Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De mens plaatst geen nieuw lapje op een versleten doek lapje, kledingstuk want het lapje zal<br />
uitbarsten scheuren van het kleed en de scheur zal nog wijder worden.<br />
Wat hij ons nu opeens vertelt, wat heeft dat te maken met… de farizeeën vroegen over het vasten,<br />
wat heeft dat te maken met het oplappen, corrigeren… Men kan geen nieuwe correctie brengen<br />
op oude versleten keliem. Men kan niet een nieuw lapje – de wens om te geven – aa<strong>nl</strong>appen aan<br />
de wens om te ontvangen, want dan zal het breken, zoals het breken van keliem. De wens om te<br />
geven kan niet penetreren in de wens om te ontvangen. We hebben geleerd dat er een wet bestaat<br />
van beperking, tsimtsoem. Als er geen overeenkomst naar eigenschappen is… waar men alleen<br />
voor zichzelf ontvangt, kan daar geen licht komen. Dat is wat hij ons vertelt. Het nieuwe lapje<br />
kan je niet aanhechten aan een kledingstuk dat al versleten is. De wens om te geven kan je niet<br />
aanplakken aan de wens, de keliem, om te ontvangen, want dan zal het lapje scheuren. De scheur<br />
zal nog groter zijn, het vallen zal nog groter zijn. Dat is wat hij zegt doelend op de farizeeën. De<br />
scheuring, de scheiding van het het licht, van Hasjem, zal nog groter zijn.<br />
Hij had het net over het lapje en het kledingstuk. Waar had hij het over? Er bestaan twee dingen<br />
in het heelal: licht, mochin, en klie. Hij had gesproken over het nieuwe lapje en dat is de klie<br />
kether. Het versleten lapje is de vier stadia, de wens om te ontvangen voor zichzelf. De wens om<br />
te ontvangen en de wens om te geven kan je niet zomaar aan elkaar lappen. Hij had gesproken<br />
over de correctie van de keliem. Er bestaat een discrepantie naar eigenschappen tussen de keliem<br />
– keliem is wens - de wens om te geven en de wens om te ontvangen. Nu gaat hij ons over het<br />
tweede element vertellen, over het licht:<br />
תוֹדאֹנַהְו ְךֵפ ָשִּי ןִּיַיַהְו תוֹדאֹנַה וּעְקָבִּי־ןֶּפ םיִּלָב תוֹדאֹנְב שָדָח ןִּיַי םיִּנְתוֹנ ןיֵאְו 41<br />
׃וּרֵמ ָשִּי וָדְחַי םֶּהיֵנ ְשוּ םי ִּשָדֲח תוֹדאֹנְב שָדָחֶּה ןִּיַיַה־תֶּא םיִּנְת וֹנ לָבֲא וּדֵבאֹי<br />
En men geeft niet nieuwe wijn wijn is wat de keliem vult, chochma die men ontvangt omwille<br />
van het geven, chochma omhuld in chassadiem in gebarsten wijnzakken zelfde als versleten<br />
wijnzakken opdat zij de wijnzakken niet zullen barsten Wijn is als chochma, komt in oude<br />
zakken – de wens om te ontvangen voor zichzelf, en natuurlijk barst het dan want chochma om te<br />
geven kan je niet ontvangen in de keliem de kabbala. Dat is wat Jesjoea zegt, de wijnzakken<br />
zullen barsten en de wijn zal wegvloeien en de wijnzakken zullen teniet gaan, kapot gaan. Dat is<br />
wat hij hen liet zien, duidelijk het verschil tussen zijn leerlingen die hij leerde te werken omwille<br />
van het geven, de eenheid te zoeken en de farizeeën die scheiding veroorzaken, barsten van<br />
keliem. maar men geeft de nieuwe wijn in de nieuwe wijnzakken en beide samen worden<br />
behouden. Én wijn én zakken worden behouden. Dat betekent: én licht én klie samen.<br />
Duidelijk waar Jesjoea het over heeft? Daarom heeft hij niet… Zijn boodschap is afstandelijk<br />
t.o.v. die farizeeën, zij die zich afsnijden van het licht van Hasjem, zij hebben geen keliem. Hij<br />
zegt tegen hen: jullie hebben geen keliem, daarom begrijpen jullie niet wat ik doe met mijn<br />
leerlingen. Zij zien mij dat het niet nodig is om te vasten, maar jullie kunnen dat niet begrijpen,<br />
jullie hebben daar geen keliem voor.<br />
Kijk wat er nu gebeurt. Probeer dat te verbinden met wat hij sprak tot de scheidende krachten die<br />
niet geschikt zijn om de wijn, de chochma, de redding, te ontvangen:<br />
וֹל־וּחַת ְשִּיַו אָב םיִּר ָשַה דַחא הֵנִּהְו הֶּלֵאָה םיִּרָבְדַה־תֶּא םֶּהיֵלֲא רֵבַדְמ אוּה יִּהְיַו 41<br />
׃הֶּיְחִּתְו<br />
ָהיֶּלָע ָךְדָי־תֶּא םי ִּשְו אָנ־אֹב יִּתִּב הָתֵמ הֶּז הָתַע רַמאֹיַו<br />
108