12.09.2013 Views

eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg

eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg

eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

perceptievermogen voor taalspecifieke klankvariaties. Baby’s van ruim een half jaar kunnen<br />

al woorden en uitingen herkennen (2).<br />

2.2.3 De klankproductie<br />

Een aantal stadia in de productie van klanken gaan eveneens de eigenlijke taalverwerving<br />

vooraf:<br />

1. Schreien is in de eerste zes weken de belangrijkste vocale activiteit, nadien wordt het<br />

een signaal van onbehagen.<br />

2. Een voldane baby maakt in de fase daarna – tot ongeveer 20 weken – klanken die<br />

men comfortgeluiden noemt (vocalen).<br />

3. Echt vocaal spel ontwikkelt zich tussen 4 en 6 maanden (consonanten).<br />

4. Vanaf zeven maanden begint het repetitief brabbelen (herhaalde, identieke syllaben<br />

in de cv-vorm). Geleidelijk aan wordt het brabbelen meer gevarieerd.<br />

5. Het brabbelen van een baby van bijna één jaar oud wordt meer en meer intentioneel:<br />

het krijgt een communicatieve functie. Door de dingen die een kind aanwijst te<br />

benoemen, creëert de volwassene een communicatieve situatie waarin het kind<br />

woorden kan leren. Zo spelen voortalige vaardigheden een rol in de eigenlijke<br />

taalverwerving (1).<br />

2.3 De vroeglinguale periode<br />

Deze periode in de taalontwikkeling van het kind wordt vooral gekenmerkt door de opbouw<br />

van de – zowel receptieve als expressieve – woordenschat. Ook het combineren van<br />

woordjes tot telegramstijlachtige zinnetjes van twee of meer woorden is een ontwikkeling die<br />

men in deze periode observeert.<br />

2.3.1 Het één-woordstadium<br />

Het één-woordstadium is gedefinieerd als de periode in de taalontwikkeling waarin de<br />

verbale uitingen van het kind bestaan uit één woord of uit een korte zin die als geheel werd<br />

geleerd (frase). Een woord wordt omschreven als een spontane uiting van het kind, steeds<br />

met een gelijke vorm én met een consistente betekenis (7).<br />

2.3.1.1 Receptieve woordenschat<br />

Een kind begrijpt gewoonlijk ‘nee’ tussen 6 en 9 maanden. Rond de leeftijd van 1 jaar kan<br />

het enkelvoudige opdrachtjes begrijpen zonder begeleidende gebaren. Op 18 maanden kan<br />

het kind een lichaamsdeel, benoemde voorwerpen en mensen aanduiden. Daarna begrijpt<br />

de peuter tweeledige opdrachtjes en rond 30 maanden kan hij voorwerpen aanwijzen<br />

wanneer die met hun gebruiksdoel omschreven worden (8).<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!