Download het volledig rapport - KCE
Download het volledig rapport - KCE
Download het volledig rapport - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>KCE</strong> Reports 148 Osteopathie en Chiropraxie 15<br />
CHRONISCHE ASPECIFIEKE RUGPIJN<br />
Voor chronische rugpijn waren de conclusies van Assendelft et al. 18 gelijkaardig:een<br />
verbetering vergeleken met sham therapie wat betreft pijn op korte termijn (10-mm<br />
verschil voor pijn op de 100 mm VAS schaal [95% CI, 3 tot 17 mm]); verbetering van<br />
de pijn op de lange termijn van (19-mm verschil voor pijn op de 100 mm VAS schaal<br />
[95% CI, 3 tot 35 mm]); en een functieverbetering op de korte termijn van 3,3 punten<br />
verschil op RMDQ [CI, -0,6 tot 6,0]. Vergeleken met andere (niet sham) therapieën<br />
deden spinale manipulaties <strong>het</strong> alleen beter dan therapieën waarvan men oordeelt dat ze<br />
ineffectief of zelfs schadelijk zijn (de auteur deed een pooling van studies die dit type<br />
controle-interventie gebruikten zoals topische zalf, bedrust of tractie) (4-mm verschil<br />
voor pijn op de 100 mm VAS schaal [95% CI, 0 tot 8 mm]) (2,6punten verschil op<br />
RMDQ [CI, -0,5 tot 4,8]). De auteurs oordeelden dat de kwaliteit van de studies laag<br />
was en de effectiviteit matig maar vergelijkbaar met andere interventies die eveneens<br />
maar matig effectief zijn.<br />
Andere systematische reviews<br />
Chou et al, een review uitgevoerd voor de American Pain Society/American College of<br />
Physicians Clinical Practice Guideline, baseert zich grotendeels op <strong>het</strong> werk van<br />
Assendelft, aangevuld met twee extra RCT’s, en komt tot dezelfde conclusie:een<br />
zwakke aanbeveling met matige evidentie voor de effectiviteit van diverse vormen van<br />
manipulatie bij acute en chronische rugpijn.<br />
Ferreira et al 19, 20 brachten gelijkaardige conclusies naar voor voor acute en chronische<br />
rugpijn. Net zoals Assendelft deden zij een meta-analyse waarbij studies werden<br />
samengebracht indien er geen <strong>het</strong>erogeniteit was.<br />
Rubinstein et al 21 deed een review voor chronische rugpijn met meta-analyse, de<br />
bewijskracht werd geëvalueerd met de GRADE schaal. Bij spinale manipulatie<br />
vergeleken met sham, placebo of passieve behandelingsmodaliteiten vonden zij alleen<br />
zeer beperkt bewijs voor pijn (Mean Weighted Difference MWD 1,81, 95% CI -7,13 tot<br />
10,75) en zeer beperkt bewijs voor functieverbetering (Standardised Mean Difference<br />
SMD -0,36, 95% CI -0,66 tot -0,06). Voor spinale manipulatie in combinatie met een<br />
andere interventie, vergeleken met die interventie alleen, vonden zij bewijs van lage<br />
kwaliteit (statistisch significant maar lage kwaliteit studies, hier gedefinieerd als < 6<br />
punten op de Cochrane Back Review Group check list 17 ) voor een pijnstillend effect<br />
(MWD -14,20, 95% CI -26,89 tot -1,51) en geen bewijs voor een functieverbetering. In<br />
vergelijking met om <strong>het</strong> even welke andere interventie werd een klein statistisch<br />
significant maar klinisch niet significant effect gevonden op pijn na 1 maand (MWD -3.28<br />
[-5.73, -0.82]). Voor functioneren werd geen verschil gevonden na 1 maand. Na 3 en 6<br />
maanden werd noch voor pijn noch voor functioneren een verschil gevonden. Hier<br />
werdeen striktere definitie voor chronische lage rugpijn gebruikt dan voor de<br />
voorgaande reviews, waarvande belangrijkste hiervan de UK BEAM studie is, een grote<br />
effectiviteitsstudie in Britse huisartspraktijken 14, 22 . Bronfort et al 23 hadden een iets<br />
andere aanpak en deden geen pooling met <strong>het</strong> argument dat de interventies in de<br />
verschillende studies en hun design te verschillend van aard zijn. Zij maken onderscheid<br />
tussen chronisch rugpijn en rugpijn met een gemengde maar predominant chronische<br />
duur.<br />
Zij concludeerden dat wat betreft chronische rugpijn, er bewijs is van matige kwaliteit<br />
dat spinale manipulaties een gelijkaardig effect hebben als niet-steroïdale antiinflammatoire<br />
medicijnen gecombineerd met oefeningen, zowel op de korte als op de<br />
lange termijn. Zij concluderen ook dat flexie-distractie mobilisaties superieur zijn aan<br />
oefeningen op de korte termijn en gelijkwaardig tot superieur op de lange termijn.<br />
Volgens Bronfort et al. zijn hoog-intensieve manipulaties superieur aan manipulaties met<br />
lage intensiviteit,op de zeer korte termijn.<br />
Er is ook beperkt tot matig bewijs dat manipulaties beter zijn dan fysiotherapie op<br />
zowel lange als korte termijn. Er is ook beperkt bewijs dat spinale manipulaties even<br />
goed werken als chemonucleolyse voor discus hernia en dat mobilisaties minder goed<br />
werken dan oefeningen voor de rug na chirurgie voor discushernia.