eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Uit gegevens verkregen uit het CDI-normeringsonderzoek van Fenson et al. kon men het<br />
aantal begrepen woorden en frasen (korte zinnetjes) berekenen bij kinderen tussen 8 en 16<br />
maanden. Rond de leeftijd van 8 maanden begrijpt een kind gemiddeld 6 korte zinnetjes en<br />
een 20-tal woordjes, waarna het begrip van woorden en frasen geleidelijk toeneemt tot 23<br />
frases en 169 woordjes op 16 maanden. Het woordenschatbegrip overschrijdt gemiddeld 50<br />
woorden op de leeftijd van 11 maanden. De grote variabiliteit kenmerkt ook de ontwikkeling<br />
van het woordenschatbegrip. Een kind van 16 maanden dat voor woordenschatbegrip op de<br />
10 de percentiel scoort, herkent nauwelijks meer woorden dan een kind van 8 maanden op de<br />
90 ste percentiel (9).<br />
Nederlandstalige gegevens uit het normeringsonderzoek van de N-CDI/Woorden en<br />
Gebaren en de N-CDI/Woorden en Zinnen tonen gelijkaardige waarden voor begrijpen van<br />
woorden en korte zinnen. Op 8 maanden zou een kind al enkele zinnetjes en een 10-tal<br />
woordjes begrijpen, terwijl dat op 16 maanden gemiddeld 23 à 25 zinnen en 155 à 172<br />
woordjes zijn (voor resp. jongens en meisjes). Op 12 maanden begrijpt een kind gemiddeld<br />
12 zinnetjes en bijna 50 woorden. Op de leeftijd van 24 maanden begrijpen jongens<br />
gemiddeld 420 woordjes (met een spreiding van een 150 tot meer dan 600 woorden) en voor<br />
meisjes ligt het gemiddeld aantal woordjes dat wordt begrepen op 452 (met een waarde van<br />
185 op percentiel 1 tot 678 op percentiel 99). Op 30 maanden ligt het gemiddelde<br />
woordenschatbegrip al op meer dan 600 woordjes (6).<br />
2.3.1.2 Expressieve woordenschat<br />
Rond de leeftijd van één jaar worden de brabbelgroepjes van kinderen geleidelijk aan<br />
betekenisvol. Een kind leert deze (proto)woorden aanvankelijk door imitatie, nadien leert het<br />
wat benoemen is. Vanaf dan komen nieuwe woorden er gewoon bij dankzij<br />
gemeenschappelijke aandacht voor het voorwerp. Tijdens het tweede levensjaar is het<br />
verzamelen van woorden in een categorie een cruciale ontwikkeling in het woordgebruik. Het<br />
benoemen van dingen wordt een zelfstandige activiteit (1).<br />
De kwantitatieve groei<br />
Voor de leeftijd van 12 maanden is expressieve taal minimaal. Nadien vertonen kinderen die<br />
gemiddeld scoren een geleidelijke toename in woordproductie, van minder dan 10 woorden<br />
op 12 maanden tot gemiddeld 40 woordjes op 16 maanden. Expressieve woordenschat kan<br />
variëren van 9 tot 198 woorden bij typisch ontwikkelende peuters van 16 maanden. Bij<br />
kinderen van 20 maanden varieert de woordenschat van 41 tot 405 woorden (4,9).<br />
Het normeringsonderzoek van de uitgebreide N-CDIs geeft de volgende waarden voor<br />
expressieve woordenschat. Op 12 maanden uit een kind gemiddeld een 3-tal woordjes, op<br />
15 maanden zijn dat er een 15-tal (met een Pc 10 van 4 voor jongens en 3 voor meisjes) (6).<br />
7