Bestemmingsplan - Gemeente Emmen
Bestemmingsplan - Gemeente Emmen
Bestemmingsplan - Gemeente Emmen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.3 Veenontginningen<br />
Het veen was oorspronkelijk gezamenlijk bezit van e dboeren<br />
in de esdorpen<br />
en randveenontginningen. De marken verkochten het een v aan maatschappijen<br />
of particulieren. De verschillende veengebieden zijn in Tabel 1 van noord<br />
naar zuid aangegeven.<br />
Vanuit het noorden was de vervening kleinschaliger, geleidelijker en ging met<br />
minder grote investeringen gepaard dan die vanuit et hwesten.<br />
Hier domineerden<br />
veenschappen, samenwerkingsverbanden van aatselijke pl boeren die<br />
eigenaren waren van stukken veengrond, de vervening (Gerding, 1995: 246,<br />
248). De kanalen vanuit het noorden werden langzame rhand verlengd, in hetzelfde<br />
tempo als de verveningen. Het veen bij Weerd inge werd vanuit het<br />
Stadskanaal ontsloten. Dit kanaal liep ver het veen in als Hoofdkanaal A of<br />
Weerdingerkanaal. Het zelfde gebeurde bij Emmer-Com pascuüm, het Emmer-<br />
Erfscheidenveen en later het Smeulveen. De Groninge rs beheersten hier de<br />
vervening en vormden ook het afzetgebied (Geschiede nis van <strong>Emmen</strong>, 1989:<br />
p. 110).<br />
Het veen in Zuidoost Drenthe werd vanuit het westen en later noordwesten<br />
door de grote kapitaalkrachtige maatschappij en aan snee gebracht.<br />
Deze werkten planmatig en pakten grote gebieden één in keer aan. Het begon<br />
met de ontsluiting door middel van grotere kanalen (Hoogeveense Vaart,<br />
Oranjekanaal) en pas toen die infrastructuur klaar was, kwam de productie<br />
goed op gang. De verlenging van de Hoogeveense t Vaar bereikte rond 1860 de<br />
westelijke Bargervenen. Het stelsel werd naar het osten o en zuiden uitgebreid<br />
(Gerding, 1995: p.247). De aanleg vanaf Erica naar de Duitse grens volgde pas<br />
vanaf 1880; in 1889 werd verbinding gemaakt met het Oranjekanaal, in 1893<br />
werd de Duitse grens bereikt en in 1898 werd aanges loten op het Duitse kanalenstelsel.<br />
Mogelijk hoopte men daarmee de afwateri ng van de zuid oostelijke<br />
veenontginningen te vergemakkelijken door aan te uiten sl op het Duitse Süd-<br />
Nord-Kanaal. De topografische kaart uit 1902 sugger eert echter dat deze aansluiting<br />
moeizaam tot kwam. Vanaf 1906, toen het holtenskanaal Sc een<br />
verbinding legde tussen Hoogeveensche Vaart en Stadskanaal, het had de aansluiting<br />
op het Duitse kanalen stelsel waarschijnli jk slechts zeer lokale<br />
betekenis. De afwatering in noordelijke richting ep li sindsdien over Nederlandse<br />
bodem. Een vierde ontsluiting kwam vanuit Co evorden (Dedemsvaart<br />
en Vecht): in 1884 bereikte het Stieltjeskanaal Verlengde de Hoogeveense<br />
Vaart (Gerding, 1995: p.248).<br />
12