eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 Normale/typische taalontwikkeling<br />
Dit hoofdstuk omvat een algemene inleiding waarin enkele definities worden gegeven en de<br />
perioden en fasen in de communicatieve ontwikkeling van het kind. In de volgende<br />
onderdelen worden die taaluniversele perioden beschreven met hun typische kenmerken op<br />
de verschillende taalniveaus. Uit de literatuur willen we te weten komen wat de<br />
(leeftijds)grenzen zijn van een normale taalontwikkeling. Ook opzoeken wat een kind leert op<br />
het communicatief domein tijdens de leeftijdsperiode van 0 tot 2,5 jaar en welke variabelen<br />
de taalontwikkeling kunnen beïnvloeden, behoort tot de doelstellingen.<br />
Dit hoofdstuk is uitgebreid omdat in mijn onderzoek de meeste kinderen een normale<br />
taalontwikkeling zullen vertonen. Het is dus belangrijk een goed beeld te krijgen van wat<br />
normaal is.<br />
2.1 Inleiding<br />
Taal is de uitdrukking van menselijke communicatie waardoor ideeën, informatie, emoties en<br />
overtuigingen gedeeld kunnen worden. Het taalverwervingsproces van een kind voltrekt zich<br />
tussen de leeftijd van 0 en 5 jaar in een hoog tempo. Een vijfjarige beheerst dan ook de<br />
fundamenten van zijn taal en spraak. Een negen- à tienjarige spreekt correct volgens de<br />
regels van de moedertaal, inclusief pragmatiek (de systematiek van het taalgebruik). Dit is<br />
echter geen eindpunt: oudere kinderen en volwassenen breiden hun woordenschat constant<br />
uit. Bepaalde aspecten van de taal blijven eveneens verder ontwikkelen, bijvoorbeeld<br />
spreken in het openbaar (2,3).<br />
Bij het verwerven van een taal – als communicatie d.m.v. symbolen – zijn er twee polen te<br />
onderscheiden: enerzijds het leren begrijpen (van die symbolen), wat naast passieve ook wel<br />
receptieve taalontwikkeling of comprehensie wordt genoemd, en anderzijds het zelf praten<br />
(gebruiken van symbolen), de actieve taalontwikkeling of productie. Begrip gaat meestal<br />
productie vooraf (2,3).<br />
Perioden en fasen in de taalverwerving van het kind worden bepaald op basis van taalinterne<br />
kenmerken, eerder dan op basis van chronologische leeftijd. Tempoverschillen die er zijn<br />
tussen kinderen beletten bij elke fase of periode een precieze leeftijd te hanteren, hoewel<br />
men wel een doorsnee-leeftijd kan aangeven (2). Een enorme variabiliteit is het meest<br />
stabiele kenmerk van een normale ontwikkeling bij peuters, ook op het domein van<br />
taalontwikkeling (4).<br />
Men onderscheidt de volgende taaluniversele perioden: ten eerste een prelinguale periode<br />
(doorsnee 0 - 1;0 jaar), waarin het kind geluid maakt en communiceert, maar nog geen<br />
4