Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TRAJECTEN IN EEN TRAPPENHUIS<br />
— Een ruimtelijk spanningsveld<br />
Twee keer <strong>een</strong> trappenhal: de ene bevindt<br />
zich in het gebouw waarin sinds 1901 het<br />
Bureel <strong>van</strong> Weldadigheid is gevestigd, de<br />
andere in het convent in het Klein Begijnhof.<br />
[afb.10, 11] Een trappenhal brengt uit<strong>een</strong>lopende<br />
trajecten samen: de verbinding<br />
tussen het private binnen en het publieke<br />
buiten, die tussen de woon<strong>een</strong>heden links<br />
en rechts, elk met hun specifieke gewicht<br />
en functie in het complexe geheel dat het<br />
huis vormt (de trappenhal is <strong>een</strong> wissel<br />
die inwoners en bezoekers verdeelt over<br />
de rest <strong>van</strong> de woning), en tot slot de<br />
verticale as tussen de sociale benedenverdieping<br />
en de intiemere etages erboven.<br />
Verschillende (en potentieel tegenstrijdige)<br />
dimensies <strong>van</strong> het leven ontmoeten elkaar<br />
in de trappenhal. Het maakt haar tot <strong>een</strong><br />
bij uitstek dramatische ruimte (de plaats<br />
<strong>van</strong> aankomst en vertrek, de plek <strong>van</strong> het<br />
genereuze welkom, maar ook <strong>van</strong> het pijnlijke<br />
afscheid). Precies omdat de trappenhal<br />
het onderscheid tussen binnen en buiten,<br />
tussen publieke openbaarheid en private<br />
beslotenheid articuleert, is het tevens de<br />
plaats waar de bewoner zijn maatschappelijke<br />
ambitie demonstreert. Functioneel<br />
ligt de trappenhal dan ook in het verlengde<br />
<strong>van</strong> de gevel, het publieke gelaat<br />
waarmee het gebouw zich in de sociale<br />
ruimte manifesteert. (<strong>Sacré</strong> heeft met <strong>een</strong><br />
grote gevoeligheid gevels gefotografeerd.)<br />
De maatschappelijke positie die de bewoner<br />
wenst uit te dragen wordt vooral zichtbaar<br />
in de manier waarop het trappenhuis<br />
het lichaam <strong>van</strong> de bezoeker ont<strong>van</strong>gt en<br />
adresseert (letterlijk: <strong>een</strong> plaats geeft):<br />
de plechtstatige hal <strong>van</strong> het Bureel <strong>van</strong><br />
Weldadigheid doet dat op <strong>een</strong> heel wat<br />
formelere manier dan de wat rommelige<br />
doorgangsruimte <strong>van</strong> het convent. (Ook het<br />
lichaam <strong>van</strong> de fotograaf blijft uiteraard<br />
niet ongevoelig voor de maatschappelijke<br />
boodschap die de trappenhal formuleert.)<br />
Het binnen is nooit <strong>een</strong> absoluut binnen,<br />
<strong>een</strong> definitief afgesloten ruimte die <strong>een</strong><br />
ondoordringbare verdedigingswal vormt<br />
tegen het buiten. Het binnen is altijd <strong>een</strong><br />
beetje poreus (zo niet wordt het <strong>een</strong> onleefbare<br />
kerker 1): in de wanden zijn deuren<br />
en ramen uitgespaard. Die gaten waarlangs<br />
de wereld de binnenruimte binnendringt,<br />
zijn met<strong>een</strong> ook de cruciale werkinstrumenten<br />
voor de interieurfotograaf.<br />
Zij maken de ruimte zichtbaar (zonder<br />
raam g<strong>een</strong> licht, zonder licht g<strong>een</strong> beeld).<br />
Steven Humblet<br />
[74]<br />
Hoe hij zich zal verhouden tot deze openingen<br />
is dan ook de eerste vraag die de<br />
fotograaf zich noodgedwongen stelt. Ze<br />
frontaal in het vizier nemen, is niet aangewezen:<br />
te veel licht verblindt en de ruimte<br />
dreigt te worden opgevreten door <strong>een</strong><br />
overvloed aan binnenvallend licht [afb.1].<br />
Een andere houding, de rug naar het raam<br />
keren en met het invallende licht de ruimte<br />
bekijken, ligt technisch veel meer voor<br />
de hand, maar wanneer de fotograaf hiervoor<br />
kiest, riskeert hij het interieur al<br />
te zeer in zichzelf op te sluiten (nergens<br />
nog <strong>een</strong> ontsnappingsroute te bespeuren).<br />
Dan maar <strong>een</strong> tussenpositie: de fotograaf<br />
plaatst zich op <strong>een</strong> lijn die evenwijdig<br />
loopt met de muur waarin de ramen zitten<br />
en laat het licht langs <strong>een</strong> zijkant <strong>van</strong> het<br />
beeld binnenstromen [afb.2]. Wij (de kijker)<br />
worden naar de grenslijn tussen binnen<br />
en buiten gemanoeuvreerd. <strong>Sacré</strong> beproeft<br />
alle posities, sommige met al wat meer<br />
succes dan andere, maar ook hij manifesteert<br />
<strong>een</strong> lichte voorkeur voor het zijwaarts<br />
binnensijpelende licht.<br />
Een tweede (ruimtelijk én fotografisch)<br />
probleem. Het interieur zit weliswaar niet<br />
potdicht, maar het blijft niettemin <strong>een</strong><br />
begrensde, omsloten ruimte: het loopt niet<br />
oneindig door. De taak <strong>van</strong> de fotograaf<br />
bestaat erin de kijker iets mee te geven<br />
<strong>van</strong> deze beslotenheid. Het probleem is<br />
echter dat er altijd minstens één wand (de<br />
vierde wand die het binnen als <strong>een</strong> afgeschermd<br />
binnen definieert) ontbreekt in<br />
de fotografische opname. Waarh<strong>een</strong> de fotograaf<br />
zijn camera ook richt, de ruimte die<br />
het beeld omvat, is aan één kant (de kant<br />
<strong>van</strong> de fotograaf en dus ook <strong>van</strong> de kijker)<br />
altijd open: we verliezen ons in de weidsheid<br />
die zich achter onze rug opent (we<br />
kijken zonder rugdekking). Tegenover dit<br />
achterwaartse zuigeffect moet de fotograaf<br />
noodgedwongen <strong>een</strong> tegengestelde beweging<br />
oproepen die ons terug de ruimte<br />
intrekt [afb.3]. Meer dan wat ook is het dit<br />
kinetische duw- en trekwerk dat de fotografische<br />
blik op het interieur instrueert.<br />
— Een geleid bezoek<br />
<strong>Edmond</strong> <strong>Sacré</strong> maakte twee reeksen interieuropnames<br />
in opdracht <strong>van</strong> de Chambre<br />
syndicale provinciale des Arts Industriels<br />
Gand. De fotograaf werd gevraagd <strong>een</strong><br />
album samen te stellen over de nationale<br />
tentoonstellingen <strong>van</strong> de Belgische kunstnijverheid<br />
<strong>van</strong> 1877 en 1882, die allebei in