eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
eindwerk B. Duytschaever.pdf - GGS Jeugdgezondheidszorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
In het normeringsonderzoek van de N-CDIs vond men voor sommige onderdelen van beide<br />
lijsten een significant hogere score voor meisjes. Voor een groot aantal onderdelen van de<br />
N-CDIs werd er geen significant verschil gevonden tussen de resultaten van jongens en<br />
meisjes (6).<br />
2.6.2 Sociale klasse<br />
Nederlands onderzoek toont een licht vertraagde taalontwikkeling aan voor kinderen van de<br />
laagste sociale klasse (7). Voor woordenschatproductie vond Fenson hetzelfde effect van<br />
sociale klasse bij peuters. Voor woordenschatbegrip was de correlatie omgekeerd, wat<br />
verklaard kan worden door het feit dat minder hoog opgeleide ouders de neiging hebben hun<br />
kinderen wat betreft woordenschatbegrip te overschatten (9). Ook uit de<br />
normeringsgegevens van de N-CDIs blijkt een significant verschil in taalontwikkeling tussen<br />
de hogere (milieu 3 en 4) en lagere sociale milieus, maar niet voor alle onderdelen (6).<br />
2.6.3 Plaats in de kinderrij<br />
Plaats in de kinderrij is licht negatief gecorreleerd met woordproductie en vroege<br />
grammaticale ontwikkeling; later geborenen zijn licht benadeeld wat betreft deze<br />
ontwikkelingsdomeinen (9). Ook in het N-CDI normeringsonderzoek werd de invloed van de<br />
geboortevolgorde/plaats in de kinderrij op de taalontwikkeling nagegaan. Eerstgeborenen<br />
scoren significant beter op sommige onderdelen van beide lijsten, maar niet op alle<br />
onderdelen (6).<br />
2.7 Besluit<br />
In dit hoofdstuk werd de literatuur omtrent de normale taalontwikkeling beschreven met<br />
bijzondere aandacht voor de verwerving van de woordenschat – zowel receptief als<br />
expressief, kwantitatief en kwalitatief – als voorbereiding op het gebruik van het<br />
onderzoeksinstrument, de N-CDIs/korte vormen, dat uitsluitend deze taalparameter<br />
onderzoekt om kinderen met een taalontwikkelingsstoornis op te sporen.<br />
Literatuur over enkele belangrijke mijlpalen in de taalontwikkeling werd ook uitvoerig<br />
beschreven omdat het opvolgingsinstrument, het Van Wiechenonderzoek, dat in dit<br />
onderzoek op haar waarde wordt geschat, gebruik maakt van mijlpalen in de<br />
(taal)ontwikkeling van jonge kinderen om hen als normaal of mogelijks (taal)vertraagd of<br />
-gestoord te bestempelen. Ik meen dat ik hierover voldoende informatie heb gevonden om<br />
mijn onderzoek aan te vatten.<br />
13