Download het volledig rapport - KCE
Download het volledig rapport - KCE
Download het volledig rapport - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
30 Osteopathie en Chiropraxie <strong>KCE</strong> Reports 148<br />
3 GEBRUIK IN BELGIË<br />
3.1 ENQUETE BIJ DE BEVOLKING<br />
Teneinde de prevalentie, de manier van gebruik en de redenen voor <strong>het</strong> gebruik van<br />
niet-conventionele geneeswijzen, en meer bepaald homeopathie, chiropraxie,<br />
3.1.1<br />
acupunctuur en osteopathie, te meten, zijn we gestart met een telefonische enquête bij<br />
een representatieve steekproef van 1999 volwassenen in België in 2009. De details van<br />
de methodologie en de resultaten kunt u raadplegen in de bijlage.<br />
Gebruik van alternatieve geneeswijzen in <strong>het</strong> algemeen:<br />
In 2009 had 33,7% van de ondervraagde personen al een niet-conventionele geneesheer<br />
geraadpleegd tijdens hun leven (tabel 1). 14,9% van de 1622 respondenten die een<br />
medisch probleem meldden in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête had een<br />
alternatieve therapeut bezocht tijdens deze periode (tabel 2). Deze prevalentie lijkt<br />
coherent te zijn met de resultaten verkregen uit de gezondheidsenquêtes per interview<br />
uitgevoerd door <strong>het</strong> Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid sinds 1997. Het<br />
laatste beschikbare <strong>rapport</strong> dat was gewijd aan de gezondheidsenquête per interview<br />
uitgevoerd in 2008 79 wees erop dat men in de loop van de tijd geen stijging vaststelde<br />
van <strong>het</strong> gebruik van niet-conventionele therapieën, behalve dan in Wallonië voor wat<br />
betreft de osteopathie.<br />
Net zoals de gezondheidsenquête per interview stellen we in onze enquête vast dat<br />
subgroepen van de bevolking met een hoger opleidingsniveau vaker een nietconventionele<br />
therapeut raadpleegden in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête<br />
(18,6%) dan de minder opgeleiden (10,6%) (tabel 3). Wij stellen ook vast dat deze<br />
therapieën <strong>het</strong> meest worden gebruikt door personen van middelbare leeftijd (14,9 %<br />
tot 18,5% van de personen is tussen 25 en 54 jaar) (tabel 4).<br />
Daarentegen werd er geen enkel significant verschil vastgesteld volgens geslacht : 14,3%<br />
van de mannen en 15,5% van de vrouwen raadpleegden een niet-conventionele<br />
therapeut in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête (tabel 5).<br />
Een derde van de respondenten uit onze steekproef (33,8%) zegt dat ze geen nietconventionele<br />
geneeswijzen kennen, 25,7% zegt dat ze deze geneeswijzen niet<br />
vertrouwen terwijl 18,4% zegt dat ze er geen behoefte aan hebben. 12,2% vindt hen te<br />
duur (tabel 6) .<br />
De osteopaten en de homeopaten worden twee keer meer geconsulteerd dan de<br />
andere niet-conventionele therapeuten (tabel 3) : 6,7% van de respondenten bezocht<br />
een osteopaat in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête, 5,6% consulteerde een<br />
homeopaat, 2,7% een acupuncturist en 2,2% een chiropractor. Twee derde van deze<br />
patiënten deed meer dan een keer een beroep op hen in de voorbije 12 maanden (tabel<br />
7).<br />
3.1.1.1 Medische redenen voor <strong>het</strong> gebruik van alternatieve geneeswijzen<br />
De vier medische redenen die <strong>het</strong> meest worden opgegeven door hen die een beroep<br />
deden op alternatieve geneeswijzen tijdens de voorbije 12 maanden zijn in volgorde van<br />
belangrijkheid: rugproblemen (46,7%), pijn aan de nek (25,8%), vermoeidheid (12,9%) en<br />
hoofdpijn (12,9%) (tabel 8).<br />
Voor hen die slechts één enkele medische reden opgeven voor <strong>het</strong> raadplegen van een<br />
niet-conventionele therapeut (nl. 166 op 246 respondenten) zijn rugproblemen de<br />
voornaamste reden voor een consultatie. Deze personen maken alleen al 70,7% uit van<br />
<strong>het</strong> gebruik van chiropractors, 45,8% voor acupuncturisten, 47,4% voor osteopaten en<br />
31,4% voor homeopaten (tabel 9).