eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.3.2 De telegramstijlfase: woordcombinaties<br />
2.3.2.1 De tweewoordzin<br />
Tegen het einde van de eenwoordfase begint een kind verschillende opeenvolgende<br />
eenwoorduitingen te produceren die eigenlijk samenhoren. Dit is de directe aanzet tot de<br />
tweewoordzin (1). Het verschijnen van de eerste tweewoorduitingen lijkt nauw samen te<br />
hangen met de woordenschatexplosie en wordt gemiddeld gesitueerd rond achttien<br />
maanden. Sommige kinderen wachten ermee tot achtentwintig maanden (1). Rond het 50-<br />
woordentijdstip, ergens tussen 18 en 24 maanden, beginnen kinderen woorden tot frases<br />
samen te voegen. Kinderen brengen woorden samen om te praten over interessante<br />
gebeurtenissen die ze in de wereld rondom hen observeren (5). Schlichting situeert de start<br />
van woordcombinaties rond het moment dat een kind 100 woorden produceert, soms zijn het<br />
er al veel meer (7). De gemiddelde leeftijd voor het verwerven van 2-woordcombinaties is 18<br />
maanden als men de minst strenge definitie hanteert (‘sometimes’ of ‘often’ op het<br />
betreffende onderdeel van de CDI) en 22 maanden als men enkel de score ‘often’ in<br />
rekening brengt. Op 28 maanden rapporteerden de ouders van alle kinderen dat hun kind<br />
woordjes combineerde, het overgrote deel deed dat ‘vaak’. Op 23 maanden was minder dan<br />
10% nog in het 1-woordstadium (9). In het normeringsonderzoek van de korte vormen van<br />
de Amerikaanse CDIs vond men een geleidelijke toename van het aantal kinderen dat<br />
woorden combineerde van zeer weinig op 16 maanden tot 100% op 30 maanden. Op 22<br />
maanden rapporteerden bijna alle ouders dat hun kind (minstens) soms woordcombinaties<br />
maakte (10).<br />
Het handboek bij het Van Wiechenonderzoek vermeldt een spreiding voor de p90-leeftijd van<br />
item 41 ‘zegt zinnen van 2 woorden’ van 24 tot 30 maanden (11).<br />
In deze fase uit het kind zich in zeer korte zinnetjes, maar het slaagt er toch al in om een<br />
complexer idee vorm te geven in opeenvolgende tweewoorduitingen (1). Het vermogen om<br />
woorden te combineren is een belangrijke ontwikkelingsmijlpaal die het stadium van de<br />
syntactische en semantische ontwikkeling inluidt. Het bepaalt bovendien de verdere<br />
ontwikkeling van de woordenschat (10).<br />
2.3.2.2 De meerwoordenzin<br />
De Mean Sentence Length (MSL) blijft minder dan 2 nog tot na de leeftijd van 24 maanden<br />
voor de 10% minst scorende kinderen maar verdubbelt tot bijna 4 op 30 maanden. Kinderen<br />
op de mediaan behalen een score van 4 op 24 maanden, terwijl de beste 10% deze score<br />
behalen op 19 maanden (9).<br />
10