Rekenen voor peuters - Toetswijzer
Rekenen voor peuters - Toetswijzer
Rekenen voor peuters - Toetswijzer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De doelen <strong>Rekenen</strong> zoals geformuleerd door SLO zijn gebruikt bij het beschrijven van het domein en het<br />
specificeren van de toets. De doelen beschrijven met welke inhoud kinderen aan het begin van groep 1<br />
minimaal ervaring opgedaan moeten hebben, en geven op deze wijze sturing aan het leerproces. De<br />
inhoud van de toets is net zoals de doelen onderverdeeld in drie domeinen, namelijk getalbegrip, meten en<br />
meetkunde (zie ook paragraaf 2.4.1). Er is bepaald welke doelen met een toets als <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong><br />
geëvalueerd kunnen worden en daarna zijn de geselecteerde doelen geoperationaliseerd in items. Dat is<br />
gebeurd door toetsdeskundigen van Cito. De geconstrueerde items zijn vervolgens <strong>voor</strong>gelegd aan, en<br />
besproken met, een panel van leerkrachten en onderwijsbegeleiders met praktijkkennis over de<br />
rekenontwikkeling van jonge kinderen. Indien nodig zijn de items bijgesteld of verwijderd.<br />
In het normeringsonderzoek van de toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> hebben we ook de toetsen <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong><br />
kleuters meegenomen. Na de itemconstructie zijn de items op twee momenten in een onvolledig design<br />
afgenomen bij een representatieve groep van ruim 5000 kinderen in Nederland op <strong>peuters</strong>peelzalen,<br />
kinderdagverblijven en in groep 1 en 2 van het basisonderwijs. In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid ingegaan op<br />
de opzet en uitvoering van het normeringsonderzoek, en de representativiteit van de steekproef. Na de<br />
afnames zijn de antwoorden van de kinderen op de items geanalyseerd met behulp van One-Parameter<br />
Logistic Model (zie paragraaf 2.4.2.). In de analyses is nagegaan of de verschillende items en onderdelen<br />
een beroep doen op dezelfde onderliggende vaardigheid. Dat bleek het geval te zijn. Daarom is een schaal<br />
geconstrueerd die we de algemene rekenvaardigheidsschaal genoemd hebben. Op basis van inhoudelijke<br />
en psychometrische criteria zijn vervolgens drie toetsen samengesteld: een toets <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong>, een toets<br />
<strong>voor</strong> groep 1 en een toets <strong>voor</strong> groep 2. Op basis van de score op elk van deze toetsen kan de algemene<br />
rekenvaardigheid van een kind bepaald worden. Als kinderen elk halfjaar een toets maken, kan de<br />
rekenvaardigheid van de kinderen gevolgd worden vanaf driejarige leeftijd tot en met het einde van groep 2.<br />
Op basis van de gegevens uit het normeringsonderzoek zijn ook de normtabellen gemaakt.<br />
3.2.2 De inhoud van de toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong><br />
De verschillende leerstofonderdelen die in de toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> aan de orde komen, hebben we<br />
in paragraaf 2.4.1 op conceptueel niveau beschreven. In deze paragraaf lichten we die leerstofonderdelen<br />
op operationeel niveau kort toe en we vatten ze samen in een tabel. Voor een uitvoerige beschrijving van<br />
de inhoud van de toets verwijzen we naar de Inhoudsverantwoording in het toetspakket <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>peuters</strong> (Op den Kamp, 2010). Daar is een uitgebreide inhoudsbeschrijving opgenomen die geïllustreerd<br />
wordt met <strong>voor</strong>beeldopgaven uit de toets.<br />
De opgaven in de toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> hebben betrekking op de rekenontwikkeling. In<br />
paragraaf 2.4.1 hebben we aangegeven dat de verschillende aspecten van rekenen <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> een<br />
samenhangend geheel vormen en dat we de volgende drie categorieën onderscheiden:<br />
1 Getalbegrip<br />
2 Meten<br />
3 Meetkunde<br />
Getalbegrip<br />
De categorie Getalbegrip heeft in de toets <strong>Rekenen</strong> <strong>voor</strong> <strong>peuters</strong> betrekking op Omgaan met<br />
hoeveelheden. Bij het onderdeel Omgaan met hoeveelheden gaat het om het herkennen of tellen van<br />
kleine hoeveelheden tot maximaal vijf. Dit gebeurt met receptieve opgaven, waarbij gevraagd wordt naar<br />
een hoeveelheid. De kinderen gebruiken hierbij hun eigen strategie. Ze kunnen de hoeveelheden op drie<br />
verschillende plaatjes (resultatief) tellen en als antwoord een plaatje aanwijzen. Het is ook mogelijk dat<br />
kinderen een hoeveelheid (bij<strong>voor</strong>beeld van één of twee dingen) direct herkennen, zonder deze te tellen.<br />
Naast de receptieve opgaven zijn er productieve opgaven waarbij de kinderen een hoeveelheid (tot<br />
maximaal vijf) resultatief tellen. Ze spreken het resultaat van het tellen (het getal) uit.<br />
Ten slotte bevat dit onderdeel ook opgaven waarbij de kinderen hoeveelheden vergelijken door het<br />
hanteren van hoeveelheidsbegrippen ‘veel’ en ‘weinig’.<br />
26