Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dinsdag<br />
Mij wordt geen woensdag gegeven, ik ben op sterven na<br />
dood. Helder van geest kan men mij niet meer noemen. Veel<br />
ontgaat me; mijn geest verwelkt, het lichaam is moeilijk te<br />
sturen, laat staan te corrigeren. De artsen die aan mijn bed<br />
verschijnen weten wat mij scheelt. Ze stellen diagnoses en<br />
schrijven bijbehorende pillen voor.<br />
Stoffig heb ik geleefd, stof zal ik weer worden, dat kunnen<br />
chemicaliën niet meer verhelen. Ik verheug mij want nog<br />
even en ik ben verleden tijd. Hoe lang heeft een slang nodig<br />
om de huid te vernieuwen, een kameleon om van kleur te<br />
verschieten? De duur van een druppel om in de gootsteen te<br />
vallen? De tijd die een roos vraagt om een doorn te laten<br />
groeien? Graag had ik alles en ieder vergeven maar dat is niet<br />
meer nodig. Het vergeten maakt vergeven onnodig, ik wens<br />
mijn vijanden vergetelheid.<br />
Woensdag<br />
Een ideale plaats om te sterven is mij niet gegund. Mijn laatste<br />
minuten tikken weg in dit troosteloze verpleegtehuis. Een<br />
nieuwbouwcomplex, afdeling Het einde van de tunnel.<br />
Groeikernen, Vinex-locaties, tekentafelgemeenten; bij leven<br />
en welzijn vermeed ik ze zo goed als maar mogelijk was. Hier<br />
doodgaan beschouw ik als een nederlaag, een kwelling, een<br />
laf gebaar.<br />
Het is niet meer te genezen, zegt de arts. Hij zal gelijk hebben,<br />
ik voel mij al jaren onherstelbaar. De ziekte die mij<br />
vloert woekert tomeloos voort, als niet te stuiten groeikern.<br />
Ik lig mijn tijd uit op E 318. Dit is mijn sterfkamer, hoewel<br />
deze zaal mijn laatste adem eigenlijk niet waard is. Dit vertrek<br />
zal er geen raad mee weten. Parels voor de zwijnen.<br />
Donderdag<br />
Ben ik werkelijk dood? Is het er echt van gekomen, heb ik<br />
mijn laatste adem achter mij gelaten? Zonnestralen sijpelen<br />
door de lamellen, een briesje door het tuimelraam, het hiernamaals<br />
ontvangt mij met genuanceerde strelingen. Het<br />
pruttelen van de koffiekan, de zoete geur van kokosmakron,<br />
een subtiel en prettig welkom.<br />
Maar nee, vervloekt! Opeens de walm van schoonmaakmiddel,<br />
het druppelen van mijn infuus. Op de gang ontwaar<br />
ik flarden van stemmen. De geur van een katheter. Sandalen<br />
op linoleum. De dood heeft mij nog niet gehaald.<br />
Straks. Geduld. Vandaag gaat het toch echt gebeuren.<br />
Kijk wat er van mij geworden is: een zak vol botten met<br />
doorligplekken. Stoffelijk overschot in HEMA-pyjama. Een<br />
klein virus, een lichte verkoudheid en het is einde oefening.<br />
Zo moeilijk kan het toch niet zijn.<br />
Vrijdag<br />
De zon is op, mijn laatste morgen schrijdt voort. Dit wordt de<br />
dag van mijn slotakkoord. Een spektakelstuk wordt dat niet,<br />
mijn dood brengt geen In Memoriam teweeg. Geen klaroenschoten<br />
bij mijn graf.<br />
Veel boezemt mij angst in, maar niet de dood. Doodsangst<br />
is voor de gelukkigen, voor lieden met perspectief. Heb ik<br />
ooit geluk ervaren? Een hoogmoedige vraag voor iemand in<br />
mijn situatie. Geluk is voor de filosofen, niet voor ouden van<br />
dagen die aftakelende zijn. Nu ben ik oud, zo meteen ben ik<br />
niet meer. Straks zal ik mijn leven achteruit herleven. Ik zal<br />
mijn vrienden begroeten en mijn geliefde in de armen sluiten.<br />
Mijn liefde. Hoe lang heb ik mijn lief niet gezien? Ze stierf<br />
enkele maanden voor ik mijn woning, onze woning, moest<br />
verlaten. Er klonken nare stemmen. Het gaat zo niet meer.<br />
Hij verwaarloost zich. De stakker, noemden ze me. Men<br />
besloot dat ik niet meer alleen kon zijn. Hij kan niet meer<br />
koken, zeiden ze. Zichzelf aankleden. Wassen. Rekeningen<br />
betalen. Hij vereenzaamt, zeiden ze. Kwijnt weg. Ik kwam op<br />
een wachtlijst. Mijn huis werd gefotografeerd. Een man in<br />
<strong>Lava</strong> <strong>13.1</strong><br />
17