30.08.2013 Views

Eindverslag (PDF, 9.83 MB) - Buitenlandse Zaken - Belgium

Eindverslag (PDF, 9.83 MB) - Buitenlandse Zaken - Belgium

Eindverslag (PDF, 9.83 MB) - Buitenlandse Zaken - Belgium

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Analyse volgens de criteria van het DAC en de 3 C’s<br />

Hetzelfde geldt voor andere infrastructuurwerken zoals de exploitatie van een bron of<br />

een waterput 87 .<br />

100,0<br />

80,0<br />

60,0<br />

40,0<br />

20,0<br />

0,0<br />

1,4<br />

1,4<br />

5,6<br />

30,6<br />

61,1<br />

nee ± ja<br />

Diagram 44: (on)beschikbaarheid van de<br />

realisaties van de MI ter plaatse (in % van de<br />

72 antwoorden)<br />

100,0<br />

Evaluatie van het micro-interventie programma blz. 68 / 135<br />

80,0<br />

60,0<br />

40,0<br />

20,0<br />

0,0<br />

4,3<br />

1,4<br />

17,4<br />

33,3<br />

43,5<br />

nee ± ja<br />

Diagram 45: (niet-)gebruik van de realisaties van<br />

de MI (in % van de 69 antwoorden)<br />

Het beoordelen van de technische duurzaamheid van micro-interventies die bestaan uit<br />

de aankoop van materieel dat onderhevig is aan normale slijtage en economische<br />

veroudering, of zelfs diefstal, of waaraan recurrente werkingskosten zijn verbonden, is<br />

minder vanzelfsprekend. Verscheidene voorbeelden in verschillende van de bezochte<br />

landen tonen aan dat de aankoop van elektronisch materieel, computers of<br />

muziekinstrumenten bijvoorbeeld, enkele specifieke problemen stelt. Dit materieel moet<br />

op middellange of zelfs korte termijn worden vervangen omwille van normale slijtage of<br />

omdat het verouderd is. Niet alle micro-interventies leggen reserves aan voor courante<br />

onderhoudswerken en al zeker niet voor de afschrijving van het materieel (zie Diagram<br />

43).<br />

In sommige landen komt bij heel wat micro-interventies het woord ‘herwaardering’ in de<br />

titel of in de beschrijving van de geplande activiteiten voor, wat erop wijst dat de<br />

promotoren van de micro-interventie een bouwwerk of uitrusting die al heeft gewerkt<br />

maar die om onbekende redenen (gebrekkig onderhoud of geen afschrijvingsreserve)<br />

werd stilgelegd of in onbruik is geraakt (pomp, koker, waterput, machine, lokaal...),<br />

opnieuw in werking willen stellen. Het gebruik van dit woord is dus op zich al een<br />

indicatie m.b.t. een verhoogd duurzaamheidsrisico.<br />

4.4.2.4. Socioculturele duurzaamheid<br />

We spreken van socioculturele duurzaamheid wanneer de begunstigden zich de<br />

resultaten van de interventie eigen maken. Ingevoerde inrichtingen of bouwwerken die<br />

niet zijn aangepast aan de lokale gewoonten bijvoorbeeld, zullen al gauw door de<br />

potentiële gebruikers worden opgegeven of genegeerd (bijvoorbeeld de inrichting van<br />

een eetzaal in een school met veel te dure maaltijden en op een plaats waar de kinderen<br />

gewoonlijk hun eigen lunch meebrengen).<br />

“De duurzaamheid van projecten waarbij in mensen wordt geïnvesteerd, is altijd<br />

moeilijker te meten” 88 . Bij een micro-interventie met voornamelijk opleidingsactiviteiten<br />

bijvoorbeeld, is het bijzonder moeilijk om na te gaan in hoever de opleidingskandidaten<br />

zich de leerstof eigen hebben gemaakt. Nog moeilijker is het om te achterhalen in welke<br />

mate ze de verworven kennis effectief gebruiken en of ze deze kennis onthouden of snel<br />

vergeten.<br />

Bij micro-interventies die culturele manifestaties steunen, stoppen de effecten meestal<br />

bij afloop van de actie of manifestatie. Er zijn echter uitzonderingen, bijvoorbeeld een<br />

87 Uiteraard voor zover deze elementen van een degelijke kwaliteit zijn.<br />

88 Evaluatie van het micro-interventieprogramma (MIP), vzw COTA, Bruno Kervyn, Monique Munting; 2008.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!