Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ederft snel.’<br />
‘Niet als je het goed verpakt. Bestel Geluk. Twee vaten minstens.<br />
Daarna plaatsen we de advertentie.’<br />
En weer vertrok Onckelaerts. Ditmaal zou hij twee dagen<br />
wegblijven. De Geluksgroothandel lag aan de andere kant<br />
van het land. Magielse had gelijk. Geen enkele supermarkt<br />
verkocht Geluk. Zijn winkel zou landelijke bekendheid krijgen.<br />
Hij zou nooit meer borreltjes hoeven schenken. Hij zou<br />
Gelukkig zijn.<br />
Twee dagen later keerde hij terug, vroeg in de middag.<br />
De rest van de dag werkte hij met Mahieu, Magielse en Bosman<br />
aan de advertentie. ’s Avonds brachten ze hem gevieren<br />
naar de krant. Onder het bord ‘Advertenties’ zat een in het<br />
krantenvak vergrijsde man.<br />
‘U wilde een advertentie plaatsen?’<br />
‘Dat klopt,’ zei Onckelaerts. ‘Magielse, laat hem de advertentie<br />
zien.’<br />
Magielse toonde de man de advertentie.<br />
‘U verkoopt Geluk?’<br />
‘Jazeker, m’neer. En pepermunt en azijn en mandarijnen.’<br />
‘Ik zal het voorleggen aan de hoofdredacteur, de heer De<br />
Grauw. Als hij akkoord gaat, staat uw advertentie er morgen<br />
al in, meneer… Onckelaerts.’<br />
Magielse zette grote ogen op. ‘De heer De Grauw? Burgemeester<br />
De Grauw?!’<br />
‘Mijnheer De Grauw is de jongere broer van meneer de burgemeester.<br />
Blijft u hier wachten op antwoord of zullen wij<br />
schrijven?’<br />
‘Wij wachten,’ zei Onckelaerts.<br />
De advertentieman knikte en verdween op de gang.<br />
Het afwijzen van de advertentie had Magielse nog het meest<br />
geraakt. De kale zat op de vloer van Onckelaerts’ winkel en<br />
keek intens treurig voor zich uit.<br />
Hoofdredacteur De Grauw was duidelijk geweest tegen zijn<br />
ondergeschikte. De verkoop van Geluk mocht niet worden<br />
aangemoedigd; de verslavingsrisico’s waren te groot.<br />
De advertentieman had ze de deur gewezen.<br />
De twee vaten Geluk stonden midden in de winkel. Onckelaerts<br />
had nog geen tijd gehad om ze weg te zetten. En nu hij<br />
wél tijd had, was de noodzaak verdwenen.<br />
Het duurde lang, uren, voordat iemand iets zei. Magielse<br />
had zich al die tijd niet verroerd, Onckelaerts staarde naar de<br />
schemering buiten en Bosman dronk onafgebroken borreltjes.<br />
De eerste die de stilte verbrak was Mahieu. Hij had door de<br />
winkel gedrenteld, opschriften bestudeerd en de privévertrekken<br />
bezocht. Toen hij daarmee klaar was, ging hij naar<br />
Onckelaerts, glimlachte en zei:<br />
‘Je moet verbouwen, kerel. Een verbouwing lokt mensen,<br />
net zo goed als een advertentie. En als ze eenmaal binnen<br />
zijn, kun je alles aanprijzen. Ook Geluk. Wanneer je eenmaal<br />
verbouwd hebt, zijn die twee vaten zó op.’<br />
Mahieu had nog nooit met zoveel geestdrift over een nietlevensbeschouwelijk<br />
onderwerp gepraat, maar nu het eenmaal<br />
zover was, kende zijn dadendrang nauwelijks nog<br />
grenzen.<br />
Uit het kantoortje pakte hij een potlood, een liniaal en een<br />
vel papier en begon te tekenen. Op het papier verscheen de<br />
winkel en de omliggende panden. Een regen van lengtematen,<br />
pijlen, uitroeptekens en doorhalingen later was de plattegrond<br />
af.<br />
‘Het is natuurlijk een ruwe schets, maar zo moet het worden.<br />
We moeten de zaak nog doormeten, er zal misschien<br />
nog een deur moeten sneuvelen, maar de opzet is er. Magielse<br />
en ik brengen het naar het gemeentehuis, voor de vergunningen<br />
en de stempels en zo. Onckelaerts en Bosman, jullie<br />
meten de winkel op. Meetlint ligt in de la. We moeten er nu<br />
gauw vandoor.’<br />
<strong>Lava</strong> <strong>13.1</strong><br />
51