31.07.2013 Views

Lava 13.1 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.1 - binnenwerk.indd - CWI

Lava 13.1 - binnenwerk.indd - CWI

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Op dit uur was alles gesloten. Hij sprong de trappen af, treden<br />

overslaand, viel bijna. Zich vastgrijpend aan de balustrade<br />

redde hij zichzelf terwijl zijn voeten weggleden en zijn<br />

benen pijnlijk tegen de treeranden sloegen, die met een metalige<br />

klank natrilden. De lap ging fladderend omlaag,<br />

verdween in de duisternis bij de muur.<br />

Hij bevond zich op een verlaten terras. De cafétafeltjes en<br />

-stoelen stonden tegen de muur opgestapeld en waren met<br />

meters kettingen beveiligd. Hij botste tegen een stapel op en<br />

het gerammel deed hemzelf schrikken. Het water was hier<br />

heel dichtbij. De waterspiegel lag nauwelijks dertig centimeter<br />

onder de stoeprand.<br />

Bij de bemoste stenen knielde hij neer en keek in de donkere<br />

gracht. Het water klotste tegen de kade. Een zacht, verleidelijk<br />

zingen echode. Hij ging voorover liggen en reikte<br />

met zijn handen over de rand, tastte naar het water. Daar<br />

moest ze zijn. Op zijn buik schoof hij naar voren, de kilte van<br />

de keien negerend, pogend het water beter te bereiken.<br />

Een gespiegelde wereld werd zichtbaar. Gevels, lantaarnpalen<br />

en kale boomtakken bibberden ondersteboven op de rimpels<br />

van het watervlak. Was daar in de diepte een bleek gezicht,<br />

een gestalte die zich thuis had gemaakt in de bouwvallen van<br />

de schaduwwereld? Vlug zwom ze tussen de waterplanten,<br />

joeg uit haar stede de rag en de larven, vlood over stille eeuwenoude<br />

panden, met hun verzegelde geheimen. Er was in<br />

het duister geen tweede adem, geen stem en toch klonk de<br />

galm in de rei, van haar zang.<br />

Spetterend stoven de druppels omhoog en benatten het<br />

gezicht van de jongeman, zoet verlokt. Over de stad zweefde<br />

klokgelui, bij de Dom waaide het afval, verzamelde zich in<br />

hoeken onder de spookachtig verlichte poortkoepel.<br />

Hij wist niets van dat alles, liet zijn vingers wuiven in de<br />

waterloop, naar de onzichtbare beminde, lachte om de krans<br />

van haren die om zijn hand spoelde. Afgezante van een ver-<br />

geten tijdperk, bracht de sirene hem de schatten van beneden,<br />

legde in zijn palm natte slakken en delen van een<br />

halfvergaan kleed. Stom vertelde ze hem van verdwenen<br />

dagen en hij knikte, was het met haar eens, zwaaide naar de<br />

glibberige linten in het water, restanten verzonken glorie.<br />

Zeevaardersschimmen wachtten in dompige kelders onder<br />

de pakhuizen, telden tussen de schimmels de eertijds rijke<br />

vracht, terwijl aan de andere kant van de aardbol halfnaakte<br />

vissers in hurkzit de wacht hielden, op hun hoge staken afgetekend<br />

tegen de tropenblauwe hemel, de netten voor de vloed<br />

uitgespreid. Hun opgewekte roep schallend over het Indische<br />

water, over de oceaan, van kust tot kust tot een afgedreven<br />

net bij het pakhuis neder zinkt, de stromen lakend.<br />

Waar blijft toch de zon die dit land verlaat, altoos fletse wolken<br />

achterlatend, en de nagels van de wind. Als ik kon reisde<br />

ik met de zon, mee naar de schone dagen van weleer.<br />

Maar de frons bij zijn wenkbrauwen kon geen opkomende<br />

bloedige herinnering verhinderen. Staak tegen staal, spieren<br />

afwerend gespannen. In de verte – maar te dichtbij – geratel<br />

van geweervuur, angst stijgt als smook uit de puinhopen.<br />

Jammerlijk gekreun ontsnapte zijn lippen. Zacht echode haar<br />

stem zijn pijn.<br />

Ach, ook zij was een banneling in de tijd, verstoten door het<br />

onverbiddelijke tempo van het stadse leven. Buitengesloten<br />

door de onverdraaglijke schotelruis, gierende claxons en<br />

strenge spanningskabels. De slepende sporen van haar vlucht<br />

in de modder gedrukt. Water vulde de voetafdruk. Zijn tred<br />

paste haar.<br />

Hij kwam overeind, ging zitten op de stenen rand, zijn<br />

benen bungelend, voeten in het klotsende grachtwater. Peinzend<br />

speelde hij met de groene slierten in zijn hand, dacht na<br />

over haar die onder hem zwom en boeien vlocht met oude<br />

verzen.<br />

Daar is zij, dacht hij ontroerd en luisterde naar haar zang,<br />

wilde zich voor altijd overgeven aan de troebele flessen-<br />

<strong>Lava</strong> <strong>13.1</strong><br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!