eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Beperkingen van het onderzoek<br />
De waarde van de conclusies die men uit de resultaten kan opmaken, is beperkt. Vooraf was<br />
er als doel gesteld om een honderdtal kindjes in de studie te includeren. Dit was nodig om<br />
met grote waarschijnlijkheid toch enkele taalvertraagde peuters te detecteren. Met een<br />
prevalentie van ongeveer 5% in het totaal en 16% voor expressieve taalproblemen op jonge<br />
leeftijd (16,17), zou men de cijfergegevens statistisch kunnen verwerken. Omwille van de<br />
lage opkomst van kinderen uit de geboortecohorte naar het consultatiebureau en omdat<br />
kindjes die initieel komen, niet steeds tot 24 maanden blijven komen, was de studiepopulatie<br />
oorspronkelijk veel kleiner. In een poging dit aantal nog wat op te trekken werd de studie<br />
verlengd met 3 maanden. Uiteindelijk kon men een 60-tal kinderen bereiken, wat uiteindelijk<br />
56 bruikbare N-CDIs/kv opleverde. Een verdere verlenging van de studieduur bleek<br />
onmogelijk omwille van de belasting wat tijd en werk betreft om de vragenlijsten uit te delen<br />
op het CB en om de resultaten met de ouders te bespreken.<br />
Voor de vergelijking met het Van Wiechenonderzoek werden nog enkele beperkingen<br />
duidelijk bij de verwerking van de resultaten. Het Van Wiechenschema werd niet bij alle<br />
kinderen goed ingevuld; twee dossiers waren voor de betreffende leeftijden helemaal niet<br />
ingevuld, en bij een relatief groot aantal dossiers waren 1 of meer items niet gescoord.<br />
Redenen hiervoor kunnen zijn: tijdsgebrek, onmogelijkheid tot Van Wiechenonderzoek door<br />
bijvoorbeeld ziekte van het kind, geen interesse vanwege de ouders. ‘Gewoon<br />
onzorgvuldigheid’ en onvoldoende of niet-herhaalde instructie om het Van<br />
Wiechenonderzoek te leren toepassen en gemotiveerd te zijn om het te blijven toepassen<br />
worden als beperkingen vermeld in het <strong>eindwerk</strong> van De Baerdemaeker dat het Van<br />
Wiechenonderzoek evalueert in zijn waarde om ontwikkelingsstoornissen te detecteren (41).<br />
Intervisie, zoals voorgesteld in het Nederlandse programma voor implementatie van het Van<br />
Wiechenonderzoek, wordt hier niet georganiseerd (11). Zo werd bijvoorbeeld item 42 ‘wijst 6<br />
lichaamsdelen aan bij pop’ niet toegepast bij de onderzochte kindjes, waarmee belangrijke<br />
informatie omtrent het taalbegrip op 24 maanden niet werd verkregen. Wel kan worden<br />
aangehaald dat de invoering van het Van Wiechenonderzoek voor kinderen van 15 tot 30<br />
maanden op de CB’s in Vlaanderen plaatsvond na de start van de studie.<br />
Het afnemen van het Van Wiechenonderzoek én een N-CDI kost veel tijd, omdat de ouders<br />
graag het resultaat willen kennen. Dit moet dan ter plaatse uitgerekend en besproken<br />
worden en het verdere beleid moet onmiddellijk worden uitgestippeld.<br />
Opmerkingen over de gebruikte instrumenten<br />
We zouden hier twee opmerkingen willen noteren in verband met de diagnose van<br />
taalvertraging met de N-CDIs/kv in de setting van het consultatiebureau. De criteria voor het<br />
59