Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Edmond Sacré Portret van een stad - Gent Cultuurstad vzw ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ook al is ze spatieus genoeg om onze blik<br />
er even in te laten verwijlen, we botsen al<br />
snel op haar grenzen: uiteindelijk blijven<br />
we rondjes draaien in de trappenhal zelf.<br />
Waarom deze keuze? De deuren sluiten<br />
betekent de afgebeelde ruimte zelfgenoegzaam<br />
in zichzelf laten rusten: wel nieuwsgierigheid<br />
naar, maar g<strong>een</strong> inzicht in de<br />
erop geënte kamers, g<strong>een</strong> vermoeden <strong>van</strong><br />
hun functie. Het betekent ook de ruimte<br />
opwaarderen — we voelen nog iets <strong>van</strong> de<br />
statige pracht waarmee de bewoners <strong>van</strong><br />
deze oude patriciërswoning de bezoekers<br />
wensten te imponeren. De trappenhal is<br />
hier <strong>een</strong> zelfstandige entiteit, net zoals elk<br />
ander onderdeel <strong>van</strong> het Bureel <strong>van</strong> Weldadigheid<br />
(opgesloten in <strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige<br />
functie). De verbeelding <strong>van</strong> de trappenhal<br />
als <strong>een</strong> op zichzelf staand deel binnen <strong>een</strong><br />
groter geheel versterkt het imago <strong>van</strong> het<br />
Bureel <strong>van</strong> Weldadigheid als <strong>een</strong> strak geordende<br />
organisatie die volgens <strong>een</strong> strikte<br />
regelmaat is opgebouwd.<br />
De trappenhal <strong>van</strong> het convent in het Klein<br />
Begijnhof [afb.11] is <strong>van</strong> <strong>een</strong> heel andere<br />
allure. Om te beginnen kiest <strong>Sacré</strong> hier<br />
voor <strong>een</strong> ander formaat: het smalle rechtopstaande<br />
kader versus het brede landschapsformaat<br />
<strong>van</strong> het vorige beeld. De<br />
verticale uitsnede <strong>van</strong> het portretformaat<br />
beklemtoont hoe smal deze trappenhal wel<br />
is: hier niet de weelderige, ruime trappenhal<br />
<strong>van</strong> het Bureel <strong>van</strong> Weldadigheid,<br />
maar <strong>een</strong> intiem trappenhuis (<strong>een</strong> statige<br />
ont<strong>van</strong>gstruimte tegenover <strong>een</strong> sobere<br />
doorgangsruimte, <strong>een</strong> profane versus<br />
<strong>een</strong> sacrale ruimte, horizontaal versus<br />
verticaal). Het is <strong>een</strong> open, poreuze ruimte,<br />
vol deining <strong>van</strong> komen en gaan (die onzichtbaar<br />
blijft maar gesuggereerd wordt<br />
door de twee openstaande deuren). Met<strong>een</strong><br />
valt ook op hoezeer de openingen onze<br />
blik sturen: <strong>van</strong> meet af aan wordt <strong>een</strong><br />
aantal routes vastgelegd (<strong>van</strong> links naar<br />
rechts, en vooral <strong>van</strong> beneden naar boven).<br />
Maar het eindpunt blijft onbestemd: deze<br />
bewegingen monden uit in gaten waarin<br />
we verdwijnen. De beweging naar boven<br />
verliest zich in wat <strong>een</strong> nieuwe gang lijkt<br />
te zijn en de beweging rechts stuit op <strong>een</strong><br />
deur die weliswaar openstaat maar tegelijkertijd<br />
de erachter liggende kamer aan<br />
nieuwsgierige blikken onttrekt. De voorgeschreven<br />
routes jagen ons door de ruimte,<br />
waardoor we de trappenhal en de daarin<br />
uitgestalde parafernalia nauwelijks lijken<br />
op te merken (wie heeft het schijnbaar<br />
achteloos opgehangen habijt in de oksel<br />
[80]<br />
<strong>van</strong> de trap gezien, dat nochtans centraal<br />
in het beeld hangt en cruciaal is voor de<br />
identificatie <strong>van</strong> de ruimte waarin we ons<br />
bevinden?).<br />
Dit beeld maakt deel uit <strong>van</strong> <strong>een</strong> reeks<br />
die handelt over het reilen en zeilen in het<br />
Klein Begijnhof. Naast <strong>een</strong> beperkt aantal<br />
buitenopnames — begijnen aan het werk<br />
in het hofje voor de kerk, poserend op het<br />
bordes <strong>van</strong> de ziekenboeg, haastig op weg<br />
naar de mis enzovoort — bestaat ze voornamelijk<br />
uit binnenopnames. Het centrale<br />
thema <strong>van</strong> deze binnenopnames is het gem<strong>een</strong>schapsleven<br />
in het convent, <strong>een</strong> leven<br />
waar<strong>van</strong> het ritme bepaald wordt door <strong>een</strong><br />
serie voornamelijk gem<strong>een</strong>schappelijke<br />
activiteiten. <strong>Sacré</strong> fotografeert het ontbijt,<br />
het middagmaal, het avondeten, het naai-,<br />
verstel- en borduurwerk, de tuinarbeid,<br />
de misviering, de wake bij het bed <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> overleden grootjuffer enzovoort. [afb.<br />
p. XXX-XXX] (De beeldenreeks laat zich lezen<br />
als <strong>een</strong> museale presentatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> leefwijze<br />
waar men het fijne niet langer <strong>van</strong><br />
kent: stevig gegrondvest in <strong>een</strong> traditie<br />
die teruggaat tot de middeleeuwen is ze<br />
ondertussen tot <strong>een</strong> curiosum verworden.)<br />
Slechts één beeld lijkt dit patroon <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
druk samenleven te doorbreken: hier g<strong>een</strong><br />
groep, maar <strong>een</strong> begijn all<strong>een</strong> aan tafel,<br />
verdiept in haar lectuur <strong>van</strong> de Bijbel.<br />
[afb.12] Heel even licht het meditatieve<br />
karakter <strong>van</strong> het begijnenleven op (<strong>een</strong><br />
moment <strong>van</strong> verstilling in het geroezemoes<br />
<strong>van</strong> het dagelijkse leven). De gonzende bedrijvigheid<br />
<strong>van</strong> het wereldse groepsleven en<br />
de contemplatieve rust <strong>van</strong> het spirituele<br />
gebed staan echter niet tegenover elkaar,<br />
maar zijn op <strong>een</strong> intieme manier met<br />
elkaar verknoopt. Deze twee dimensies<br />
<strong>van</strong> het begijnenleven komen op <strong>een</strong> spectaculaire<br />
manier samen in het beeld <strong>van</strong><br />
de trappenhal (dat daarom met<strong>een</strong> ook<br />
gelezen kan worden als <strong>een</strong> centraal beeld<br />
in de reeks). Zoals het haast onopgemerkt<br />
gebleven habijt zich in het snijpunt bevindt<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> reeks verticale en horizontale<br />
bewegingen, zo is de begijn in wezen<br />
niet meer dan <strong>een</strong> set <strong>van</strong> profane en<br />
sacrale handelingen.<br />
— Eerst bewegen, dan denken<br />
‘Wat is deze ruimte?’, maar onmiddellijk<br />
ook: ‘hoe beweegt men erin?’: dat zijn de<br />
twee kwesties waartussen de interieuropnames<br />
<strong>van</strong> <strong>Sacré</strong> zitten opgespannen.<br />
Een ‘<strong>een</strong>voudige’ (maar degelijke en vol-