Dat is in belangrijke mate een gevolg van het<br />
rijksbeleid voor cultuureducatie (programma Cultuur en School). De meeste centra worden<br />
gesubsidieerd door gemeenten. Kunstconnectie is de branchevereniging voor kunsteducatieve<br />
instellingen. Deze organisatie telt circa 200 leden.<br />
4.4 Implementatieproces en -strategie<br />
Hoewel OCW in haar cultuurparticipatiebeleid de term implementatiestrategie niet gebruikt,<br />
kunnen we op basis van de beleidsteksten en gesprekken met OCW-ambtenaren en veldpartijen<br />
wel degelijk een implementatiestrategie ontwaren.<br />
Een belangrijk principe in het cultuurbeleid is de afstand die het rijk houdt van de cultuursector.<br />
Thorbecke stelde halverwege de negentiende eeuw dat de overheid geen beoordelaar behoort<br />
te zijn van kunst. Dat adagium wordt nog steeds toegepast. De overheid bemoeit zich<br />
niet met artistieke expressies of met wat kunst behoort te zijn. Voor de professionele kunstensector<br />
geldt dat zij subsidie krijgen op basis van een advies van de Raad voor Cultuur. Om tot<br />
dat advies te komen, voert de Raad gesprekken met onder meer lokale en provinciale overheden,<br />
cultuurorganisaties en sectorinstituten. Instellingen die niet tot de (nationale) basisinfrastructuur<br />
worden gerekend, ontvangen subsidie via één van de fondsen, waaronder het Fonds<br />
voor Cultuurparticipatie.<br />
Hoewel het rijk zich niet met de inhoud van kunst- en cultuuruitingen bemoeit, zijn er wel<br />
beleidsmatige opvattingen over een aantal zaken. Het rijk vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk<br />
mensen in aanraking komen met kunst en cultuur. Dat kan langs de weg van deelname<br />
aan amateurverenigingen of (voor met name jongeren) via kunsteducatie op of rondom scholen.<br />
Welke kunstvormen precies worden beoefend is geen onderwerp van beleid, het rijk heeft<br />
alleen aangegeven dat een groter aantal mensen (jong en oud) in aanraking moet komen met<br />
kunst en cultuur, en daar zelf ook actief aan zou moeten deelnemen.<br />
Omdat de kunstensector in hoge mate afhankelijk is van publieke middelen en het rijk traditioneel<br />
de kleinste financier is van cultuurparticipatie en kunsteducatie, is zij afhankelijk van de<br />
50